Zaterdagavond, zo tegen tienen. Het Nederlands Elftal had zojuist Noord-Ierland weten te verslaan, het werd liefst 6-0. Geen reden voor euforie, want de eilanders hadden zich zaterdagavond naar verluidt te goed gedaan aan de geneugten van het bruisende Amsterdamse nachtleven. Een bierelftal, met een spits uit de Engelse Leauge One. Dan weet je het wel, ja. De gemiddelde Oranje-fan deert dat trouwens niet, want ieder doelpunt is reden om de oranje wortel op het hoofd goed te zetten, en mee te deinen met al die andere mensen, die er normaal gesproken niet aan moeten denken om een oranje wortel op hun hoofd te planten. Hoe dan ook, de spelers van het Nederlands Elftal liepen hun ererondje en zwaaiden naar de mensen, toen Mark van Bommel alweer voor een camera getrokken was.
Teleurgesteld
Hij was nogal teleurgesteld over de kritiek die de selectie de afgelopen week kreeg. Het spel was slecht, voorspelbaar en volgens hem zat de vaderlandse pers er bovenop om de internationals daarom kapot te schrijven. Niet alleen Van Bommel was geïrriteerd, ook bondscoach Bert van Marwijk was cynischer en cryptischer dan ooit, toen het journaille hem vroeg naar zijn keuzes. Of er al Kamervragen gesteld waren, reageerde de keuzeheer vilein, toen hem gevraagd werd naar de keus voor Van Persie of Huntelaar. Dat het inmiddels een nationale discussie is geworden, boeit de bondscoach niet zoveel. Hij heeft lak aan de pers, de critici op tv en het volk. Van Marwijk gaat altijd zijn eigen gang. Altijd.
Niet eerder kreeg Oranje zoveel ‘kritiek’ als de laatste week. Tijdens het succesvol verlopen WK werd het starre spel van Oranje nog geaccepteerd door het publiek, omdat er succes werd geboekt en de finale bereikt werd. Toen de finale uitmondde in een slachtpartij en de internationale pers viel over het matige en agressieve spel van Oranje, sloeg ook de stemming in Nederland om. Er werd meer creativiteit gevraagd, meer Hollandse flair. Met het inbrengen van middenvelder Strootman leek dat er ook te komen, maar na een aantal matige wedstrijden kwam de klad erin. En dus greep Van Marwijk weer terug naar zijn oude mantra, met Van Bommel en De Jong voor de verdediging. Terug naar de vertrouwde basis.
Relletje
Met nog vijf nachten te gaan voor de start van het EK, is de kritische houding bij pers en publiek niet meer dan terecht. Het volk verwacht van Oranje sprankelend en aanvallend spel, en als dat niet mogelijk is, in elk geval resultaatvoetbal. De afgelopen jaren heeft het Nederlands Elftal amper kritiek gekregen. Van Marwijk, en Oranje incluis, zijn mede om dir reden enorm geschrokken van de heftige reacties op de matige vertoningen tegen Bulgarije en Slowakije. Ze zijn niks meer gewend, nadat ze jarenlang in alle rust konden werken. Nu mastodonten als Van Basten en Gullit zich hebben uitgesproken over de werkwijze van Van Marwijk, lijkt de beer los. Ook de rust in de selectie is voor het eerst in tijden verstoord, nadat Huntelaar aangaf zich niet te schikken in zijn reserverol. Eindelijk een relletje rondom Oranje, het was alweer veel te lang geleden.
Aanvalluh
Vier jaar lang heeft Van Marwijk de rijen gesloten weten te houden. Nu mag de bondscoach bewijzen dat hij de juiste man op de juiste plek is. Alleen hij kan er voor zorgen dat de kritiek verstomd. Door aantrekkelijk voetbal te spelen, met flitsende aanvallen, zoals dat bij onze historie hoort. Door de Duitsers en de Portugezen te verslaan. En als we dan onverhoopt in de halve finale verliezen, dan is dat maar zo. Als we ons voetbal maar terugkrijgen. Al zal de gemiddelde Oranjefan met een wortel op z’n kop dat niet zoveel uitmaken. Maar voor het internationale aanzien van Oranje is het belangrijk dat er dit toernooi weer goodwill gekweekt wordt. Hup Oranje, aanvalluh!