Nog nooit was de psychiatrie zo populair als nu. Gezaghebbers en medeburgers worden massaal voor gek verklaard door mensen die nog nooit de DSM, onze diagnostische standaard, hebben opengeslagen. Onze eigen minister president roept op om ‘normaal’ te doen, terwijl hij bij mijn weten niet meer kennis heeft van het brein dan Peter Jan Rens en Virginia. Uiteraard juich ik het toe als mensen mijn vak een warm hart toedragen en vooral als we nu eindelijk eens afkomen van het middeleeuwse stigma en de daarbij behorende schaamte.
Helaas moet ik constateren dat deze amateurs medische kennis misbruiken om de wereld naar hun hand te zetten, een zorgelijke en verkeerde ontwikkeling. Mensen die anders denken, doen of voelen dan jij ‘gek’ of ‘gevaarlijk’ verklaren is onjuist en moet bestreden worden. Psychiatrie is een medisch specialisme, dat zich bezighoudt met aandoeningen die betrekking hebben op gedrag, gevoel en denken. In die domeinen kunnen stoornissen optreden, die hun oorsprong hebben in ziektes zoals depressie, autisme, schizofrenie of persoonlijkheidsstoornissen.
Ook het feit dat beroepsgenoten in de Verenigde Staten handtekeningen verzamelen om Donald Trump ziek te verklaren is stuitend. Zij hebben hun ‘patiënt’ nog nooit onderzocht volgens de professionele standaard, baseren zich op uitspraken en gedrag vanuit de media en hebben vast niet op deze kandidaat gestemd. Stel je voor dat de neurologen aandringen op het afzetten van Trump omdat ze zonder onderzoek denken aan een hersentumor of epilepsie? De voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, Damiaan Denys, schreef recent een scherpe column in het Parool. Hij schreef:
“We hebben de normaliteit verengd tot een smalle strook, waarop slechts een minderheid zich wankel staande kan houden.”
Wat normaal is of niet heeft überhaupt geen scherpe grenzen. Zie het als een normaalverdeling, waarbij de grootste kans op normaliteit zich in het midden onder de curve bevindt en hoe verder in de uithoeken hoe groter de kans op afwijkingen.
In mijn praktijk zie ik veel kunstenaars die op hoog niveau functioneren, maar door de gemiddelde burger met hypotheek, vouwfiets en boterhamtrommel als abnormaal worden beschouwd. Het gaat in mijn vak in belangrijke mate om het functioneren: is iemand in staat om zich te gedragen conform de sociale normen en waarden die passen bij de heersende cultuur en tijdgeest? Anders geformuleerd, wie normaal is beantwoordt aan de norm van een specifieke sociale groep.
In zijn open brief schrijft Mark Rutte:
“We voelen een groeiend ongemak wanneer mensen onze vrijheid misbruiken om hier de boel te verstieren, terwijl ze juist naar ons land zijn gekomen voor die vrijheid. Mensen die zich niet willen aanpassen, afgeven op onze gewoontes en onze waarden afwijzen. Die homo’s lastigvallen, vrouwen in korte rokjes uitjouwen of gewone Nederlanders uitmaken voor racisten. Ik begrijp heel goed dat mensen denken: als je ons land zo fundamenteel afwijst, heb ik liever dat je weggaat. Dat gevoel heb ik namelijk ook. Doe normaal of ga weg.”
Rutte begrijpt dus niet dat bepaalde sociale groepen hun eigen normen en waarden hebben, waarbinnen het lastigvallen van homo’s helemaal niet als afwijkend wordt beschouwd. Om de mores van sociale groepen of culturen te veranderen heb je decennia of misschien wel eeuwen nodig. Pas vanaf 1791, sinds de Verlichting, was het in de Westerse wereld niet meer strafbaar om homoseksuele handelingen uit te voeren en pas vanaf 1973 werd deze seksuele voorkeur niet meer als psychiatrische ziekte beschouwd.
We dachten ooit dat de multiculturele samenleving de kroon zou zijn op het maakbaarheidsdenken, als een soort moderne toren van Babel, waarin iedereen elkaar zou verstaan. Inmiddels moeten we accepteren dat de normen en waarden van andere culturen niet altijd in lijn zijn met de onze, maar dat we ze niet als ‘abnormaal’ mogen afdoen; ze passen immers bij die specifieke cultuur.
De patriottische reactie zowel hier als in Amerika is nieuw en past bij een veranderende cultuur en tijdgeest. Guess what: ook dat is dus normaal!