Jazeker! Israël heeft vrienden! Het zijn niet de snuggerste, da’s jammer. Maar je kunt er wel mee lachen. Zo is daar publicist Dirk-Jan van Baar, die in de Volkskrant van 28 april buitengewoon zijn best doet om de Israël te verdedigen tegen onterechte aanvallen vanuit Europa. We begrijpen niks van het conflict daar, denkt Van Baar. “Hele volksstammen”, schrijft hij, “hangen het idee aan dat de bezettingspolitiek van Israël het kernprobleem in het Midden-Oosten is. (…) Israël kan zich helemaal niet met een gerust hart uit bezette gebieden terugtrekken en waar het dat risico wel nam, in Zuid-Libanon en de Gazastrook, leverde dat geen vrede op, maar werd het op raketten getrakteerd.” Wat is dan wel het kernprobleem? Van Baar: “die suïcidale politiek van de Palestijnen, die met hun vliegtuigkapingen en zelfmoordcommando’s ook pioniers van Al Qaida waren.”
Hij heeft dus niks nieuws te melden. Datzelfde roepen de haviken in Israël al jaren. Alleen, het slaat nergens op. Want mag je die voorbeelden wel terugtrekken uit bezette gebieden noemen? Israël viel Zuid-Libanon niet binnen om iets te bezetten, maar om Hezbollah te vernietigen. Dat is niet gelukt. Dat werd een faliekante nederlaag. Dat was geen terugtrekken, dat was vluchten. En dan moet je ook niet gek staan te kijken als je daarna nog wat raketten cadeau krijgt. Door die roekeloze aanval heeft Israël haar eigen veiligheidsprobleem alleen maar vergroot. En dan de Gaza. Terugtrekken? Israël heeft daar het grootste getto ter wereld opgericht. Me dunkt dat de opgesloten, uitgeknepen bewoners daar niet echt blij mee zijn. Daar bestaan historische voorbeelden van. Alweer een veiligheidsprobleem van Israëlische makelij.
Uzi in je gezicht
“Het probleem”, aldus Van Baar (in zijn verder hopeloos warrige opiniestuk), “is de weigering van de buitenwereld om zich nog serieus in de veiligheidsdilemma’s van de Joodse staat te verdiepen.” Alweer niks nieuws. Dat hadden opeenvolgende regeringen graag gezien: dat de hele wereld zich eens heerlijk ging verdiepen in de Israëlische veiligheid. Want dat is toch het centrale probleem, nietwaar? Niet Israëls minachting voor elementaire mensenrechten, of voor het volkenrecht, de vernederende controles, op z’n tijd een uzi in je gezicht – Welnee! Die Palestijnen, dat is toch zeker geen volk! Wat een volk is, dat maakt Israël wel uit! Nee, veiligheid, dáár moet iedereen het over hebben. Hun veiligheid. En Van Baar kletst graag een eindje met ze op.
Veiligheid, veiligheid, veiligheid – meer hoor je niet van Israëlische kant. Dat eeuwig het slachtoffer uithangen (een typisch Arabische trek by the way). Het is een manie die alleen maar onveiligheid schept. Niet allen door tegenstanders voortdurend en onnodig te treiteren (Libanon, Gaza), maar ook door gewoon bedreigingen te verzinnen (de zogenaamde atoomdreiging vanuit Iran – een leuk propagandakadootje voor de ayatollah’s aldaar!). Dat hevige verlangen naar veiligheid komt voort uit het feit dat regering en leger in Israël psychologisch niet meer te scheiden zijn. (Zie Yoram Peri, Generals in the Cabinet Room). Vrijwel alle belangrijke Israëlische politici van de afgelopen decennia waren vooraanstaande militairen. Rabin, Barak en Sharon waren generaals. Shamir kwam uit een joodse terroristische groepering. Netanyahu was kapitein bij de commando’s. En ga zo maar door. Het gevolg is dat alle regeringen de wereld op precies dezelfde wijze zien als het leger. En alle problemen van Israël reduceren tot één en hetzelfde probleem: de veiligheid van Israël.
Van Baar zou graag zien dat de wereld dezelfde tunnelvisie ontwikkelde. Ik zou graag zien dat hij eens ging nadenken in plaats van propaganda herkauwen.