Column

Meninkjes, al die meninkjes!

14-03-2013 16:03

“Wat je vindt moet je naar de politie brengen, jongen.” Dat heb ik mijn vader vaak horen zeggen toen ik jong was. Nu, een jaar of wat later is het bijna het omgekeerde. Soms voel ik me een beetje schuldig als ik ergens geen mening over heb. Als het me geen donder kan schelen wie bij Buitenhof zat en wat hij zei. Of als ik op twitter kijk en denk: tja, daar heb ik ook weinig aan toe te voegen.

Ik zag mensen driftig twitteren over het aftreden van burgemeester Bats en alles wat ik dacht was: da’s verdomd lullig voor die man. En voor zijn vrouw en kinderen. Verder vond ik er niet zoveel van. Oprecht niet.

Zelf heb ik ook wel eens meninkjes. Over dit of over dat. Vaak omdat ik me er oprecht boos over maak. Ik vind de één een incompetente lul en de ander een goedbedoelde sukkel. Ik vind het één briljant en het ander bizar. En ik twitter dat zelfs nog wel eens. En meestal denk ik later: da’s misschien toch wat kort door de bocht. Of, nog erger, het gebeurt me wel eens dat ik later denk: da’s eigenlijk heel dom. Soms al binnen tien minuten.

‘Die lul met vingers van een minister’

Het is niet alleen op twitter of facebook. De gretigheid waarmee ‘s lands politici of opiniemakers voor de tv of op de radio hun zielenroerselen met ons delen is deerniswekkend  De verslaggever vraagt of u het ook zo verschrikkelijk vindt dat A iets heeft gedaan tegenover B? Ja, weerzinwekkend. Gestoord. Dit soort gekken. De samenleving gaat naar de klote. Hier moet de politiek iets aan doen. En vooral die minister, die lul met vingers van een minister. Vindt u ook dat we de daders moeten opknopen aan de hoogste boom? Jazeker; geen boom is hoog genoeg. En de rijken, die ook. En Europa. Vergeet ook links niet. Of rechts. De verslaggever vraagt, u draait. Je moet toch wat om op TV te komen.

Alles is verschrikkelijk, bizar, idioot, waanzinnig, buiten alle perken, niet van deze wereld, ontoelaatbaar, weerzinwekkend, bij de beesten af.

Wat vond ik van Loek Hermans?

Ik heb het ook gedaan hoor. Je schuift wel eens ergens aan waar je iets moet vinden over van alles en nog wat. Van wat die heeft gezegd over die ander of wat ik vind van de overwinning van die voetbalclub op die ene waarvan iedereen toch verwacht had dat die zou winnen. Dit is geen inzicht dat de mensheid vooruit zal helpen, dacht ik vaak als ik mezelf in ronkende zinnen hoorde antwoorden, maar godzijgedankt: ik vind iets. Ze nodigen je tenslotte niet uit om een half uur in je koffie te roeren.

Vorige week werd ik gebeld door een journalist van een actualiteitenprogramma. Of ik vond dat Loek Hermans moest terugtreden als VVD-fractievoorzitter in de Eerste Kamer naar aanleiding van een gelekte versie van een rapport over zijn rol als toezichthouder. Ik vond er eigenlijk helemaal niks van, zei ik ‘m. Als ik er toch iets van vond kon ik hem altijd bellen, zei hij nog om me een hart onder de riem te steken.

Ik word een gezelligheidsmeninkjesspuwer

Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen. Ik vind en vond van alles en dat zal ik blijven doen. Soms vind ik ook dingen die kort door de bocht zijn. En ja, dat pleeg ik ook af en toe te moeten delen. Bijvoorbeeld via deze column. Maar vaker zal ik proberen om te denken aan wat mijn vader altijd zei: wat je vindt moet je naar de politie brengen. Als meninkjes spuwen gelijk stond aan roken, dan zal ik alleen nog op feestjes en partijtjes roken. Ik word een gezelligheidsmeninkjesspuwer, zeg maar.

Wat is het zalig om ergens niks van te hoeven vinden, gewoon je schouders ophalen en denken: tja, ik weet het niet. En dat maakt ook eigenlijk geen donder uit, want voor mij tien anderen.