Lieve PvdA’ers.
Jullie zoeken een columnist als opvolger voor Lodewijk Asscher, begreep ik uit Het Parool. Laat ik daar dit over zeggen: Ik ben niet alleen leuker dan Pieter Hilhorst. Ik kan ook beter schrijven. Het enige verschil is dat hij zich met zijn verschillige glimlach overal tussen wurmt en ik mij liefdevol bescheiden houd.
Ook Frenk van der Linden – de meesterinterviewer- zal zich melden. Hij schoof immers een half jaar geleden de grote geliefde leider een hele verentooi tussen de billen. ‘De man met het linkse hart en het rechtse verstand’, schreef hij –geheel objectief- in De Volkskrant. Diens adoratie was bijna Noord-Koreaans. Dat doe je niet zomaar.
Dat doe je, omdat Lodewijk zijn eigen opvolger kiest. Marcouch en Elatik hangen ook rond in de namenlijstjes. Ook Frank de Wolf – meesterknecht- aast op de Grote Troon. En toch. Dat zijn mensen die de stoel warm houden voor als de volgende Asscher aan de beurt is. In die zin moet u niet versteld staan als moeder Asscher voor uw deur staat. Ze past al een dag in de week op Lodewijks kinderen, dus als ze als koningin-moeder op de troon voor kan lezen, doet ze dat.
Waarom Asscher mij niet naar voren schuift, is mij een raadsel. Ik ben al meer dan tien jaar onbezoldigd lid. Sorry: liefdevol lid. Raspoetin. Hofnar, zoals u wilt. Dag in dag uit ben ik met die partij bezig. Altijd vanuit het hart. En voor de portemonnee.
Dus hier ben ik. Mister Hatseflats himself.
Wat al die troonpretendenten vergeten, is dat de fractie bepaalt wie de troon bestijgt. U denkt dan ook: what’s in it for me? Laat ik dat ‘probleem’ eerst tackelen. Wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe. Zo werk ik. Ik een mooie loco-ketting, u straks een mooi baantje met een salaris waar Hans Spekman van gaat schuimbekken.
U denkt natuurlijk ook: Kiezen we Duyvestijn, dan komt Robbie Oudkerk ook terug. Voor de sfeer. Dat heb ik inderdaad overwogen. Maar in nauw overleg met mevrouw Oudkerk heb ik besloten hem thuis te houden.
Enfin. Dit is uw kans. Ik ga niet lopen bedelen. Ik heb me eerder aangeboden als voorzitter. Die hamer heb ik toen aan Hans Spekman gegeven. Maar de stoel van Lodewijk Frans Asscher laat ik mij niet afnemen. Het is nu of nooit.
Vrolijke groet derhalve,
Marcel Duyvestijn