Mark Rutte is van rubber, jammer hè?

03-09-2012 12:12

De linksen kunnen hoog of laag springen: ‘lachebekje’ Mark Rutte gaat de verkiezingen glansrijk winnen. En het grappige is: hij hoeft er amper iets voor te doen. De politiek-journalistieke goegemeente en haar pietepeuterige focus op Haagse roerselen heeft het nog niet door, maar in het hoofd van de meeste kiezers is Mark Rutte allang uitgegroeid als behorend tot de ‘hors categorie’, waar wannabe’s als Pechtold, Samsom, Sap, Buma, en ja ook Roemer nog volop examen voor moeten doen. De professionele ‘watchers’ mogen zich dan groen en geel zijn gaan ergeren aan de vermeende oppervlakkigheid en het almaar ‘weglachen’ van de problemen door Mark: voor de kiezer is hij hèt perfecte alibi om de verkiezingsdebatten over te slaan, lekker nog een avondje te bieren op de tennisclub en het hoofd op 12 september niet al te zeer te hoeven pijnigen.

Aan Mark weet je intussen ‘wat je hebt’ en hij is daarmee uitgegroeid tot de man aan wie je je geen buil kunt vallen, tenzij je één van de honderd of tweehonderd luidruchtige ‘principiële liberalen’ bent, die getalsmatig verwaarloosbaar zijn maar veel lawaai maken in de pers omdat ze, ach, ach, zo’n principiële moeite hebben met de homo- en zondagsdeals die Mark met de SGP sloot. Geloof mij: dat coalitietechnisch shoppen bij de refo’s (‘verraad!’ blèren ze in principiële kring) glijdt van Mark en de VVD af.

Euroschizo, net als wij
Waarom Mark niet stuk kan? En hij een halo van teflon om zich heen heeft hangen? Om te beginnen moet je van goede huize komen Mark een kopje koffie te weigeren. Hij beweegt zich met zijn halfnerveuze maar energieke vriendelijkheid gemakkelijk door elk milieu en tapt zowat in elk gezelschap wel uit een passend vaatje. Het is, samenvattend, uitgesproken lastig om een hekel aan hem te krijgen. Daarnaast heeft hij zich ontwikkeld tot de briljante vertolker van onze dubbelzinnige verhouding jegens Europa. De gemiddelde kiezer heeft een instinctieve afkeer van Brussel, laaft zich eindeloos aan schandaalverhalen over nutteloze regels en neuspeuterende bureaucraten aldaar, maar is als puntje bij paaltje komt te schijterig om het feestje te verlaten. Dus wat doet Mark? Hij frustreert de ‘visionairen’ bij het ontwerpen en doordrukken van hun democratisch nietgelegitimeerde vergezichten, blijft consistent hameren op het tuchtigen van de Zuid-Europeanen van wie hij (om Geert, waar mogelijk, leeg te plukken) op z’n minst suggereert dat ze lui en ongedisciplineerd zijn en zorgt, tot slot, dat hij op de cruciale ogenblikken niet in z’n eentje de Zwarte Piet krijgt toegeschoven, waardoor hij, als het écht spannend wordt, meebuigt met Frau Merkel. Het verdient misschien geen schoonheidsprijs allemaal – het lijkt een beetje op ‘catenaccio’, de gehate voetbalstijl uit Italië – maar het weerspiegelt tot in détail hoe de meeste Nederlanders zich op dit moment tot Europa verhouden. En dús gaat Mark – of ik of wie dan ook dat leuk vind of niet – straks winnend over de finish.

Rutte is Gardner
Waar hij óók goed zicht op heeft, méér dan zijn concurrenten, zijn de grenzen van het politieke bedrijf. Hoewel je in zijn positie tot op zekere hoogte wel een politiek dier moet zijn, begrijpt Rutte, de gewezen corpsbal, als geen ander dat kwinkslagen, gebbetjes, geintjes en een opgeruimd humeur een onmisbare onderdelen zijn van een succesvolle campagnemix. Wij, Nederlanders, zien niet graag mensen die voor honderd procent opgaan in zichzelf en hun boodschap (Samsom), narcistisch genieten van hun eigen zinsneden (Pechtold), hijgerig aanklampen bij de macht (Sap), ál te opzichtig overbluft kunnen worden (Roemer), jaren rond rennen als een keffend hondje (Wilders) of gekunsteld afdalen naar populistische beloftes (Buma). Rutte komt momenteel van alle kandidaten het dichtst in de buurt bij Chauncey Gardner: de tuinman en vleesgeworden nietszeggendheid uit de film ‘Being there’, die kiezers met een half woord menen te begrijpen en wiens seizoensmetaforen verwijzen naar een geruststellende wereld waarin niets wezenlijks zal veranderen.

Hoewel de campagneslogan ‘Geen gekke dingen met Mark’ op het VVD-partijbureau nooit goedgekeurd zou worden, is het in essentie wél de de meest kernachtige vertaling van zijn aantrekkingskracht op het electoraat en daarmee de reden waarom hij 12 september victorie gaat kraaien.

Hans van Willigenburg is journalist, schrijver, dichter, schrijftrainer, spreker en mede-oprichter van @stadslog010.