De hele regering was vorig jaar stomverbaasd over een naheffing van netto 642 miljoen euro (bruto 1,1 miljard) die voortvloeide uit de herberekening van het bruto nationaal inkomen (bni). In het voorjaar had minister Dijsselbloem nog gezegd dat een herziening van dat bni niet tot een naheffing zou leiden. Dat bleek in oktober toch het geval te zijn en Nederland moest nabetalen. Minister-president Rutte en minister Dijsselbloem waren boos en geïrriteerd. Dijsselbloem zei op 24 oktober voor de camera: “Blijkbaar is er een tabel op internet gezet zonder dat er van tevoren iets aan lidstaten is gemeld.” Vervolgens eiste hij op hoge toon uitleg, inzage in de berekeningen én het recht om later te mogen betalen.
De berekeningen blijken gecontroleerd te zijn door de lidstaten in een Eurostat vergadering. Daarbij heeft geen van de aanwezige landen ook maar één vraag gesteld over de berekening van een ander land, zo blijkt uit de notulen van de vergadering. Wij nodigden de voorzitter van die vergadering uit in de Tweede Kamer en daar bevestigde zij dit ten overstaan van de Kamercommissie. De Europese Rekenkamer had al zeer vergaande kritiek op de herberekeningen en deed zeer scherpe aanbevelingen. Die zijn nog niet opgevolgd.
Ondanks een debat en Kamervragen, weigert de regering openheid over de kwestie. Journalisten vragen voortdurend om openheid. De Telegraaf deed een Wob-verzoek in Nederland en een Eurowob-verzoek in Brussel. Zij krijgen geen antwoord.
Ondertussen doet de regering een vluggertje in de Kamer. Zij besluit om geen gebruik te maken van de mogelijkheid om later te betalen en op 21 november 2014 dient zij een wetsvoorstel in (de Najaarsnota) om de naheffing nog in 2014 te betalen. Ondanks protesten en een amendement van het CDA om dat niet te doen, wordt deze wet op 18 december 2014 aangenomen door de Tweede Kamer. Natuurlijk zonder enige inzage in de documenten die erbij hoorden.
Nadat de betaling is goedgekeurd, publiceert de regering de afwijzing van het Wob-verzoek. Er wordt bijna geen document openbaar gemaakt en zeker niet het document van 17 oktober, waarin de Nederlandse diplomaten de naheffing melden aan vele ministeries. De grond is ook curieus:
“Het verstrekken van informatie blijft achterwege voor zover het belang van de betrekkingen van Nederland met andere staten en met internationale organisaties niet opweegt tegen het belang van de openbaarmaking van die informatie.”
Het gaat hier dus om informatie van de EU waarom Nederland extra geld moet betalen.
Bij een Wob-verzoek hoort een lijst met documenten die niet openbaar gemaakt worden. Van elk document weten we wanneer het gemaakt is en wie het geschreven heeft maar kennen we de inhoud niet. Hieruit blijkt ook dat Dijsselbloem al op 17 november vele mails over de naheffing zelf verstuurde. Het blijft zeer schimmig hoe en wanneer Rutte geïnformeerd is. Dat is een week voordat hij zeer verbaasd deed.
Mijn onmiddellijke Kamervragen hierover werden pas in januari beantwoord, als de betaling inmiddels gedaan is. Interessant is dat de regering letterlijk zegt dat er over de inhoud en behandeling van het Wob-verzoek en het Eurowob-verzoek geen contact is geweest tussen de Europese Commissie en de Nederlandse regering.
In maart blijkt bij nieuwe antwoorden op Kamervragen dat Nederland met klem aan de commissie gevraagd heeft om geen documenten aan de Telegraaf te geven. Zij schrijft dat onder andere als gevolg daarvan de Europese Commissie aangeeft dat het vrijgeven van informatie hierover (de naheffing) de toekomstige samenwerking met de Nederlandse autoriteiten en de andere lidstaten zou ondermijnen.
De brief van Nederland aan de Commissie om de documenten niet vrij te geven vraag ik meerdere keren op. Eerst antwoordt de regering botweg niet maar na een keer of vijf geeft ze aan ook die brief geheim te houden. De inhoud is immers toch al verteld.
Al dit is in mijn ogen niet alleen beledigend maar ook ongrondwettelijk. Artikel 68 van de grondwet stelt namelijk helder:
“De ministers en de staatssecretarissen geven de kamers elk afzonderlijk en in verenigde vergadering mondeling of schriftelijk de door een of meer leden verlangde inlichtingen waarvan het verstrekken niet in strijd is met het belang van de staat.”
De regering dient de informatie die een enkel Kamerlid vraagt te verschaffen, tenzij het staatsbelang geschonden wordt. Dat lijkt hier toch evident niet het geval.
Een motie om de correspondentie openbaar te maken wordt afgewezen door VVD, PvdA en het lid Houwers. Alle andere Kamerleden steunen de motie. Ondertussen dreigt een nieuwe naheffing, omdat het CBS opnieuw een herberekening maakt. De problemen bij Eurostat zijn nog niet opgelost en het onderzoek van het CBS was ook niet aangekondigd in het jaarplan van het CBS zelf. Bij vragen daarover geeft de regering toe dat Nederland het enige land is dat de naheffing alvast in 2014 betaald heeft. Alle andere landen met een naheffing wachten nog.
Daarom heb ik vorige week opnieuw openheid van zaken gevraagd met een nieuwe motie. Want Kamerleden moeten de regering gewoon in openbaarheid kunnen controleren, zeker waar het een uitgave van 1,1 miljard euro betreft. Ik ben zeer benieuwd of mijn collega’s en het kabinet er nu eindelijk wel van overtuigd zijn dat er verantwoording afgelegd moet worden in de Tweede Kamer en gevraagde informatie gewoon verschaft moet worden.
Dinsdagmiddag weten we het, dan wordt er gestemd over deze motie.
Ondertussen gebruikt de Telegraaf ook de wettelijke procedures. Maar het zou toch wel de ultieme nederlaag voor de democratie zijn indien informatie via rechtszaken en niet gewoon via vragen in de Tweede Kamer boven tafel komt.