De scheidsrechter had nog maar net voor het laatst op zijn fluitje geblazen, toen Hans Kraaij jr. al naast de nog hijgende Mark van Bommel ging staan. De Arena was al praktisch leeg, want alle dagjesmensen waren weer met de trein op weg naar de provincie.
Het Nederlands Elftal had zojuist de eerste échte oefenwedstrijd in de EK-campagne verloren, want het slaapverwekkende en verloren niemendalletje tegen Bayern München vergeten we voor het gemak maar even. Of de aanvoerder van Oranje “toch een beetje pijn had”, vroeg Kraaij, want het was toch een vervelende avond geweest. Het werd een nogal ongemakkelijk gesprek, tussen de aanvoerder van het Nederlands Elftal en de sterreporter van campingzender SBS6.
Clichématig gezwam
Interviews aan de rand van het veld, direct na afloop van een wedstrijd zijn meestal zonder uitzondering tenenkrommend. De verslaggever stelt doorgaans een slechte vraag. “En?” vraagt hij dan. Ook kijkt de gemiddelde reporter daar altijd heel gewichtig bij, de wenkbrauwen ernstig gefronst, alsof de veiligheidssituatie in Syrië besproken wordt. De antwoorden die de voetballer dan geeft zijn ook uiterst voorspelbaar. Meestal verzandt het in clichématig gezwam over “druk zetten en de juiste intenties”. Ook Mark van Bommel ging als vanzelfsprekend een beetje brabbelen, toen Kraaij jr. de SBS-microfoon onder zijn mond duwde en met gefronste wenkbrauwen de volgende woorden sprak: “En?”
“Ja,” reageerde Van Bommel, “het is natuurlijk nooit leuk als je verliest.” Vervolgens wilde Kraaij het standaardinterview toch een beetje laten varen, en met de trotste aanvoerder van Oranje gaan discussiëren over de gekozen tactiek. De bondscoach had namelijk een strijdplan in elkaar gedokterd, waarbij er voor zowel Klaas-Jan Huntelaar als Robin van Persie een plekje in de aanval was. En dus speelde Van Persie en Van der Vaart op de flanken. Dat ging niet helemaal goed.
Diepte op de flank
“Of er niet diepte nodig was aan minimaal een flank”, vroeg de recordhouder van de snelste gele kaart ooit in de Eredivisie. “Ja maar Hans,” zuchtte Van Bommel, op een manier zoals eigenlijk Johan Derksen dat alleen kan, “dat is nou een hele mooie discussie.” Een discussie waar de Limburger duidelijk geen zin in had, getuige zijn lichaamstaal. Nog nooit een voetballer zo openlijk geïrriteerd zien vertellen dat de verslaggever van dienst niet serieus genomen wordt.
Toch had Kraaij wel een punt, want Oranje speelde voorspelbaar en had aanvallend weinig in te brengen. Bovendien werd er van het koppel Van Persie – Huntelaar niet veel vernomen, al scoorde de aanvaller van Arsenal op fraaie wijze. Reden genoeg voor de blonde SBS-reporter om de nummer 6 van Oranje toch nog even aan te pakken, want juist tegen die verdedigende Bulgaren moest je toch diepte aan de flanken hebben. Toch? “Ik heb geen zin in een tactische discussie,” zei een boze en licht ontvlambare Van Bommel.
Cruciale onderschepping
Dat hij geïrriteerd was zag je aan zijn lippen, die hij eerst met zijn tong nat maakte voor hij ging praten. Alsof hij zijn woorden met zijn natte lippen nog kan afkoelen, alvorens hij tot een woede-uitbarsting zou komen. Dat zag je aan zijn ogen, die vele seconden langs het gelaat van Kraaij gingen, in een poging de verslaggever weg te denken. En zag je het aan zijn immer fronsende wenkbrauwen, steeds maar weer. “Ik ben niet geïrriteerd, maar hier heb ik geen zin in,” reageerde een extreem geïrriteerde Van Bommel. Laat Van Bommel al zijn irritatie en gif omzetten in splijtende dieptepasses en cruciale onderscheppingen, en Oranje wordt fluitend Europees Kampioen. Met of zonder diepte aan de flanken.