Deze week bespreken we in de Tweede Kamer een voorstel van het kabinet om te bezuinigen op de ondersteuning van gezinnen. Nederland kent een scala aan regelingen om gezinnen met kinderen te ondersteunen. Zo zijn er regelingen gericht op gezinnen met een lager inkomen, zoals het kindgebonden budget en een aanvulling voor alleenstaande ouders met een uitkering. Maar er zijn ook regelingen waar alle gezinnen in Nederland aanspraak op kunnen maken, zoals de door de overheid betaalde schoolboeken en de kinderbijslag.
Doordat er zoveel verschillende regelingen zijn, weten mensen met een laag inkomen vaak niet waar ze allemaal aanspraak op kunnen maken. Het zou dus goed zijn als inkomensondersteunende regelingen zoveel mogelijk worden gecombineerd. In de zomer van 2013 presenteerde minister Asscher inderdaad een voorstel dat die kant op ging. Maar tegelijkertijd koos hij voor een stevige bezuiniging, met als gevolg dat alleenstaande ouders in de bijstand er het meest op achteruit gaan.
Ik wil niet stellen dat bezuinigingen op regelingen voor gezinnen helemaal onmogelijk is. We moeten ons in economisch zware tijden afvragen waarom we regelingen hebben waarop alle ouders aanspraak kunnen maken, ongeacht hun inkomen. Zoals een vader met een goed inkomen bij Pauw en Witteman eerder verzuchtte “Voor iemand met een goed salaris is kinderbijslag een cadeautje van de overheid. Ik heb daar niet om gevraagd, ik krijg dat automatisch op mijn rekening gestort.” Waarom moet een minister zo’n 575 euro per drie maanden kinderbijslag ontvangen terwijl het aantal in armoede opgroeiende kinderen stijgt?
Maar Asscher koos er niet voor om bij de bezuiniging op de kinderbijslag te kijken naar het inkomen van de ouders, maar door het bedrag dat je krijgt per kind te verlagen. Dat is niet solidair.
Ruimte voor verbetering dus, wat mij betreft. Daarom diende Bram Van Ojik met Diederik Samsom tijdens de Algemene Beschouwingen afgelopen september een motie in om 100 miljoen extra uit te trekken voor kinderopvang en 100 miljoen extra om de enorme achteruitgang in de koopkracht van alleenstaande ouders op te vangen. De wereld was te klein voor de rechtse partijen CDA, VVD en D66. Hoe durfde GroenLinks voor te stellen de inkomensverschillen te verkleinen! De extra miljoenen voor de kinderopvang zijn er inmiddels gekomen, het geld voor de verkleining van inkomensverschillen sneuvelde helaas in het herfstakkoord.
Sterker nog, met het Herfstakkoord werden de inkomensverschillen in vergelijking met het regeerakkoord nog groter. Het hoogste belastingtarief werd verlaagd (kosten: 800 miljoen), de 20 procent hoogste inkomens kregen met de afschaffing van de algemene heffingskorting een cadeautje van een half miljard en de goede aspecten van de plannen van Asscher gingen eraan: de overheid betaalt de schoolboeken en de hervorming van de kinderbijslag is teniet gedaan. Het Herfstakkoord is daarmee een succes voor hoge inkomens en christelijk Nederland.
En dat terwijl er wel degelijk op een sociale manier te hervormen is als het gaat om de kindregelingen. Nog niet zo lang geleden vonden partijen als PvdA en D66 dat trouwens ook. Als je de kinderbijslag inkomensafhankelijk maakt bespaar je 1,1 miljard euro. Je kunt daarmee de kinderbijslag voor lagere inkomens verhogen die dan minder aparte regelingen hoeven aan te vragen. Minder bureaucratie en het geld komt daar waar het nodig is. Principieel is het ook logisch: kinderen zijn een groot goed. We moeten ervoor zorgen dat ze zich op alle mogelijke manieren kunnen ontplooien en niets tekort komen in materieel en immaterieel opzicht. Waarom moet heel Nederland meebetalen aan de kinderbijslag en schoolboeken voor iedereen, ook ministers? Juist op de kindregelingen is er alle ruimte om sociaal te hervormen.
Maar sociaal hervormen, daar zijn PvdA en D66 niet van. In plaats daarvan moet en zal er 1,6 miljard bezuinigd worden op de begeleiding op de arbeidsmarkt voor mensen met een beperking, 400 miljoen op mensen die hun uiterste best doen om aan het werk te komen, 600 miljoen op de inkomensondersteuning van chronisch zieken en gehandicapten en meer dan 2 miljard op de thuiszorg, de dagbesteding en pgb’s. Het aantal in armoede groeiende kinderen neemt ondertussen toe. De inkomensverschillen worden groter en meer mensen worden buiten gesloten. Dat werkt niet.
Ik heb daarom een voorstel aan D66 en PvdA: laten we nu eens echt sociaal hervormen. We maken de kinderbijslag inkomensafhankelijk, zoals we onze kiezers beloofd hebben. Vanaf een inkomen van ongeveer 34.500 euro krijg je minder kinderbijslag en vanaf ongeveer 62.000 euro vervalt de kinderbijslag. Dat levert ruim een miljard euro op. Dat geld geven we vervolgens deels aan kinderen van ouders met een laag inkomen. Zodat kinderen uit arme gezinnen wel op sport kunnen en er geld is om elke dag fatsoenlijk te kunnen ontbijten. De rest van de opbrengst van de sociale hervorming steken we in een basisvoorziening kinderopvang waarin kinderdagverblijven en peuterspeelzalen integreren. Op die manier zorgen we ervoor dat alle kinderen een goede start krijgen. En we nemen ook nog eens de segregatie tussen de witte kinderopvang en de gekleurde peuterspeelzalen weg.
Dat zou nog eens een plan zijn waar de kinderen van Nederland echt wat mee opschieten in plaats van vasthouden aan verworvenheden die velen eigenlijk niet nodig hebben. Subsidie op het krijgen van kinderen past wellicht in de filosofie van conservatief-christelijke partijen, maar niet bij partijen die zich ooit sociaal-progressief durfden te noemen.
Linda Voortman is Tweede Kamerlid voor GroenLinks