Column

‘Moslims zijn niet zoals wij’

08-01-2015 11:50

‘Pak extreme moslims aan. En extreme Nederlanders ook’ kopte NRC Handelsblad deze week in een hoofdredactioneel commentaar. Het is een welwillend stuk, in de zin dat de krant de overheid oproept om fysiek en verbaal geweld van beide partijen even hard te bestrijden. Maar in de kop en oproep zit ook meteen een deel van het probleem gevat: moslims en Nederlanders zijn in de ogen van NRC twee verschillende, misschien zelfs wel tegengestelde groepen. De boodschap is dat moslims niet behoren tot ‘ons’. Communicatiewetenschapper Anouk van Drunen promoveerde afgelopen november op precies deze thematiek: de framing van moslims in Nederlandse media en de effecten daarvan op het publiek.

Kaders om verhalen te vertellen

Frames zijn de kaders die de media gebruiken om belangrijke nieuwsgebeurtenissen in te vertellen. Een frame is een keuze: er zijn altijd meerdere invalshoeken mogelijk. De manier waarop een onderwerp gebracht wordt, heeft een effect op hoe we denken over dat onderwerp, in dit geval dus moslims. Publieksframes zijn dan specifieke constructies van de werkelijkheid die in een maatschappij worden gedragen.

Het proefschrift is opgebouwd uit drie afzonderlijke studies: één richt zich op frames in de media, één op frames onder het publiek en de derde op de effecten.

Buitenlandse bedreigingen en binnenlandse vreemdelingen

Van Drunen begon met het analyseren van frames in kranten. Ze selecteerde vier frames die het meest prominent naar voren komen in wetenschappelijke literatuur: (1) een probleemframe , waarin moslims geassocieerd worden met problemen als criminaliteit, gebrekkige integratie en geweld; (2) een bedreigingsframe, waarin moslims gebracht worden als bedreigend voor de economie, cultuur of veiligheid; (3) een homogeniseringsframe, waarin alle moslims gezien worden als één, uniforme groep zonder afzonderlijke, individuele verschillen; en (4) een anders-zijn frame, waarin wordt benadrukt dat moslims anders zijn dan ‘wij’.

Vervolgens mat ze in hoeverre deze frames aanwezig waren in de Nederlandse kranten. Ze onderzocht de periode september 2010 tot en met maart 2011 – de tijd van de Arabische Lente en de rechtszaak tegen Wilders. In die periode verschenen er 3152 artikelen over moslims, waaruit Van Drunen een steekproef trok van 1653 artikelen. Daarop werd een handmatige, kwantitatieve inhoudsanalyse uitgevoerd.

In bijna tachtig procent van de artikelen waren een of meerdere van deze frames aanwezig. In ongeveer de helft van de artikelen kwamen het probleemframe en het homogeniseringsframe voor; het bedreigingsframe zat in een kwart; en het anders-zijn frame bij 11 procent. Er was een verschil tussen binnenlands en buitenlands nieuws. Bij buitenlands nieuws werd vaker het probleem- en bedreigingsframe gehanteerd, bij binnenlands nieuws het homogeniseringsframe en het anders-zijn frame. Als het dus gaat over moslims in Nederland, presenteren kranten hen vaker als één groep die afwijkt van Nederlanders. Het zijn vooral moslims in het buitenland die worden gebracht als gevaar.

Weerstand tegen negatieve berichtgeving

In de tweede studie onderzocht Van Drunen de frames die leven onder het publiek. Ze verstaat hieronder “individuals’ shared mentally stored structures of information about a certain issue or object” (p. 51), oftewel gedeelde denkstructuren. Zo’n publieksframe kan zich vertalen in opvattingen. Om te achterhalen welke publieksframes er zijn, hield Van Drunen een survey onder 520 respondenten. Ze vroeg hen naar gedachtepatronen – de titel van dit stuk is ontleend aan zo’n patroon. Hieruit kwamen (1) een probleemframe, waarin de aandacht wordt gevestigd op moslims als probleem in termen van religie, integratie en conflict; (2) een Islam-frame, dat focust op religie en leven volgens de regels van de Koran; (3) een afkomstframe, waarin wordt gesteld dat moslims een out-group zijn vanwege hun niet-Nederlanderschap; en (4) een cultuurframe, waarin wordt gesteld dat moslims een out-group zijn vanwege een andere cultuur.

