Nu de verkiezingen steeds dichterbij komen, wordt het elke dag een stukje spannender wat er uit de hoge hoed gaat komen op 9 juni. De campagnes zijn in volle gang, de weg naar de stembus lijkt het gesprek van de dag. Mijn nieuwsgierigheid dwingt mij mensen naar hun aanstaande stem te vragen. Tot mijn spijt denken steeds meer van hen hardop aan de PVV. Een slechte keuze.
In alle eerlijkheid, bij de vorige verkiezingen stond ook ik blind achter Wilders. Mijn stem had hij gegarandeerd gekregen, ware het niet dat ik destijds nog maar zeventien was. Nu kan ik er om lachen, maar wat had ik een bord voor mijn kop. Nationalistisch als een heuse patriot was ook ik stellig ervan overtuigd dat de grote stroom allochtonen ons weinig goeds zou brengen.
Aanpassen
Nog steeds ben ik van mening dat mensen wanneer zij hier komen zich dienen aan te passen. Zij die werken en de taal meester zijn – een niet te onderschatten combinatie – zijn van harte welkom. Criminelen of uitkeringstrekkers zonder enige ambitie voegen naar mijn opinie nog steeds vrij weinig toe. Sterker nog, ze zijn hier meer tot last.
Laten we uitgaan van het positieve; de allochtoon van goede wil. Als deze mensen hier hun steentje bijdragen aan de maatschappij, wat is er dan in godsnaam op tegen dat zij een hoofddoek dragen? Ik zie weinig problemen. Een boerka is een heel ander uiterste. Dat aangaande zeg ook ik: doe dat nou niet.
Wilders kent een aantal prima standpunten, maar op bepaalde vlakken slaat hij door. Hij wenst hoofddoekjes in openbare gebouwen te verbieden. Wat een nonsens. Laat hem zich alsjeblieft wat extra inspannen tegen straatterrorisme, want op dat punt kan ik me achter hem scharen. ‘Oppakken, opsluiten, en uitzetten.’
Generaliseren
Echter, wat mij nog het meest tegen de borst stuit, is het populisme en het generaliseren van Wilders. ‘Henk en Ingrid’ in plaats van ‘Ali en Fatima.’ De ‘kopvoddentax’. Om nog maar te zwijgen over zijn afgrijselijke optreden in Engeland, waar hij de Turkse premier uitschold en verklaarde liever niets met de EU te maken te hebben. Allemaal opzichtige provocaties en bovendien erg slecht voor het mondiale beeld over ons kikkerlandje. Zijn geschreeuw zorgt er puur voor dat de spanningen hoger oplopen, en de onderlinge acceptatie verwdijnt.
Wanneer je zo’n grote mond hebt, maar vervolgens bij geen enkel debat komt opdagen, doe je iets niet helemaal goed. Als hij daadwerkelijk minister-president van Nederland wil worden, moet er een hoop veranderen. Ik zie dat niet gebeuren. Mijn stem krijg je niet.
Joost Bakker (21) is student journalistiek, was als puber voor Wilders maar legt als jonge kiezer de vinger op de zere plek van de voorman van de PVV.