De herhaaldelijke kritiek en vermoeiende ‘mag-ik-dat-zeggen-ja-dat-mag-ik-zeggen-grapjes’ waren de afgelopen jaren niet van de lucht, maar dit jaar is het opvallend stil. #DeMart bewijst andermaal een vakman te zijn. Gaat Nederland dan toch weer van hem houden?
Hoewel er, ongetwijfeld ook tijdens deze editie van de Tour de France, al tientallen columns over Mart Smeets zijn getikt, voel ik mij toch genoodzaakt om óók in de pen te kruipen. Mart Smeets is namelijk een icoon. Vind ik. Via de digitale kanalen die wij tegenwoordig tot onze beschikking hebben heb ik dat al dikwijls laten doorschemeren. Een Tourdag zonder #DeMart is ondenkbaar.
Wanneer een Thijs Zonneveld, een Edwin Winkels, een Tim Krabbé of ene heer Walsh aanschuift aan tafel, is het voor een beoefend gastheer een relatief koud kunstje om een uur amuserende televisie te maken. Maar wanneer zoals gisteren twee introverte en bovendien na een slijtageslag in de bergen gesloopte wielrenners aanschuiven, komt het aan op de capaciteiten van de presentator. Een uur lang een gesprek op gang moeten houden, terwijl je weinig respons krijgt is een verdomd pittig examen. De nestor slaagde met vlag en wimpel, ogenschijnlijk zonder moeite.
Voorafgaand aan de honderdste editie van de Ronde van Frankrijk was er een hoop te doen in de wielersport. Niet alleen in en om het peloton, maar ook daarbuiten. In Hilversum was de hamvraag wat men toch moest met deze ‘vervuilde’ sport. Aan Smeets was toen al toegezegd dat hij nog één jaar de Avondetappe zou mogen maken. Gelukkig maar. Het programma biedt de fietsfanaten zoveel meer dan Tour du Jour. De kijkcijfers bewijzen, ondanks het late tijdstip van het programma, dan ook dat de échte wielerliefhebber op de NOS afstemt.
De kritiek die Smeets de afgelopen jaren over zich heen kreeg was niet mals. Buitenproportioneel zelfs. En ja, hij is blij met zichzelf en spat niet van het scherm als de meest sympathieke vent ooit. En nee, tijdens de Olympische Spelen was het niet allemaal even briljant wat hij liet zien. Maar zijn dát steekhoudende argumenten, of gaat het om geleverde kwaliteit? Een dag Tour kijken zonder te eindigen aan de tafel van Mart, is als oud en nieuw vieren zonder vuurwerk en champagne. Dan mist er iets.
De romantiek van het wielrennen stroomt door zijn bloed. De passie waarmee hij praat is echt. Ik hoop oprecht dat Mart ons tot in lengte van dagen ’s zomers drie weken lang mag bijpraten over het mooiste wat Frankrijk op sportvlak te bieden heeft. Chin chin.