Nederland en de Arabische wereld: onlosmakelijk met elkaar verbonden

04-02-2014 14:31

De Arabische Lente heeft het Midden-Oosten en Noord-Afrika op zijn kop gezet. Tunesië, Libië, Egypte, Jemen, Bahrein, Syrië en Mali kregen er allemaal mee te maken in goede en helaas ook heel vaak in kwade zin. De Arabische wereld bloeit, broeit en bloedt tegelijkertijd en zij is niet ver weg. Integendeel. Europa en het Midden-Oosten en Noord-Afrika delen de Middellandse Zee en als zelfs een land als Mali ‘onze achtertuin’ wordt genoemd, spreekt het voor zich dat Europa en dus ook Nederland er een groot belang bij heeft om de relaties met deze landen niet losser te maken, maar ze eerder te versterken.

Een netwerk van instituten

Een van die mogelijkheden wordt gevormd door de Nederlandse instituten die in diverse Arabische landen waren gesticht. We hebben het dan over de instituten in Cairo (Egypte), dat samen met Vlaanderen beheerd wordt, Damascus (Syrië) en het recent, in 2006, gestichte NIMAR in Rabat (Marokko). Er zijn ook instituten in andere islamitische landen zoals Turkije en wel in Istanbul en Ankara en Indonesië, in Jakarta. De instituten vormen onmisbare liaisons voor wetenschappelijke, culture en politieke contacten tussen Nederland en de  (Arabisch-)islamitische wereld.

Oh oh, die Arabische Lente

Maar, er werd boven al naar verwezen, de Arabische Lente heeft veel frustraties, boosheid en helaas ook geweld en burgeroorlogen opgeroepen. Iedereen is op de hoogte van de onrust in Egypte. Iedereen weet dat niemand zijn of haar leven zeker is in Syrië. En dat heeft ook gevolgen voor de Nederlandse instituten aldaar. Het instituut in Syrië is definitief gesloten. In Egypte is de situatie niet zo dramatisch als in Syrië maar het is onverantwoord om studenten naar Cairo te sturen. Ze lopen te veel gevaar en daarom zijn de activiteiten van het Caireens instituut tot een minimum beperkt.

Marokko!

Het moge duidelijk zijn dat Nederlandse belangstellenden in de Arabisch-islamitische wereld nog maar één optie hebben en dat is het Nederlands Instituut in Marokko, oftewel het NIMAR. En actief dat het NIMAR is! Deze week begon het nieuwe semester met maar liefst 34 studenten afkomstig van Nederlandse en Vlaamse universiteiten voor intensieve colleges taalverwerving Arabisch. Een deel van hen had naar Cairo willen gaan. Rabat vangt hen nu op. In het najaar worden modules sociale wetenschappen van Marokko aangeboden en ook die lopen snel vol. Marokko is in de Arabische Lente een baken van rust gebleven terwijl het land tegelijkertijd een nieuwe grondwet invoerde die voorzag in meer democratie dan ooit. Ik ben er zelf afgelopen jaar getuige van geweest: de vrijheid van meningsuiting in Marokko is nu ongekend. De ‘langzame’ route naar democratie mag dan inderdaad traag zijn, zij gaat in elk geval niet gepaard met geweld als in andere Arabische landen.

Marokko is een baken van rust en stabiliteit in een regio die geplaagd wordt door etnische, religieuze en tribale spanningen en geweld. En wat een geluk dat zich juist daar ook een Nederlands instituut bevindt.

Nog wel.

Gevaar uit eigen kring

Want naast de gevaren die de Arabische Lente met zich mee heeft gebracht is er een ander gevaar en dat is de intrekking van de subsidie van het instituut. Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen heeft besloten dat instituten als dat in Marokko niet meer van deze tijd zijn. En dat bewees zij door ook in Europa huis te houden en het Institut Néerlandais in Parijs per 1 januari jl. op te heffen. Daar hielp geen moedertje lief aan. Ik ga hier niet in op de rationale van deze bizarre bezuinigingsoperaties. Maar zou je misschien nog kunnen begrijpen dat het Institut Neerlandais in Parijs in een wel erg duur pand zat, dat geldt zeker niet voor het NIMAR in Rabat. Het kan rond komen met een jaarbudget van 450.000 euro. Dat is een schijntje! Het NIMAR wordt gefinancierd door het ministerie van OCW dat het geld ter beschikking stelt aan de beherende universiteit, de Radboud Universiteit in Nijmegen. Die universiteit wil de financiering zelf niet overnemen. En de Nederlandse universiteiten moeten hoe dan ook bezuinigen en bezuinigen. Allemaal begrijpelijk. Maar ook dan hebben we het over miljoenen. En daar valt het bedrag van krap een half miljoen euro op jaarbasis toch bij in het niet?

Baten

Alle universiteiten hebben baat bij het NIMAR. Het NIMAR is niet alleen een onderwijsinstituut. Het bemiddelt ook in onderzoek in Marokko. Het ontvangt delegaties van scholen en instellingen uit Nederland, leerlingen en leraren. Het organiseert workshops en conferenties. Het helpt onderzoekers contacten te leggen. Het kent de complexe wereld van Arabieren en Berbers, van fundamentalisten en seculieren, van homo- en vrouwenrechtenactivisten. Het heeft op zijn beurt contacten met Algerije, Tunesië, Libië en het Midden-Oosten. Het NIMAR is een onmisbare schakel tussen Nederland en Marokko en Nederland en de Arabisch-islamitische wereld.

Arabisten die ertoe doen

Belangrijke namen in het Nederlandse debat over de islam, de Arabische wereld en democratie, de multiculturele samenleving als Petra Stienen, Maarten Zeegers, Monique Samuel en ondergetekende hebben alle aan de Nederlandse instituten gestudeerd. Maar er moeten nieuwe generaties opinon makers komen en een verblijf aan een Nederlands instituut is ook dan een must.

Teken die petitie!

Het NIMAR heeft een persbericht uitgedaan waarin de situatie wordt beschreven, en haar belang en de noodzaak tot blijven worden benadrukt. Daarom roep ik een ieder op de eveneens opgestelde petitie te ondertekenen voor het behoud van het NIMAR, en deze oproep verder te verspreiden via Facebook of Twitter. Jan Hoogland, oprichter en begenadigd directeur van het NIMAR, kan elke steun gebruiken. Hij lobbiet bij universiteiten en hogescholen en natuurlijk ook bij het bedrijfsleven. Wat zou het mooi zijn als het instituut in 2015 zijn deuren niet hoeft te sluiten. Damascus moest sluiten om redenen van overmacht, Cairo moet zich om dezelfde redenen gedeisd houden, maar het zou toch een gotspe zijn als Rabat moet sluiten omdat er geen middelen uit Nederland meer komen.

Volg het NIMAR via Facebook en Twitter.