Column

Niets menselijks is jihadisten vreemd

22-10-2014 14:26

Volgens moslimradicaliseringsexpert Halim el Madkouri is al het menselijke jihadisten vreemd. El Madkouri betoogt in de Volkskrant dat de jihadistische ideologie – het salafisme – de wereld in twee simpele kampen verdeelt – de ware gelovigen, en de rest. Zolang er zoiets als ongeloof bestaat, is het salafisme in permanente en totale oorlog met de buitenwereld, en is er voor ware gelovigen geen hoger doel dan het martelaarschap, en om die reden, betoogt El Madkouri, ‘deinzen de aanhangers van deze ideologie nergens voor terug.’ Het is een raar verhaal, zelfs als je aanneemt dat El Madkouri het salafisme in de grond correct omschrijft.

De valkuil der ideologie

El Madkouri belicht radicalisme vanuit de ideologie – een benadering die je wel vaker ziet in Islamkritische kringen. Dan lees je weer een paar gepeperde citaten uit de koran, en dat moet dan verklaren waarom het onvermijdelijk was dat juist op 11 september 2001 twee vliegtuigen de torens van het World Trade Center in vlogen. Alsof de geschiedenis al geschreven was toen Mohammed stierf. Alsof de Islamic State al besloten lag in het ontstaan van het Salafisme honderdvijftig jaar geleden. De benadering klopt niet.

Radicalisme, en vooral radicalisering verklaren vanuit de ideologie is ook om een andere reden een beetje mal: alsof je volledig begrijpt wat mensen bezielt als je weet welk boekje ze lezen. Ideologie is een kookboek: het verklaart wat voor koekjes de kok ongeveer probeert te bakken, maar niet waarom ie in de keuken staat, en het voorspelt niet hoe mooi rond de koekjes worden. Een kok is immers ook maar een mens, en niet per se een goed en geduldig lezer, of vaardig met zijn handen. Net als een jihadi, zeg maar.

It’s the people, stupid.

Dat maakt de studie van salafisme nog niet nutteloos, natuurlijk, en zorgen over de inhoud van de leer niet minder legitiem, maar het is slechts één radertje in het systeem, en op de keper beschouwd een best wel klein radertje. Belangrijker dan de ideologie an sich is, om maar wat te noemen, de relatie tussen individu en doctrine: de mate waarin het individu de doctrine onvoorwaardelijk voor waar en nastrevenswaardig aanneemt (waar begint de twijfel?), en de vraag waarom een individu überhaupt zover komt de doctrine te omarmen. Waarom staat de kok in de keuken die salafistenkoekjes te bakken?

Het argument is al vaker gemaakt, maar er lijkt een taboe op te rusten. Toen Femke Halsema vorige maand opmerkte dat het handig kan zijn te proberen jihadstrijders als persoon te begrijpen, was hoongelach haar deel. Een gevaarlijke opinion chic was het – en vanwaar, vroeg Elma Drayer, toch die drang halsafsnijders te doorgronden? Het Kwaad is immers het Kwaad, en dat is Kwaad en verder niets dan Kwaad. Dat spreekt verder voor zichzelf. Toch?

Angsten, twijfels, en incompetenties

Met wegkijken à la Drayer gaat de strijd tegen de jihadi’s niet gewonnen worden, en met geleerde pseudo-theologische schriftstudie à la El Madkouri al helemaal niet. Ieder antwoord op jihadisme – politiek, militair, maatschappelijk moet beginnen met een simpele vaststelling: vrijwel niemand op deze wereld wordt als jihadi geboren. Vrijwel iedereen die voor de jihad kiest, maakt die keuze op een gegeven moment in het leven ingegeven door de specifieke omstandigheden die men tegenkomt – of dat nou armoe, domheid of jarenlange indoctrinatie is.

Niemand die zich tot de radicale islam bekeert houdt bovendien op mens te zijn: doctrine of niet, ook jihadi’s hebben hun kleine en grotere angsten, en hun kleinere en grotere twijfels. Ook jihadi’s maken op meer of minder structurele basis inschattingsfouten en zijn meer of minder goed in wat ze doen. Het zijn die angsten, twijfels en incompetenties die je moet doorgronden om een zinnige respons te kunnen bieden aan geradicaliseerde zeloten die een middeleeuwse ideologie omarmd hebben.

De simpele constatering dat het kwaad kwaad is, en de exegese van de theologische doctrine zijn op de keper beschouwd net zo gevaarlijk als old-school beweren dat het allemaal wel meevalt en dat iedereen uiteindelijk gewoon lief is.