Dames. Deze column is niet voor u bestemd. Dus even wieberen nu. Ga maar koken, luiers verschonen of aan de koffietafel een potje zitten beppen. Jullie hebben genoeg te doen. Nu is het tijd voor mannenpraat. Dat is al lastig genoeg, met al die misnoegde, onvervulde, verlaten en hunkerende mannen om ons heen. Maar het is tijd. Het is de hoogste tijd dat we even entre nous wat zaken regelen. Mannen, vrienden, kompanen, seksegenoten, strijdmakkers, luistert. Wat hebben wij ons godverdomme laten naaien de laatste drie eeuwen. Mijn god, wat een sneue sukkels zijn we geworden.
In de goede oude tijd, van Grieken en Romeinen, van ridders en kruistochten, toen wisten we het wel. We gingen lekker koppenhakken bij de Perzen, de Moren, de Germanen of de Galliërs, terwijl onze vrouwen thuis het bed en de prak warm hielden. Als we na de oorlog terugkwamen vol jachtbuit dan wachtte ons een goede maaltijd, plezante seks, enkele uitstekende rugmassages, en een landgoed dat we kregen van een dankbare Keizer of Koning.
We hadden het voor de bakker, Those were the Days.
Maar ergens zo’n twee, drie eeuwen geleden kwam de klad erin. Toen ging het mis. De eerste Cisca Dresselhuysjes werden geboren, en ze lieten dat horen ook. Zure mannenhaatsters, bijtende lesbo’s, lelijke heksen, enge waarzegsters en afvalligen. Ze moesten allemaal ook nog naar school. Leren schrijven en lezen, taalbeheersing en spreekbeurten. Alsof het kerels waren. Met als resultaat dat ze bizarre dingen begonnen te roepen. Toen werd het pas echt heftig.
Ze kregen een steeds grotere muil, die wijven. Ze gingen boeken schrijven. Opstandige teksten declameren. Ze wilden zonder man leven, zelfstandig zijn, of in het parlement. Dat was weer wat later maar we moeten, echte mannen als we zijn, even grote stappen maken. Kenau Simonsdochter Hasselaer, Aletta Jacobs, Hedy D’Ancona, dat soort types. Ze gingen ook bij elkaar zitten in kringetjes en naar elkaars geslachtsdelen zitten staren. En dan zeiden ze dingen als” We zijn zo trots om Vrouw te zijn”. Verschrikkelijk.
Aanvankelijk lieten we ons niet wegstoten van het toneel. Nee, we duwden de dames gewoon de gracht in en als ze niet zonken dan hingen we ze op. Of de vuurstapel, die deed ook goede diensten. Ook koppen eraf, in de kerker gooien, wij wisten aanvankelijk wel hoe we die krengen konden bedwingen.
Maar toen kwam de twintigste eeuw, en we verloren de strijd. Ze kregen kiesrecht, gelijk betaald, ze mochten naar Schroevers en de Universiteit. Ja, ze werden journalist, professor of schrijver, iets dat nooit never ever de bedoeling van de natuur of de evolutie is geweest. Een ramp begon zich te voltrekken. De corpora werden gemengd waardoor zulke verschrikkelijke toestanden ontstonden als we nu kunnen aanschouwen in de BNN serie Feuten. Starnakel bezopen, krijsende en vloekende juffrouwen, het OM zou moeten ingrijpen. Maar ja, dat zijn ook allemaal wijfjesdieren.
Enfin, waar wil ik heen. Er is een rode draad in dit verhaal, dus let op, vrienden. Ze hebben de macht gegrepen, dat wil ik zeggen. Ze hebben een machtsgreep gepleegd en alle macht gaat nu naar de mevrouwen. Dat mag gewoon niet zo verder gaan. We moeten iets doen. Kijk om je heen, mannen. Kijk!!
Komt er een rechterlijk college in actie dan huppelen daar ineens drie of vier miepjes in toga het podium op. Ga je naar de dokter dan zit daar een rijpgegroeid Gooisch Meisje met een corporaal schor stemmetje in witte jas jou de les te lezen over je eetgewoontes en/of seksuele afwijkingen (in mijn geval dan). De advocatenkantoren, mijn god de advocatenkantoren! Tussen de 100 strakgerokte, zwartbelaarsde, gedecolleteerde meesteresjes zitten er drie a vier beteuterde jongemannen enorm hun best te doen geen seksistische opmerkingen te maken of vunzige grappen te lanceren, want ze zouden de feminiene toorn over zich heen kunnen krijgen. En dat is slecht voor je carrière tegenwoordig.
Voorwaar, mannen, ik verkondig u: ze hebben de macht gegrepen en wij zijn de lul. Vaders mogen hun kinderen niet meer zien na een scheiding, want mamma heeft alle macht en krijgt de rechters uiteraard ook nog mee. Jeugdzorg, kinderbescherming, sociale dienst, rechterlijke macht, bedrijfsartsen, het zijn merendeels hoogopgeleide miepen met een grote muil, en ze laten ons dagelijks voelen hoe nietig wij mannen zijn. De dames pakken alle territoria die ze van nature van hen beschouwen en pakken ons mannen ons deel ook nog eens af. Ik zocht eens op hoeveel mannen en hoeveel vrouwen boeken hebben geschreven over echtscheiding en kinderen, het zijn alleen maar vrouwennamen. Moedertjes. Schooljuffen. Zuster Theresa’s en psychologa’s. Zij willen het onder mekaar ritselen, en wij heren laten het machteloos toe. OK, een enkele mannennaam ertussen, maar dat is dan weer zo’n zielige Pappa die op een brug in Nijmegen moet klimmen om z’n kinderen één keer per 5 jaar te mogen zien.
Het ernstigst zijn de verraders onder ons. Daar wil ik mee eindigen. Hier past oplettendheid. De mannen die met de vrouwen gaan zitten meesmiegelen. De jaknikkers, slijmballen, meepraters en tasjesdragers. Mannen die zozeer op de vrouw willen lijken dat ze al hun lichaamshaar afscheren. Of gel in hun haar smeren. Losers zijn het. Overlopers. Mannen die giechelend over straat flaneren en over, godbetert, hun gevoelens gaan praten. Alsof er geen auto’s meer bestaan. Mediators, coaches, therapeuten en balletdansers. Dat soort collaborateurs-beroepen. Deze geslachtsverraders ontlopen na de oorlog hun bestraffing toch niet, doch passende en gerichte maatregen zijn ook nu geboden.
Mannen, laten we maar eens in regressie geraken en onze wapens pakken. De mannenrevolutie is nakende, en moedig zullen we voorwaarts schrijden totdat alle blondjes en zeikwijven zijn gepacificeerd. In Indië wisten we ook hoe we het aan moesten pakken bij die ergerlijke opstandelingen, nu is het tijd voor de MANNEN….Te wapen!