Deze vier frames werden omgezet in stellingen. Een groep van aanvankelijk 1007 respondenten (allen niet-moslim) werd op vier momenten (met steeds twee maanden ertussen) ondervraagd over deze stellingen en hun blootstelling aan media. Individuele opvattingen over moslims werden gemeten door te vragen naar hoe bereid de respondent was moslims uit te sluiten. Zo kon vastgesteld worden of media een effect hebben op attitudes.

De resultaten laten iets opmerkelijks zien: als individuen vaak media lazen waarin moslims als probleem werden neergezet, hanteerden zij zelf minder een probleemframe. Negatieve berichtgeving leidde dus tot positievere opvattingen. Mogelijk komt dit omdat mensen vandaag de dag zich meer bewust zijn van negatieve framing in de media en zich daar tegen verzetten. Wel bleek dat mensen die moslims als probleem en/of die moslims als out-group zien door de tijd heen meer bereid waren hen uit te sluiten.

Immigranten zijn gevaarlijker dan moslims

In de laatste studie verdiept Van Drunen zich verder in het bedreigingsframe. In de afgelopen jaren zijn steeds andere groepen als bedreiging benoemd: ging het eerst om ‘buitenlanders’, werd het later ‘moslims’ of – zoals de PVV bij de gemeenteraadsverkiezingen – specifiek ‘Marokkanen’. Er kan de nadruk worden gelegd op politieke status (immigrant, asielzoeker), op religie, op ras, op etniciteit of nationaliteit. Het gaat dus om verschillende identiteitslabels. Van Drunen was benieuwd of er verschillen waren in de manier waarop mensen over groepen denken als ze worden aangeduid als immigrant of als moslim. Ze verwachtte dat moslims ‘makkelijker’ te bekritiseren zijn omdat immigranten een cultureel te diverse groep vormen. Ik zou hieraan toe willen voegen dat in kritiek op moslims religie vaak wordt gezien als keuze, terwijl afkomst gezien wordt als een gegeven.

Ze hield een surveyexperiment met drie condities. Respondenten werden gevraagd naar verschillende soorten bedreigingen: (1) individuele economie; (2) collectieve economie; (3) individuele veiligheid; (4) collectieve veiligheid; en (5) bedreiging van de autochtone cultuur. In de eerste conditie werd aan statements hierover toegevoegd ‘vanwege immigranten’; in de tweede conditie ‘vanwege moslims’; en in de derde conditie ontbrak een dergelijke toevoeging. Er namen 372 respondenten deel (allen geen moslim).

Er waren significante verschillen tussen de condities met immigranten en moslims enerzijds, en de conditie waarin die toevoeging er niet was. De verschillen tussen de immigranten- en moslimconditie waren niet significant. Opvallend is dat in de immigrantenconditie meer gevaar werd gezien dan in de moslimconditie. Net als in de vorige studie oppert Van Drunen als mogelijke verklaring dat mensen zich bewust verzetten tegen negatieve berichtgeving over moslims. Wel bleek dat er een grotere samenhang was tussen de verschillende soorten bedreigingen als die werden toegeschreven aan moslims. Mensen vreesden dus sneller voor hun veiligheid én cultuur als het om moslims ging.

Conclusies en implicaties

Het proefschrift van Van Drunen laat zien dat zowel media als publiek een negatief beeld van moslims hebben en neerzetten. Blootstelling aan negatieve frames kan echter negatieve opvattingen verminderen. Dat is een resultaat dat hoopvol stemt: lezers zijn geen sponsjes die klakkeloos berichtgeving overnemen. De waarde van het proefschrift ligt daarnaast in de vele uitsplitsingen die er worden gedaan: hoe ziet de berichtgeving eruit, welke frames zijn populair, welke bedreigingen worden het zwaarst gezien? Angst voor en afkeer van moslims is gelaagd en complex.

Terwijl ik dit stuk schreef vond in Parijs een aanslag plaats waarbij de daders in perfect Frans geclaimd zouden hebben van Al Qaida in Jemen te zijn. Ongetwijfeld zullen sommige mensen hierin hun idee bevestigd zien dat moslims wereldwijd een homogene groep vormen die op alle vlakken een bedreiging vormen voor hun bestaan. Er zullen ook mensen zijn die dat niet vinden en die zich verzetten tegen een dergelijk frame. Welke kant ook op, het is goed om stil te staan bij de frames die je voorgeschoteld krijgt in de media, de frames die je zelf hanteert en de effecten die zij hebben op je opvattingen.

Het proefschrift They Are Not Like Us: How Media and Audiences Frame Muslims is online vrij toegankelijk.