Column

Mijn geschiedenis met Bouchra van Persie

31-05-2012 16:21

Voetbalvrouwen, hoe succesvol ook, verschillen psychologisch in niets van andere vrouwen. Ze gaan voor safe. Dat doen de meeste vrouwen. Ze willen aanbeden worden. Dat willen de meeste vrouwen ook. Na het lezen van de EK-column van Paul Onkenhout in de Volkskrant van vandaag (30 mei), over Bouchra van Persie, zie ik mij daarin bevestigd. Toch kan ik een glimlach niet onderdrukken. Bouchra en ik hebben namelijk een geschiedenis.

“Dankzij Bouchra van Persie zijn we dinsdag ontsnapt aan de eerste echte Oranje-rel,” schrijft Onkenhout naar aanleiding van de toewijzing van rugnummers door het KNVB. Hierbij kreeg Robin van Persie nummer 16 en Klaas-Jan Huntelaar het felbegeerde nummer 9. Kenners schijnen hieruit te kunnen aflezen hoe de verhoudingen binnen het team liggen. Dat Van Persie heeft afgedaan ten faveure van Huntelaar, bij voorbeeld. Maar Bouchra maakte via een tweet wereldkundig dat Van Persie met nummer 16 speelde vanwege de geboortedag, 16 november, van hun zoontje Shaqueel. Niks meer en niks minder. Wat de columnist doet concluderen dat we dankzij Bouchra van Persie zijn ontsnapt aan een Oranje-rel. Chapeau, Bouchra!

Relletje
Persoonlijk herinner ik mij haar als iemand die geenszins beducht is voor een relletje. Die zo dwingend is in haar zienswijze dat je je met recht kunt afvragen of het ooit nog wel goed komt. Ik heb lange tijd niet eens geweten dat het om dezelfde Bouchra ging. Hoe kon ik vermoeden dat iemand die andere Marokkanen hartgrondig de maat neemt wanneer ze een vrije moraal voorstaan, de vrouw zou kunnen worden van de niet-Marokkaanse Robin van Persie?

Slechts één keer heb ik haar ontmoet. Dat was naar aanleiding van mijn debuutroman De dagen Sjaitan, in het jaar 2000. Voor een NPS-televisiereportage liet ik mij destijds verleiden tot een kort debat met enkele leerlingen van de school waar ik de havo had doorlopen, onder toeziend oog van de docent Nederlands. Een van de deelnemers aan dit debat was, u raadt het al, Bouchra. Een fijn rond gezicht had ze, omkranst door krullerige lokken van goudbruin.

Ik kreeg meteen de wind van voren. Ze was onvermurwbaar in haar afkeuring van mijn boek. Het was commerciële nestbevuiling, vond zij. Verraad, vond zij. Want door mijn boek zou de autochtone Nederlander, die Marokkanen toch al niet hoog had zitten, bevestigd worden in zijn vooroordelen. En wie was ík nou helemaal om de islam te beledigen? Volgens Bouchra deed ik dat bijvoorbeeld door mijn Marokkaanse hoofdpersoon te laten genieten van een broodje varken. Effectbejag, vond zij, om in het gevlei te komen bij de Nederlander. Ook beschuldigde ze mij van zaken die ze absoluut niet kon weten. Ze wist zeker dat ik in mijn tweede boek hetzelfde zou doen als in mijn eerste. Dat deden alle schrijvers die ergens succes mee hadden, wist zij. Dat ze zo fel was, maakte haar begeerlijk en onweerstaanbaar. Ze was raadselachtig. Niets begreep ik van haar gepantserde minachtig, die niemand anders deelde.

Nederland
Ik hoefde gelukkig niet lang te raden naar haar beweegredenen. Van de docent Nederlands vernam ik onder het nuttigen van een kopje koffie in de docentenkamer hoe het zat. Dat zij altijd een opstandige jongedame was geweest, vrijheidslievend ook, die leven wilde zoals zij dat wilde. En die niet lang geleden naar Marokko was gestuurd door haar vader, bij wijze van straf, omdat ze zich niet had willen schikken naar zijn regels. Op voorwaarde dat ze zich zou aanpassen, mocht ze terug naar Nederland komen. Wat zij deed. Ze schikte zich. En mocht blijven. Met als gevolg dat ze een ietwat dwingende persoonlijkheid ontwikkelde jegens andere Marokkanen. Toen viel het kwartje. Bouchra had mij aangevallen om in Nederland te kunnen blijven.

Jaren later ontmoette ik een van de andere deelnemers aan het debat van toen. We haalden herinneringen op. Smakelijk wist hij me te vertellen dat Bouchra inmiddels was getrouwd met de beroemde voetballer Robin van Persie. Ik was positief verbaasd. Aan de ene kant omdat het om dezelfde Bouchra ging als die mij destijds het vuur na aan de schenen had gelegd, aan de andere kant omdat zij ondanks die turbulente jaren van haar jeugd het toch maar had geschopt tot de vrouw van een van de beste voetballers ter wereld.