Burgemeester Annemarie Jorritsma kreeg het vorige week flink voor de kiezen toen ze Powned weigerde bij een persconferentie. Zelfs de journalistenbond NVJ klom vol verontwaardiging in de pen. Ik snap dat niet.
Ik ga hier niet beweren dat je een raketgeleerde moet zijn om journalist te worden. Maar het is wel een vak. En een bepaalde verantwoordelijkheid zou niet misstaan.
De verantwoordelijkheid bijvoorbeeld om je goed voor te bereiden. Te weten waar het om gaat. Om onbevangen en neutraal op zoek te gaan naar een soort van waarheid. En die te vinden door vragen te stellen die in ieder geval ergens nog over een onderwerp van belang gaan.
Binnen die wankele regels mag je best een klootzak zijn. Vileine vragen stellen. Tot het gaatje gaan. Je moet rare dingen doen om daar een persconferentieverbod voor te krijgen.
De populistische actiezender Powned heeft geen enkele interesse in wat voor een waarheid dan ook. PowNed wil vermakelijke sturende televisie maken waarbij de kijker kan genieten van de afgang van een ander. De vragen zijn in de regel louter in een grappig sausje verpakte vooroordelen die in sneltreinvaart op het slachtoffer worden afgevuurd.
“Ze komen er zeker weer met een werkstrafje vanaf, is het niet?”
De tactiek van Powned werkt omdat wij mensen dol zijn op het leed van een ander. Ook als dat leed louter bedoeld is voor reclamegelden.
Maar met journalistiek heeft het niets te maken.
Powned is de man in het restaurant die met zijn handen eet, de drank van de tafel naast hem jat en met een zak vol bestek zonder te betalen de tent wil verlaten.
En dan gaat klagen dat hij niet langer welkom is in het restaurant.
Het is vooral de hypocrisie die mij mateloos stoort. Dezelfde hypocrisie die er bij het lelijke broertje Geenstijl voor zorgt dat geweld wel/niet/wel/niet/wel/niet kan al naar gelang de dader wel/niet/wel/niet in ons eigen beperkte denkkader past.
Powned wil op papier niets te maken hebben met journalistiek. Een van Geenstijl overgenomen tactiek. ‘Wij horen nergens bij en hoeven ons dus ook niet aan de regels te houden’.
Ik vind dat prima. We leven in een vrij land.
Maar als je de verplichtingen niet wil, dan moet je ook niet gaan piepen over de regels.