Het meisje op de Groenburgwal

08-07-2016 16:13

Er ligt een meisje op de Groenburgwal. De avond is fris in Amsterdam. Het is donker, maar het meisje wordt verlicht door een lantaarnpaal. Ze ligt op straat en doet niets. Mensen lopen langs haar heen. Het meisje draagt een strakke broek en witte schoenen. Ze heeft het koud, dat kun je zien, ze rilt op de grond onder de lantaarnpaal; ze is alleen in de drukke stad. Niemand spreekt haar aan. Een paar jongens komen dichterbij, ze pakken hun mobiele telefoons en beginnen het meisje op de Groenburgwal te filmen. “Voor op YouTube”, zegt er een tegen een mevrouw. Het zweet breekt me uit als ik het lees.

Een hoopje mens rillend van de kou

Het meisje is die middag als vermist opgegeven door de psychiatrische instelling waar zij is opgenomen. Ze is suïcidaal. Haar behandelaars maken zich zorgen en de politie is naar haar op zoek. Uit pintransacties blijkt dat er die dag met haar pas geld is opgenomen bij een pinautomaat op het Rembrandtplein, vijf minuten lopen van de lantaarnpaal.

Het meisje ligt er al een uur. De jongens weten niets van haar, maar spreken haar niet aan. Ze zien op hun schermpje alleen een hoopje mens rillen van de kou. Voor straks op YouTube.

Gezakt voor het vak burgerplicht

Waarom doen de jongens niets? Waarom doet er al een uur niemand iets? De jongens filmen zoals ze waarschijnlijk de dag ervoor het concert filmden waar ze stonden. Toeschouwers, die online bewijzen dat ze ergens bij waren of dat ze getuigen waren van iets opmerkelijks.

Welke motieven ook de voorrang kregen, ze zijn gezakt voor het vak burgerplicht, op de onderdelen inlevingsvermogen, verantwoordelijkheid en gedrag. Het verzaken van je burgerplicht is strafbaar. Volgens artikel 450 van het Wetboek van Strafrecht heeft iedere burger de plicht om een ander te helpen als die in levensgevaar verkeert. Help je niet en overlijdt het slachtoffer, dan kun je maximaal drie maanden de gevangenis in of er is een geldboete.

In dit geval komen de YouTube-jongens met de schrik vrij. De vrouw, die ze vroeg waarom ze filmden en niet hielpen, ontfermt zich wel over het meisje en belt 112. Als de ambulance arriveert wordt ze nagekeken en blijkt dat ze al onderkoeld is. Via de spoedeisende hulp komt het meisje uiteindelijk terug in de instelling waar ze weggelopen was.

Dit huftergedrag is maatschappelijk onacceptabel

Eind goed al goed? Nee! Het huftergedrag van de jongens is maatschappelijk onacceptabel. De mogelijkheid dat zij de ernst van de situatie niet inzagen, maakt hun opstelling niet opeens aanvaardbaar. Ik vraag me af welke signalen deze knapen überhaupt nodig hebben, om te zien dat iemand hulp nodig heeft. Als het meisje het had uitgeschreeuwd van de pijn, was de voorrang om het te filmen mogelijk nog groter geweest.

Dit gedrag staat niet op zich. Huftergedrag op straat is er in veel gradaties en het is volksergernis nummer één. Ik beken, dat ik mij er in een haastbui ook wel eens schuldig aan gemaakt heb. Maar ook haast is geen excuus.

Is er iets aan te doen? De wet aanscherpen, dat iemand die zijn helpende handen in z’n zakken houdt – of gebruikt voor ‘leuke’ filmpjes – ook zonder sterfgeval strafbaar is? En hebben we dan zin, om mensen die hun burgerplicht verzaken aan te houden, op te sporen en te straffen?

Dit is een land van rechten, niet van plichten. Voor rechten maken we graag stampij, voor plichten duiken we liever weg. Ik vrees dat er een morele tanker van koers moet veranderen. Dat gaat heel traag, maar waarom zou dat niet beginnen met het aanscherpen van artikel 450?

Deze column werd eerder gepubliceerd op RTL Z.