Mark Rutte is inmiddels weer terug van zijn grote China-tour. Nadat Den Haag zich al eerder als de Economische Hoer van Europa in de armen van het Russische Gazprom had gestort teneinde de gasrotonde van het continent te worden totdat de MH 17 aan die gretigheid een onfris tintje begon te verschaffen, tracht het nu Rotterdam tot eindstation van de nieuwe Chinese zijderoute te promoveren. En uiteraard doet Nederland ook mee aan de nieuwe AIIB, die de Chinese tegenhanger van de door Amerika gedomineerde Wereldbank moet worden.
Als handelsreiziger is Rutte het meest in z’n element. Over de Chinese lievelingsleuze “Een Weg. Een Gordel”, in De Volkskrant: “Ik sprak er met Xi over. We willen wel graag dat die Weg uitkomt bij de haven van Rotterdam.” Ook als premier is hij nooit boven het formaat van pakweg een personeelsfunctionaris van Unilever uitgestegen.
Mensenrechten, democratie, rechtsstaat? Daar hebben we het op instigatie van VVD-fractievoorzitter Halbe Zijlstra niet meer over. Rutte, zo berichtte De Volkskrant op 30 maart, heeft al aangekondigd volgend jaar zijn speech in het Chinees te houden, zoals we al enige decennia vanzelfsprekend overal in het Engels meebrabbelen – voor zaken doen we alles.
Hoe zouden de Chinezen tegen dergelijke staaltjes van typisch Nederlandse zelfverloochening aankijken, en tegen het feit dat we omwille van het gewin alle verheven principes waarvoor we op andere Je suis Charlie-momenten in Parijs demonstreren, moeiteloos opzij zetten? Vermoedelijk als Poetin: dit zien als blijk van hypocrisie, die het opgeheven westerse morele vingertje op economisch niet-relevante momenten zo onuitstaanbaar maakt.
Maar er is ook een andere ingang mogelijk. Nogmaals De Volkskrant over de top van de Chinese president en zijn nieuwe Nederlandse vriend:
“Vriendelijk gekeuvel over het feit dat Rutte geboren is onder het teken van het Schaap. Oude Vrienden weten dat het Schaap de zwakste in de dierenriem is – ziekenhuizen zitten vlak voor elk Schapenjaar propvol; met hoogzwangere vrouwen, die de geboorte kunstmatig opwekken. Dan is hun kind tenminste geen Schaap.”
Een goed verstaander heeft maar een half woord nodig, om de minzame neerbuigendheid te onderkennen, die in de gespreksthemakeuze besloten ligt. Zo niet Rutte: “Onze koning is ook Schaap”, aldus reageerde hij enthousiast.
Ja, dat zal ik niet ontkennen. ‘Gewoon een beetje dom’, dat had Maximá al heel snel door nadat ze haar wilskrachtige voet tussen de Oranje-paleisdeuren had gekregen. In Sotsji zagen we vorig jaar twee schapen, die zich al bierdrinkend volledig door de boze Russische wolf lieten inpakken. Zou het mede daaraan liggen dat het portret van ons koninklijke opperschaap voor geen meter verkoopt?
Intussen is opvallend, hoe weinig aandacht er te midden van het commerciële gejuich in de Nederlandse politiek en pers besteed wordt aan de geopolitieke consequenties van Ruttes handelszegetocht. Maar misschien is dat van schapen, waarvan er ook in Den Haag velen rondlopen zonder tevens nadrukkelijk in astrologische zin in het teken daarvan te zijn geboren, te veel gevraagd.
Dat meedoen aan een Chinese wereldbank, waarover de zeggenschap de facto natuurlijk volledig in handen van Peking blijft, niet alleen economische gevolgen heeft, maar ook op den duur van invloed zal zijn op de mondiale machtsverhoudingen, wordt veel te weinig meegewogen.
Europese kortetermijnsgretigheid staat hier tegenover Chinees langetermijndenken, een politieke herverkiezingshorizon van vier jaar tegenover denken in eeuwen, conform het antwoord van Zhou Enlai op de vraag van De Gaulle in de jaren zestig hoe hij aankeek tegen het belang van de Franse Revolutie: “Het is nog veel te vroeg om daarover te oordelen”.
Dat ziet men in Washington iets scherper dan in de Europese hoofdsteden. Obama heeft herhaaldelijk waarschuwingen laten uitgaan, nog laatst aan het adres van de Britten, om zich niet te lichtzinnig aan de Chinezen over te geven. Dat de belangrijkste Europese landen desalniettemin niet met Amerika één lijn hebben getrokken, tekent de verzwakking en onderlinge verdeeldheid van het Westen, waarbij iedereen voor z’n eigen voordeeltje gaat. Over enige decennia terugblikkend zou dit wel eens als een waterscheiding kunnen gelden op de weg van China naar de eerste plaats als mondiale supermacht.
Niet dat Amerika niet zelf mede schuld draagt aan deze uitkomst, door binnen de ‘eigen’ wereldbank en aanverwante instellingen koppig vast te houden aan een vorm van westerse dominantie die al langer niet met de werkelijke verhoudingen in de wereld spoort. Dat de Chinezen dan, uit begrijpelijke onvrede voor de geringe plaats die hen daarbinnen wordt gegund, voor zichzelf beginnen – en daarin veel eveneens door Amerikaanse stugheid verbitterde Aziatische landen meekrijgen – kan niet verwonderen.
Het wordt een toenemend probleem dat een groot deel van – vooral rechts – Amerika dit niet vermag in te zien. In dat opzicht bestaat de Republikeinse meerderheid in het Congres, waarmee Obama te kampen heeft, uit een verzameling verblinde idioten die Amerika – zie ook hun stupide reactie op de nucleaire deal met Iran en hun geborneerde steun aan Israël – steeds verder isoleert.
Een volkomen verknipt zelfbeeld over de eigen voorbeeldigheid, gepaard aan een grenzeloze overschatting van de macht van Amerika leiden ertoe dat zij nog steeds de rest van de wereld de wet willen voorschrijven, en daardoor juist buitenspel komen te staan – met kwalijke gevolgen ook voor ons.