Nederland na Parijs: De terreur van de maakbaarheidswaan

23-11-2015 20:58

Ja, er zal vast en zeker nog een aanslag plaatsvinden in Europa en de Verenigde Staten. Ja, dat zal ongetwijfeld heel vervelend zijn voor de direct betrokkenen. Nee, dit is met geen enkele politieke of juridische maatregel te voorkomen.

Marginaal risico

Hoewel bovenstaande klopt als een zwerende vinger, komt het uitspreken van deze woorden vandaag de dag neer op politieke zelfmoord. Met andere woorden: eerlijke en nuchtere politici scoren niet lekker in de peilingen. Toch wordt het hoog tijd dat politici hun plicht doen en vertellen wat niemand wilt horen. Namelijk dat wij moeten accepteren dat terreuraanslagen geen incidenten zijn, maar tegelijkertijd benadrukken dat deze statistisch gezien een marginaal risico vormen voor onze veiligheid.

Veiligheid waar wij, ook in Nederland, zo langzamerhand verslaafd aan zijn geworden. Er bestaat geen enkele tolerantie meer voor het lopen van risico’s. Iedere politicus of bestuurder die oproept een zekere mate van restrisico te accepteren draait eigenhandig zijn toekomstige bestuurlijke of politieke carrière de nek om, een risico dat (ambitieuze) politici en bestuurders liever uit de weg gaan. Door iedere keer voor vergaande preventieve maatregelen te kiezen creëren dezelfde bestuurders en politici de verwachting dat een utopische risicoloze samenleving realiseerbaar is.

Maakbaarheidswaan

Het idee van een risicoloze samenleving is zowel aan rechter- als linkerkant van het politieke spectrum doorgeslagen in maakbaarheidswaan, vermomd in kant en klare oplossingen. Zoals de grenzen dichtgooien. Het scoort lekker in de peilingen van de Donald Trumps en Geert Wilders’en van deze wereld, maar helpt ons als burgers geen klap verder. De daders van de aanslag in Parijs hadden allen een EU-paspoort en waren EU-burgers. Of zoals Georgetown professor Rosa Brooks van de week schreef in een lezenswaardig artikel op Foreign Policy: “The threat is already inside”, iets waar de Amerikaanse conservatieve denktank Heritage Foundation enkele jaren geleden al voor waarschuwde. Wellicht kun je met heel veel middelen (en dus heel veel belastingcentjes) een Berlijnse Muur 2.0 rondom Europa bouwen, maar hiermee raakt het kosten-baten-plaatje wel heel erg uit zicht. Schieten op een mug met een (peperduur) kanon dus.

De Achmed Marcouch’s van deze wereld idem dito: het idee dat je radicale jongeren kunt omtoveren tot brave burgers door ze positief te empoweren met een stageplek, heeft meer te maken met het willen verkopen van allerlei gesubsidieerde antiradicaliserings-, krachtwijk- en integratieprojectjes aan de stemmende achterban dan eerlijke en nuchtere politiek. Het feit is (en dit hoor je zelden zogenaamde ‘experts’, laat staan politici, eerlijk toegeven) : we hebben hooguit vermoedens, maar eigenlijk geen idee wat precies radicalisering veroorzaakt. Het idee dat het recept bestaat uit een snufje Schilderswijk, een misgelopen stageplek en net dat ene onthoofdingsfilmpje teveel op LiveLeak is slechts een van de vele talkshowtafel-mythes die helaas is doorgedrongen tot de wereld van beleidsmedewerkers en politici.

Ondertussen zitten wij met een veiligheidsindustrie in de maag gesplitst die ons (in theorie) beschermd tegen 9/11 en Al Qaeda-achtige aanvallen rondom vlieghavens. De meest recente aanvallen laten zien dat ISIS de laagdrempelige tactiek van relatief kleine (maar frequente) aanslagen met zoveel mogelijk burgerslachtoffers prefereert. Helpen de detectiepoortjes op Schiphol en het ge-Holle Bolle Gijs met metadata eigenlijk wel? Het lijkt er op dat we het in de praktijk voornamelijk moeten hebben van oplettende militairen en burgers (bijvoorbeeld de aanslag op de Thalys en de shoebomber uit 2001), gedegen financiële recherche (Londen, 2006) en onder meer in Nederland dankzij het concept van community policing (zoals hoogleraar Internationale Betrekkingen Beatrice de Graaf toelichtte in Pauw). Oftewel in huis-tuin-en-keuken Nederlands: dankzij de ouderwetse wijkagent en degelijke human intelligence.

Lekker dan. Wat nu?

Allereerst dienen politici het draaiboek Reageren op een terreuraanslag, met de vaste riedel ‘schokkend’, ‘boel bij elkaar houden’ en ‘stille tocht’, te overgieten met spiritus en de hens erin te zetten. Toon leiderschap en wees eerlijk. De tientallen (tot soms honderden) potentieel plofgevaarlijke jihadisten die Europese landen op lijstjes hebben staan, zijn met de huidige middelen onmogelijk 24/7 in de gaten te houden. Verwacht dat dus ook niet van jezelf en maak dat burgers ook niet wijs. Voor de politici die alleen pleiten voor meer defensie, politie of inlichtingen in tijden van terreur hopend op een puike positie in de peilingen: ga jezelf verder dienen, niet het land en zoek een andere baan. Blijf waakzaam, onderschat de schade die (de ietwat amateuristische) terroristen kunnen maken niet – maar godallemachtig: sla niet door in verliesaversie door de dreiging op te blazen en een hele stad dagenlang in gijzeling te houden incl. media blackout zoals wij destijds zagen in Boston. Er zit immers tussen ‘niets doen’ en ‘alles uit de kast’ nog een heel groot grijs gebied aan adequate middelen.

Ten tweede dienen media eens te kappen met toegeven aan professie-vervuiling door de proliferatie van zelfbenoemde “terreurexperts”, “veiligheidsexperts” en allerhande ISIS-o-logen aan te jagen. Wanneer je leest dat VARA-moppersmurf Maarten van Rossum (die helemaal Chomsky gaat op de interventies in Irak) en ex-nieuwslezer Frêpe Freriks (die het sens français uit zijn duim moet human interest-en) uit zijn geroepen in NRC Handelsblad tot “onze terreurexperts”, mag je rustig concluderen dat dit een beetje uit de hand is gelopen. Als dat namelijk de experts zijn die het publieke debat in kritische banen moeten leiden, kunnen we wel inpakken. Terwijl we nu een levendig debat, op basis van valide argumenten die voorbij de primaire emoties gaan, meer dan ooit nodig hebben.

Ten derde dienen zowel politici als media eens op te houden met permanent verontwaardigde, zichzelf achtergesteld voelende, moraalwapperende en betweterige zeikende kutburgers op Twitter en Facebook te zien als voxpop en een representatieve afspiegeling van onze maatschappij. Het is nogal wiedes dat de polarisatie-thermometer uitslaat zodra je deze in de ranzige riolen van het internet dipt, maar deze (toegegeven: clickbait waardige) metingen te generaliseren naar de algehele Nederlandse (en Europese) populatie is vragen om een self fulfilling prophecy. Geef een gepolariseerde, beperkte kijk op de samenleving in de media, en die gepolariseerde samenleving zul je krijgen ook. Zelfde laken een pak: hoe vaker je paniekerig papegaait dat je ISIS niet in de kaart wilt spelen, hoe ongeloofwaardiger je wordt.

Er is werk aan de winkel. Met name dicht bij huis: we kunnen het terreurvarkentje pas wassen zodra we deze (en daarmee vooral onszelf) recht in de ogen durven kijken.