Godzijdank is het vierjaarlijkse festijn met veel obscure sporten (zoals BMX, trampolinespringen en eventing) ter verbroedering van alle volkeren, genaamd de Olympische Spelen, bijna afgelopen. En de ermee gepaard gaande nationalistische hysterie in de kranten en op de televisie. “Heel Holland baalt,” brulde het Algemeen Dagblad nadat Dafne Schippers iets minder hard liep dan verwacht op de 100 meter. En ook in andere media is er weer vaak sprake van ‘we’, want ‘we’ verwachten minstens 20 medailles en ‘we’ kunnen slecht omgaan met teleurstellingen, aldus een van de volkszieldeskundigen.
Ik zou zeggen: speak for yourself. Ook al zie ik graag Dafne Schippers uitblinken op de 100 en 200 meter, en ook al is het leuk even in de waan te leven dat de de snelste vrouw op aarde in dit kleine polderlandje woont. Dat een typisch Hollandse meid met een melkboerendochtersgezicht die grotendeels is opgetrokken uit spierbundels er toch in slaagt sexappeal te hebben is overigens een nog groter mirakel dan haar uit het niets opgebloeide sprinttalent.
Maar ik zal er niet midden in de nacht mijn bed voor uitkomen en eigenlijk gun ik het die leuke Jamaicaanse vrouwen, Elaine Thompson en Shelly-Ann Fraser-Pryce (met geel-groen geverfd haar en ondeugende blik) ook best dat zij er met de medailles vandoor gaan. Nederlanders mogen dan de langste mensen ter wereld zijn, mede door de vele zuivelproducten die we hier consumeren, maar ik ben benieuwd wat de Jamaicanen te eten krijgen gezien de vele sprintwonders die het swingende reggae-eiland voorbrengt. Ganja misschien ?
Maar de patriottische verdwazing die veel mensen bevangt – zie ook de woede-uitbarstingen op Twitter na tegenvallende prestaties van Schippers en ‘Kromo’ – vervult me met weerzin. En soms met woede, bijvoorbeeld als ik klaar zit voor de televisie voor Studio Sport Eredivisie en in plaats daarvan Henry ‘robotic’ Schut nog een half uur onverstoorbaar door lult met zijn gasten in Studio Olympic Park over pak ‘m beet roeien in de klasse lichte vier zonder stuurman of de finesses van het kogelstoten. Niet alleen het voetbal moet wijken voor het olympische gezwets, ook de Olympisch Spelen zelf, want ouwehoeren óver Nederlandse sporters is belangrijker dan een Hongaar die tegen een Cubaan schermt, zo liet NOS-hoofdredacteur Maarten Nooter weten.
Hoewel mijn sympathie uitgaat naar Dafne, Kromo en Tom, besef ik dat sport en vaderland een giftige combinatie vormen. Als het maar even kan zullen nationale roergangers, van dictators als Hitler en Poetin tot de blije padvinderspremier Mark Rutte sportprestaties van landgenoten gebruiken om de voortreffelijkheid van de eigen natie te benadrukken en even de aandacht af te leiden van sociale en politieke ellende. Het oude Romeinse adagium ‘geef het volk brood en spelen’, geldt nu nog meer dan ooit door de vele (televisie)aandacht en de grote hoeveelheid geld die met topsport gemoeid is.
Die afleidingsmanoeuvre is wat betreft het Nederlandse sportbeleid extra hypocriet. Aan de ene kant kraait Mark Rutte bij elk sportfestijn hoe ‘fantastisch’ Nederland het doet en onderschrijft het kabinet de doelstelling van het NOC*NSF dat Nederland een toptienpositie moet behalen, aan de andere kant besteedt de regering beduidend minder geld aan topsport dan landen als Engeland en Frankrijk. Maar veel kwalijker is dat tussen neus en lippen door het schoolzwemmen is afgeschaft en gymnastiek nog maar zelden deel uitmaakt van het lesprogramma. Dat heeft niet alleen negatieve gevolgen voor de topsport maar ook voor de gezondheid van de bevolking in zijn algemeenheid, zo valt nu al te constateren dat kinderen in toenemende mate met obesitas te kampen hebben.
Dus als de regering en de meerderheid van het Nederlandse volk van mening zijn dat sporten – zowel de topsport als sporten in de breedte – van overheidswege ondersteund dient te worden, zal er ook genoeg geld naar toe moeten. Dat betekent niet dat topsporters als Dafne Schippers en Yuri van Gelder daarom behandeld kunnen worden als moderne gladiatoren zonder rechten in dienst van het Vaderland. De mens gereduceerd tot een presterend lichaam.
De soap rond het wegsturen van turner Yuri van Gelder laat zien waar een klein land groot in kan zijn: in ridicule regelzucht waarbij volwassen mensen die hun halve leven opofferen om imponerende sportprestaties te leveren behandeld worden als handelingsonbekwame onnozelaars. Als Yuri van Gelder zich ontspant door zo nu en dan zes biertjes te drinken en uit zijn dak te gaan in een nachtclub, en Dafne Schippers – door haar Jamaicaanse collega’s op een idee gebracht – van de spacecake snoept en tot diep in de nacht de spieren losgooit op het ritme van stampende reggae, is dat hun privéaangelegenheid.
In Nederland zijn ‘we’ dol op contracten, overeenkomsten en convenanten, vooral als er iets valt te verdienen of mensen hun plaats gewezen moet worden. Zo ook bij de NOC*NSF , want volgens de bobo’s van TeamNL dient de individuele vrijheid te wijken ten behoeve van de Nederlandse jacht naar een hoge plaats op de medaillespiegel . Dus mogen de sporters zich niet op eigen gelegenheid buiten het olympisch dorp begeven, want veel te gevaarlijk met al die onberekenbare, arme Brazilianen. Verbroederen met de lokale bevolking doen de sporters maar, als ze tenminste een medaille hebben gewonnen, in het Holland Heineken House. En als er tenminste Brazilianen zijn die de perverse toegangsprijs van 45 euro (voor Nederlanders slechts 15 euro) kunnen opbrengen. De Nederlandse olympiër die naast de medailles grijpt mag niet zomaar nog een paar dagen van Rio genieten, want die moet subiet het land uit met de losersvlucht. Ja, ‘we’ hebben een traditie hoog te houden als het gaat om calvinistische repressie van plezier of losbandigheid.
Sport, of het nu gaat om zwemmen op school, kleiduivenschieten, roeien in de klasse lichte dubbel twee of hordelopen met orgie na afloop, mag van mij al dan niet financieel gestimuleerd worden door de overheid. Maar wel graag in het kader van de individuele welzijnsontwikkeling, niet om sporters als zombies in een nationalistisch gareel te houden. Veel gelukkige mensen vormen samen een gelukkig land. Een obsessie met patriottische geldingsdrang en medaillespiegels creëert een natie vol frustratie en bewustzijnsvernauwing.