Een vriendin, de menselijke reïncarnatie van Bambi met ellendig lange benen, is net terug gekomen uit Rabat. Als ik haar bel, is het eerste wat ze zegt: “Lau, je zou gek zijn geworden hier met je feministische attitude en blonde haar.” Ze vertelt me hoe vaak ze werd aangesproken door Marokkaanse mannen als ze samen met haar zusje over straat liep. Dat bleef niet alleen bij vreemde blikken en gebaren, ook seksistische opmerkingen waren orde van de dag. “En het ergste is dat ze me enkel met rust lieten als ik met mijn vriend over straat liep.”
Maar sommige Marokkaanse mannen waren ook heel positief en gaven haar complimenten waardoor ze het niet altijd als vervelend ervoer. Ze heeft gelijk: ik zou gek worden.
Ik deed een zomer promotiewerk op straat in Den Haag. U weet wel, een van die idioot vrolijke jongeren die u achterna rent met een NRC Handelsblad en roepen dat u toch hopelijk niet zo ver gezonken bent dat u de Telegraaf leest. Hierbij mijn oprechte excuses daarvoor.
Enfin, als autochtoon meisje, opgegroeid in een blanke omgeving, durf ik te stellen dat ik mijn menselijke vooroordelen doorgaans behoorlijk uitdaag. Tijdens die drie maanden kwam ik echter ongewild tot de volgende conclusie: de mannen die mij lastigvielen met seksistische opmerkingen, waren vooral Marokkanen. Dat gebeurde elke dag een stuk of drie keer.
Ook al begint het met een compliment, ik ervaar dat als lastig vallen aangezien ik me verzet tegen de veronderstelling dat ik enkel besta als een stuk vlees om hen als man een plezier te doen. Hoe ik ook reageerde – lees: negeerde – hier in Nederland eindigt het altijd met het woord ‘kankerhoer’ en een gevoel van onveiligheid.
Daarmee wil ik niets zeggen over een hele etnische groep of een religie, of Marokkaanse mannen in het algemeen generaliseren. Ik schrijf simpelweg over een persoonlijke ervaring en ben zeker niet de enige Nederlandse vrouw die hier, soms dagelijks, mee te maken krijgt.
De eerste stap is het erkennen van een probleem. Ja, ik vind het een probleem dat ik enigszins kan begrijpen waarom Guido van Woerkom zijn vrouw niet in de auto laat stappen bij een Marokkaanse taxi-chauffeur. Dat komt niet voort uit racisme, maar uit persoonlijke ervaring.
De vraag waar ik dan mee blijf zitten, is: waarom lijkt het zo gewoon voor Marokkaanse mannen om vrouwen op deze manier te bejegenen? Waarom wordt er alleen respectvol met een vrouw omgegaan als er een man in haar bijzijn is? Is zij alleen niet genoeg om te respecteren en je mening over haar uiterlijk voor je te houden? Is het een vastgeroeste cultuur? De puberteit in combinatie met jezelf bewijzen? Groepsdruk?
Ik heb het antwoord niet, dus laat het debat vooral beginnen.
Deze column verscheen eerder in De Moslimkrant.