Er is maar één uitzondering waar egalitarisme in een liberale samenleving thuishoort: binnen de wet. Wanneer iedereen gelijk is voor de ogen van de wet, en vrouwe Justitia daadwerkelijk blind is voor je afkomst, je inkomen, je huidskleur, je geloof of je seksuele voorkeuren – alleen dan kan diversiteit binnen de samenleving floreren. Principes waar iedereen het mee eens lijkt te zijn. Behalve, blijkbaar, als het over joden gaat.
Vorige week werden er diverse ‘pro-Gaza’-demonstraties in Europa gehouden. Die bleken al snel een mooie gelegenheid om openlijk antisemitisme tegen de Europese plinten op te laten klotsen.
In Nederland werd GeenStijl-journaliste Annabel Nanninga ontzet door de politie omdat deze de instructie hadden gehad ‘de-escalerend’ op te treden. Iemand die slechts foto’s maakte op de openbare weg (een recht waar vrijelijk gebruik van mag worden gemaakt) was blijkbaar al voldoende provocatie voor een veertigtal kansenpareltjes op scooters.
De-escalatie anno 2014 betekent dus niet het uitvoeren van de wettelijke taak door de politie (en dus optreden waar nodig), maar blijkbaar verstaat men onder het bewaren van de openbare orde vooral het voorkomen van gezeik en gedoe. Je zou toch denken dat mensen agent worden juist om het gezeik en gedoe aan te gaan, omdat anders de brutalen zich de halve wereld toe-eigenen. Maar nee.
Sinds afgelopen week is dit het land waar Mein Kampf verboden is, maar waar het brengen van de Hitlergroet of het oproepen tot het doden van zoveel mogelijk joden door een stel brutale snotapen helemaal oké is. Tegelijkertijd is daar de oorverdovende stilte van de ‘dit nooit meer’–brigade die er normaliter (zodra Gekke Greet weer eens wat roept in de Kamer of de pers) als de kippen bij is om een breed scala aan Godwins uit de kast te trekken.
De NOS repte in hun berichtgeving met geen woord over het ernstige feit dat journalisten blijkbaar gehinderd kunnen worden in hun werk. Alles wat daar voor nodig is, zijn een stel opgefokte Schilderwijk-sukkeltjes met het IQ van een sperzieboon en tierende testosteron-levels. Lieve NOS, dit is ook jullie persvrijheid. Sterker nog, zoals een wijze GroenLinkser zei: dit gaat om onze persvrijheid, van alle mensen in het land die zich via de media plachten te informeren over wat er gebeurt in de samenleving.
Indien er geen journalisten waren geweest die het lef hadden gehad om met mobieltjes foto’s te maken van het hele gebeuren (nogmaals: bizar dat dit blijkbaar al voldoende is voor escalatie), was niemand op de hoogte geweest van dit niveau van schaamteloze jodenhaat. Dat dit antisemitisme welig tiert is al ernstig genoeg, het stilzwijgend toestaan van deze uitingen door het principe van horen, zien en zwijgen toe te passen des te meer.
Het laat zien dat, ondanks alle herdenkingen, comités en Anne Frank-toneelstukken, Nederland 70 jaar later nog geen klap heeft geleerd. Tuurlijk, we springen allemaal graag op de bres wanneer Poetin iets gemeens zegt over homo’s. We zijn allemaal sterk verontwaardigd wanneer iemand iets #ongepast of #respectloos Twittert tijdens een herdenking. We vinden het heerlijk om hardop ‘nou ja zeg!’ tegen elkaar te roepen wanneer we vol afschuw kennis nemen van ‘de toon’ van het debat. We beheersen dagenlang de opiniepagina’s wanneer een of andere peroxidepopulist oproept tot ‘minder Marokkanen’, want als we dat niet doen, zullen de treinen naar het Oosten immers spoedig weer gaan rijden.
Maar wat is het oorverdovend stil wanneer er in heel de EU hakenkruizen in auto’s worden gekrast, bordjes ‘geen joden’ in winkels verschijnen, Hitlergroeten op straat worden gebracht, stenen door ruiten van synagoges worden gegooid en gescandeerd wordt dat de Joden maar weer eens aan het gas moeten. Let wel: we hebben het hier over 2014, niet over 1938.
Waarom die stilte? Omdat we in een correcte kramp schieten wanneer blijkt dat de ene minderheid in Nederland haatdragend is richting een andere minderheid?
Juist deze stilte is misselijkmakend en geeft tegelijkertijd een inkijkje in de Nederlandse volksaard: vol op het orgel, zolang het vrijblijvend en veilig binnen de kaders kan alstublieft.
Want het is altijd leuk om voor elkaar op te komen en een ander de maat te nemen, maar het moet wel leuk blijven.
De stilte geeft nog iets weer. Als we diep in ons hart kijken, hebben we liever niet dat iedereen gelijk is in de ogen van de wet. Dat iedereen recht heeft op dezelfde bescherming tegen discriminatie.
De stilte geeft aan welke keuze we gemaakt hebben: we zijn liever antisemiet dan islamofoob.