Vandaag moeten Kamerleden tekenen voor geheimhouding, voor plannen die al massaal en doelbewust door de regering zijn gelekt. Dat is minachting voor de bevolking. Die krijgt plannetjes voorgehouden, die niemand kan controleren. En dat is minachting voor de oppositie. Die kan zijn werk niet doen, maar wordt wel verdacht gemaakt. Rutte is een pyromaan die waarschuwt voor brandgevaar: ons laten tekenen voor geheimhouding, terwijl hij zelf al wekenlang het vuur opstookt.
Rutte zegt dat hij het ook spijtig vindt dat er zoveel wordt gelekt. Maar dan moet hij zijn verantwoordelijkheid nemen. Door een onderzoek in te stellen. Maar dat durft de premier niet, omdat hij ook wel weet waar de lekken vandaan komen. Daarom heb ik hem gevraagd alle voorstellen naar de Kamer te sturen, zodat de oppositie de plannen kan beoordelen. Dat weigerde Rutte echter ook. Daarmee laadt de premier de verdenking op zich dat hij het selectief lekken van de stukken wel best vindt.
Ik snap best waarom de coalitie elk jaar selectief de plannen voor Prinsjesdag lekt. Daarvoor hebben ze immers mensen in dienst. Duurbetaalde voorlichters, niet zelden afkomstig uit de journalistiek. Daarom wil ik de premier voorstellen al die voorlichters te ontslaan – dat is ook nog eens een mooie bezuiniging. Ik heb ondertussen geleerd dat sommige politici het lekken gewoon niet kunnen laten.
Ervaren rotten in Den Haag hebben mij nog wat anders geleerd: veel lekken in de media betekent slechte verhoudingen in de coalitie. Dat stemt mij dan wel weer gerust.