Laten we computers oorlog voeren? Die vraag moeten we beantwoorden, nu onbemande drones zelf kunnen besluiten over het leven van mensen. Maar hoe kunnen robots ‘menselijke’ besluiten nemen? En wat is in een oorlog ‘menselijk’? Technologie is een veruiterlijking van de mens, maar confronteert ons ook met onszelf. Met de vraag wie wij eigenlijk zijn.
In elke cultuur vertellen mensen elkaar verhalen over hun oorsprong. Voor het begin van onze beschaving wordt vaak verwezen naar het oude Griekenland. Een van de verhalen die de oude Grieken elkaar vertelden was de mythe van Prometheus, over het ontstaan van de mensheid. Een mooi verhaal, over de moeizame omgang van de mens met de technologie.
In de Griekse mythologie werd de aarde oorspronkelijk bewoond door reuzen (‘titanen’), die echter werden verdreven door de goden (in een ‘titanenstrijd’), onder leiding de van oppergod Zeus. Prometheus (‘de vooruitdenkende’) was de zoon van een titaan, die van Zeus de opdracht kreeg om uit leem mensen te maken, naar het evenbeeld van de goden.
Maar deze mensen waren erg dom. Daarom stal Prometheus het vuur (het symbool van beschaving) van de goden en gaf dat aan de mensen. Die leerden toen metaal te bewerken en technologie te ontwikkelen: het begin van onze beschaving. Maar deze beschaving was gestolen, het is niet aan de mens om de aarde te regeren. Dat leidde tot een vreselijke wraak.
Zeus stuurde de mensen de doos van Pandora, waaruit ziekten en rampen zich over de wereld verspreidden. Prometheus werd vastgeketend aan een berg, waar een arend elke dag zijn lever (met gal) kwam uitpikken, een straf die eeuwig moest duren. Dit is de pijn van Prometheus, de prijs van de beschaving. Omdat wij niet in staat zijn de techniek te beheersen.
“Daar hing hij dan, de kleinzoon der goden, in rechtstaande houding, zonder ooit de wankelende knieën te kunnen buigen of slaap te vinden voor de moede ogen. Spijs en drank werden de ongelukkige onthouden; in plaats daarvan vrat een arend dagelijks zijn lever weg, die echter voortdurend aangroeide.” (Uit: Gustav Schwab, Griekse mythen en sagen)
Onze beschaving kent vele bronnen, naast de Griekse cultuur ook die van het christendom. Het verhaal van Adam en Eva, die zich liet verleiden door de slang en at van de verboden boom der kennis. Onze cultuur heeft ook haar moderne mythen, zoals het Faust-verhaal van Goethe. Over de wetenschapper die zijn ziel verkocht aan de duivel, ook in ruil voor kennis.
Mooie verhalen, over het menselijk tekort. Over het ontstaan van onze eigen technologie en waarom we die toch niet in de hand hebben. Hoe we telkens onze eigen wereld scheppen, waar we ons echter ook niet veilig voelen. Omdat de technologie ons altijd weer verrast en voor problemen stelt. Die we dan weer met nieuwe technologie proberen op te lossen.
Met Prometheus is het uiteindelijk goed afgelopen. Zeus bleef eeuwenlang doof voor het smartelijke roepen van deze ‘verrader’. Totdat Herakles – een held en een zoon van Zeus – op een van zijn trektochten door de Kaukasus trok en daar hoog aan een berg de lijdende Prometheus aantrof: ‘Hij schoot de arend en bevrijdde de gevangene uit zijn gruwelijke foltering.’
Prometheus werd verlost, maar het lot van de mensen was bezegeld. Wij bleven worstelen met de technologie – tot de dag van vandaag. Ik vind niet dat we computers oorlogen moeten laten voeren. Waarom zouden we deze ‘beschaving’ aan robots doorgeven, als we daar zelf nog zo weinig van snappen? De mythe van Prometheus leert dat we niet moeten spelen met vuur.