Als een kleuter drie lijnen op papier zet, dan zijn dat gewoon drie lijnen op papier, toch? Dat is niet bijzonder of geniaal en al helemaal geen Mondriaan of Picasso. Mijn ouders stimuleerden mij destijds om wat vaker naar een olifant te kijken zodat het voor hun ook duidelijk werd dat ik een olifant had getekend en niet een hunebed. Mijn onzekere en vooral valse gekras op een te klein viooltje van Chinese makelij werd gestimuleerd, maar ik werd niet a priori de hemel in geprezen omdat ik de nieuwe vioolbelofte á la Janine Jansen was.
Als kind leerde je wat je wél, maar vooral wat je niet kon, waardoor je in staat werd gesteld om een realistisch en solide zelfbeeld op te bouwen. Schadelijk voor de tere kinderziel? Welnee, hoogstens een zure appel op z’n tijd als een leraar op directe wijze te verstaan gaf dat je onder de maat had gepresteerd. Volgende keer beter, lang leve de frustratietolerantie!
Als medisch specialist in een academisch ziekenhuis krijg je dagelijks te maken met mensen die opgeleid moeten worden: geneeskundestudenten, co-assistenten en in mijn geval dokters in opleiding tot psychiater. Een heel peloton onderwijskundigen met de allerhipste inzichten van de laatste onderwijsconferentie staan ons terzijde en leren ons dat kritiek geven heus niet verboden is, maar uitsluitend volgens strikte procedures.
Een riskante situatie op de Eerste Hulp omdat iemand niet capabel genoeg blijkt te zijn? Je begint altijd met iets positiefs zoals ‘Ik merk dat je de laatste tijd echt gemotiveerd bent om te groeien, leuk joh!’. Dan de zorgvuldig verpakte hot potatoe ‘Ik begrijp dat je je vannacht wat onzeker voelde op de Eerste Hulp, herken je dat?’. Dus niet ‘Hey, wat flikte je nou? Die patiënt was er godverdomme slecht aan toe, omdat jij niet goed oplette!’. Nee dus. Je formuleert ‘verbeterpunten’ en vervolgens sluit je weer af met iets positiefs: ‘Fijn dat je zo openstaat voor feedback, dat is een hele mooie en volwassen houding’. Dit noemen we de sandwich- of hamburgermethode, die welig tiert in een tijdperk waarin kritiek van supervisoren door sommigen zelfs wordt beschouwd als ‘ongewenst en intimiderend gedrag’.
De generatie Y, ook wel ‘de Millennials’ die volgens deze methode zijn opgevoed, hebben impliciet de boodschap meegekregen dat ‘iets niet kunnen’ of kritiek zó verschrikkelijk gevaarlijk is, dat je het heel voorzichtig moet verpakken. Daarnaast heeft deze generatie van jongs af aan de boodschap meegekregen dat ze sowieso heel bijzonder en enorm getalenteerd zijn; waarvóór blijft meestal onduidelijk. Zoals een patiënt mij vertelde: ‘Mijn moeder zei altijd jij hebt zoveel talent, jij komt er wel’. Ze vergat er echter bij te zeggen dat hij wel hard zou moeten werken om dat talent uiteindelijk te kunnen ontplooien. Het gevolg van deze aanpak is een frustratietolerantiedrempel van lik m’n vestje!
Er zijn inmiddels voldoende aanwijzingen om te concluderen dat een stijgend aantal jongeren te kampen heeft met psychische klachten, zoals angst en depressie.
Naast het feit dat je aanleg moet hebben voor psychische klachten spelen omgevingsfactoren een hele grote rol in het ontwikkelen van eventuele klachten. In de VPRO-documentaire Alles wat we wilden, wordt een aantal jongeren gevolgd die eerlijk toegeven dat ze de druk van het eeuwige excelleren niet meer aankunnen. “Kom vooral nog niet áchter het plaatje kijken want ik ben het nog niet”, geeft een meisje eerlijk toe.
Ik zie als psychiater veel jongeren die stranden op het gebrek aan een realistisch zelfbeeld en vaak überhaupt geen idee hebben wie of wat ze zijn. Naast de mantra dat ze sinds hun geboorte ‘geniaal’ zijn, moeten ze vervolgens zorgen dat ze ‘succesvol’ ‘leuk’ ‘bijzonder’ en ‘gelukkig’ worden. Ik heb met deze generatie te doen die moet uitblinken op een moment dat ze eigenlijk nog nauwelijks iets kunnen en doelstellingen nastreven die onhaalbaar zijn, in de eerste plaats omdat ze veel te vaag geformuleerd zijn.
Logisch dat chronische onzekerheid, angstklachten en somberheid op de loer liggen. In dit licht is het excessieve drugs- en alcoholgebruik onder jongeren misschien een wanhopige poging om het spanningsveld tussen de gewenste werkelijkheid en de concrete werkelijkheid te reduceren? Sommigen verdenk ik er zelfs van dat een psychische klacht ze tenminste nog iets van identiteit verschaft in het ijle heelal waar deze unieke sneeuwvlokjes verdwaasd rondzweven.
Ouders van nu, geef kinderen de kans om een stabiele identiteit op te bouwen die geworteld is in de realiteit. We hebben niet meer patiënten nodig, maar mensen die weerbaar zijn en met de realiteit kunnen omgaan.