“Mam, pap, ik moet jullie iets vertellen…”
“Ha, we wisten het al lang hoor zoon. Toen we je je eerste kirretje hoorden slaken wisten wij het al. En dan die strakke rode broeken… Maar geen zorgen, we zaten toch niet perse op kleinkinderen te wachten lieverd.”
“Nee, het is niet dat. Het is iets ergers…”
“Dat je het met een negerin doet? Jongen, wij zijn heel fatsoenlijk, progressief en tolerant. Zwart, geel, blank…ons maakt het niet uit. Daar hebben we nog voor gevochten. In 1968. Vanuit ons gekraakte grachtenpand. In onze leunstoel. 40 jaar PvdA stemmen doe je niet voor niks.”
“Nee, dat is het ook niet. Het gaat om een radicale wijziging van al mijn normen en waarden…”
“Lieve jongen, je weet toch dat je altijd bij ons terecht kunt met al je zorgen? We zullen je nooit laten vallen. Iedereen is welkom bij ons. Neem gerust ook je homoseksuele vrienden en negerinnen mee. We zullen halal koken als dat moet. Wij willen ook best de wijn laten staan. Maakt ons niets uit. leven en laten leven, da’s ons motto, zo hebben wij je opgevoed.”
“Ja maar, toch denk ik dat dit van een andere orde is…”
“Je voelt je vrouw in een mannenlichaam? We zullen van je houden, ook als je kunstmatige borsten hebt gekregen. Je hebt een meisje zwanger gemaakt? Moeders zal helpen met de opvoeding en we zijn altijd bereid op te passen. Je bent terminaal ziek? We halen als ons geld van de spaarrekening zodat we samen nog kunnen genieten van je laatste dagen. Je bent aan de drugs? Desnoods halen wij je heroïne. Jongen, luister nou, we zijn je ouders! We houden van je! No matter what. Wij zullen er altijd voor je zijn.”
“Ja…maar…dit gaat over politiek…”
“Politiek? Jongen, politiek is maar politiek. Als je maar gezond bent en gelukkig, wat maakt politiek dan nog uit?”
“Het is…het heeft te maken met de verkiezingen…”
“Die van 12 september?”
“Ja die. Op welke partij ik wil stemmen. Ik ga iets radicaals doen…”
“Jongen, wat je ook stemt, we zullen je niet anders beha…oooh, hee wacht eens even! Je bedoelt toch niet dat je van plan bent…Nee. Nee! Zo hebben we je toch niet opgevoed jongen?”
“Ja…maar…”
“Dit is gewoon onfatsoenlijk van je. Dit kun je niet maken! Wat moeten de buren denken? “Onze buurjongen stemt op die partij!”. Goeie genade! Weet je wel hoeveel verdriet je pappa en mamma nu doet?”
“…”
“Onze zoon! Onze jongen! En dan op zo’n partij stemmen! Wat hebben we verkeerd gedaan in onze opvoeding? Hebben we je te veel gekwetst? Heb je niet altijd gekregen wat je nodig hebt? Zijn we niet altijd liefdevol genoeg geweest? Hebben we je dan niet geleerd dat je ook liefdevol naar anderen moet zijn? Eerlijk delen, dat hebben we je geleerd! Niemand uitsluiten, dat is wat je van ons meekreeg! En nu dit! Op deze partij stemmen! Een politiek van pure rancune en onderbuik voeren! Walgelijk!”
“Het is gewoon…ik denk…voor mij voelt het gewoon zo dat D66 nog wel écht wat kan veranderen in dit land…sorry…”
“Eruit! Hoor je? ERUIT! Onder dit dak geen D66’ers! Een schande ben je! We hebben spijt dat je ooit bent geboren!”