Wees waakzaam! Dat was de wijze les die Geert Wilders tijdens zijn Australische tour verkondigde. De islam rukt op, ook down under, zo waarschuwde hij. Met heerlijk afgrijzen reageerden de toegestroomde bange blanke bejaarden op Geerts beschrijvingen van de ‘gitzwarte’ (Geerts woord) situatie in Europa. Wat is het hier toch erg! Hoofddoekjes overal! Halal eten in de Hema! Het toegestroomde klootjesvolk sidderde er lustig op los. Want dat hoor je graag, dat het elders veel slechter is. ‘Leer de lessen van Europa!’ riep Geert hen toe. Het werd hoog tijd voor een Australische PVV, vertelde Geert. En als die er niet snel kwam, ‘moet ik misschien maar naar dit land emigreren.’
Een zeer begrijpelijke verzuchting. Hier in Nederland stelt Geert immers niks meer voor, De politiek moet hem niet meer, en het onderwerp ‘islam’ is hier totaal uitgewerkt. Hier en daar vind je nog een concentratie achterlijke white trash die nog graag kankert over Marokkanen, maar Geert weet: daar kun je de oorlog niet mee winnen. Hier in Nederland is Geert verworden tot een politieke prins Carnaval. Een man zonder missie.
Jammer. Het was zo leuk, een paar jaar lang, Geert snuffelend aan de macht. Maar het is voorbij. Wat resteert, is een partij die niet functioneert. Die nooit hééft gefunctioneerd. En een man die eenzaam in z’n eentje verder gaat. De PVV staat prima in de peilingen. Velen verwachten van die partij een pittige oppositie, en na de verkiezingen: een alternatief. Maar Geert weet dat het spelletje uit is. Hij heeft er geen zin meer in, dat gezeur van al die domkoppen om hem heen. Dat gezeur over andere onderwerpen die zogenaamd ook belangrijk zijn. Voor Geert is maar één ding belangrijk: Geert wil haten. En hij heeft daarbij gekozen voor de islam. Een religie die op barsten staat, die duizenden kwalen vertoont, die zichzelf voortdurend in de voet schiet, maar Geert doet net alsof ze ongelofelijk gevaarlijk is. Want Geert wil haten. Hij kan niks anders. Geert heeft het nog wel even ‘tactisch’ geprobeerd met de angst voor Europa, voor de Grieken, maar ook daar valt niks meer over te zeggen, en niks meer mee te winnen. En dus is hij sinds enige tijd terug bij zijn ware drijfveer: de haat. Een onverkorte, irrationele, zwarte haat jegens de islam. Terwijl heel Nederland allang uitgekeken is op zijn gespuug, laat Geert tegenwoordig weer geen kans voorbij gaan om moslims te beledigen en te vernederen. Bij voorkeur door onaardige dingen te zeggen over Mohammed. Dat was een terrorist, een fanaticus die geweld predikte. Het liedje verandert niet – Geert blijft jopen dat moslims zich daar kwaad over zullen maken. Maar hier gebeurt dat allang niet meer.
Het gekke is natuurlijk dat Geert juist zoveel weg heeft van Mohammed. Eigenlijk wil hij exact hetzelfde bereiken. Oké, Geert geeft geen opdrachten om politieke tegenstanders uit de weg te ruimen – dat deed Moh wel. De politieke cultuur is in 1300 jaar toch enigszins veranderd (christelijke keizers deden in die tijd exact hetzelfde), maar Geert streeft in wezen hetzelfde na als Moh 1300 jaar geleden: een totale culturele eenheid, om vreemde smetten te weren. Want alleen als iedereen hetzelfde denkt (in Moh’s tijd: gelooft), zal het volk herboren worden, en de dreiging van buitenlandse machten kunnen weerstaan. Moh wilde dat alle Arabieren dezelfde Allah zouden vereren; hun eigen profeet en een eigen heilig boek zouden hebben. Alleen dan zouden ze de christenen, joden en Perzen uit Arabië kunnen verdrijven. En ziet, Geert gaat (1300 jaar later) gebukt onder hetzelfde simpele wereldbeeld: als we nou allemaal maar westers denken, en dezelfde afkeer voelen voor wat ‘vreemd’ is, dan komt alles goed. Moh en Geert zijn in wezen uit hetzelfde fanatieke hout gesneden.
Maar Geert blijkt een mislukte profeet. Waar Mohammed doorzette, en zijn doel nooit uit het oog verloor, daar dwaalt Geert de wereld over, als een gefrustreerde kleuter. Geert heeft geen geduld; hij is het slachtoffer van zijn ene emotie: haat. Alleen als hij kan haten, als hij vuil kan braken, leeft hij echt. Haat verkondigen, zwarte sprookjes vertellen, genieten van de rillingen die hij bij de dommen oproept, dat is het enige dat hij wil. Maar dat kan in Nederland niet meer – dus zoekt hij verre maagdelijke velden voor zijn missionaire activiteiten. In Australië bijvoorbeeld. Daar zijn ze tenminste nog bang voor de islam. Daar heb je zelfs nog actievoerders die bang zijn voor Geert. Terwijl wij hier alleen maar Alaaf roepen als hij in beeld verschijnt. En daarom moet Geert ook niet emigreren. We kunnen hem hier niet missen. Geert is het levende bewijs dat domme haat hier geen toekomst heeft. Dat dit volk wijzer is dan de fanatici die zo nu en dan opstaan. Geert moet blijven. Er valt hier toch al zo weinig te lachen.