Eén van de meest veronachtzaamde waarheden van dit moment is dat het steeds ongezonder wordt om het dagelijkse nieuws te volgen, terwijl er, zo lijkt het wel, in kwantitatieve zin steeds meer dagelijks nieuws ‘op de markt’ verschijnt. Het aantal sites en platforms dat om aandacht schreeuwt lijkt eindeloos, eindelozer dan ooit zelfs, en tegelijkertijd snapt iedereen dat de hoeveelheid kennis (of informatie) die er werkelijk toe doet gelijk blijft. Sterker: je zou kunnen zeggen dat in de huidige tsunami van informatie het besef toeneemt dat een paar weldoordachte levensprincipes of -overtuigingen steeds belangrijker worden om de schier onbeperkte stroom van media te ‘overleven’. In Nederland is De Correspondent van dit groeiende besef een interessante vertaling. Het presenteert zich als ‘medicijn tegen de waan van de dag’ en spuwt een veel kleinere, meer gecondenseerde, artikelenstroom over ons heen dan de traditionele kranten.
Het zou ook een verklaring zijn voor de keiharde en onverwachte terugkeer van religie. Voor de drang naar kloeke nieuwsoverzichten, zoals Blendle die tegenwoordig presenteert. En voor het feit dat politici – bij uitstek ‘producten’ van de oude journalistiek – tot het inzicht komen dat de traditionele nieuwsindustrie, mede door de aanmaak van een oeverloze berichtenrivier, almaar aan zeggingskracht inboet. In die zin sprong de move van Labour-leider Ed Milliband om met de populaire en politiek uitgesproken komiek Russell Brand (meer dan 9 miljoen Twitter-volgers) af te spreken deze week in het oog. Journalistiek, wil ik maar zeggen, is al lang niet meer de onomstreden kracht die democratie en intellectuele vrijheid stut en stimuleert. Het is even vaak de wegbereider van het omgekeerde geworden: domheid, lemmingengedrag en de weigering ergens over na te denken. De Zwitsers-Engelse filosoof Alain de Botton droomt niet voor niets van een Acht Uur Journaal dat elke dag opent met het bericht: “You’re gonna die.” Hij geeft ermee aan dat veel journalistiek, ook integere kwaliteitsjournalistiek, ons eerder van zinvolle oplossingen verwijdert dan dat ze ze dichterbij brengt.
Hoewel Rob Wijnberg bij de start van De Correspondent omstandig uitlegde dat hij niets tegen de gevestigde media heeft (‘hun werk blijft nodig’), kan hij moeilijk ontkennen dat zijn initiatief op een heel ander paard wedt. Waar de traditionele journalistiek belang heeft bij de ongeïnformeerdheid van haar afnemers (of het suggereren daarvan), is De Correspondent juist een medium dat de geïnformeerdheid van haar eigen afnemers viert en het aanmoedigt die geïnformeerdheid te delen. Dat kun je opvatten als een vorm van klefheid en zelffelicitatie, maar zelf zie ik het als een noodzakelijke tegenreactie op de permanente ontevredenheid die de traditionele journalistiek inmiddels, net als het hardcore kapitalisme, bij haar afnemers poogt te injecteren: je zou nooit genoeg weten of hebben. (Precies het soort lulkoek dat bestreden dient te worden!).
Onlangs toonde Jon Stewart van The Daily Show nog aan dat hij in vijf minuten een treffender karakterisering van de Amerikaanse Midden-Oosten politiek kan geven dan menig krant in tientallen pagina’s is gelukt. En ex-journalist David Simon kwam al begin jaren negentig tot de conclusie dat kranten geen ruimte meer hebben voor ‘echte verhalen’ (lees: verhalen van de straat) en dat hij voor het vertellen en delen daarvan beter in de huid van scenarioschrijver kon kruipen. Niet voor niets drukten veel kranten dezer dagen zijn wijze commentaar op de (rassen)rellen in Baltimore maar al te gretig af; Simon is godzijdank trouw gebleven aan zijn eigen kennis en inzichten en niet aan de nieuwshonger en baanzekerheid van zijn ex-collega’s.
Alle keren dat ik in de positie ben geweest om jonge journalisten te selecteren om mee samen te werken, ben ik niet afgegaan op de frequentie waarmee ze langs het laatste nieuws scrollen maar op de veronderstelde hoeveelheid kennis waarmee ze zin van onzin kunnen scheiden. Die laatste groep vormt de nieuwe aristocratie (en de hoop) van de journalistiek.
Lieden die met de smartphone en Nu.nl zijn vergroeid, beschouw ik, excusez le mot, als het nieuwe proletariaat.