In de verzengende hitte, fietsend over de zanderige wegen. Tussen torenhoge koraalrotsen, kunstig geboetseerd door de eeuwige wind. Langs bloeiende mangrovebossen en tussen oneindige zoutpannen. Waar vervaarlijke cactussen staan naast feeërieke bomen. Het is allemaal te vinden in het westen van Nederland – in het verre westen wel te verstaan. Waar je kunt zwemmen met tropische vissen, die met je meedeinen op het ritme van de golven. Waar de mensen je vriendelijk toelachen – en het leven nemen zoals het komt. Zware duikers die als stramme zeerobben opduiken uit de blauwe zee. Oudere surfers die in het tijdloze zonlicht nog eenmaal hun jeugd beleven. Je ziet het op Bonaire – Nederland in de Caraïben.
Maar het paradijselijke Bonaire, sinds 2010 evenals Statia en Saba een ‘gemeente’ van Nederland, heeft ook een zwarte rand. Het eiland is een kleine gemeenschap (minder dan 20.000 inwoners), maar kent grote verschillen. Langs de kust de vele miljoenenvilla’s, waarvan er maar weinig met eerlijk werken zijn verdiend. Verderop de armoedige buurten, waar maar weinig werk is en niet veel te verdienen valt. Er is veel boosheid, omdat ‘de Nederlanders’ alles komen regelen. Maar als die het niet doen, gebeurt er maar weinig. De armoede wordt ook aldoor ingevoerd. Zoveel jongeren hebben geen werk, maar wel worden steeds opnieuw mensen van buiten gehaald – uit Venezuela, Colombia of Peru – die worden onderbetaald en uitgebuit.
Onlangs werd Bonaire opgeschrikt door de moord op een politieagent, die mogelijk werd gepleegd door een drugskoerier die ook werkt voor de drugsmaffia in Colombia. Tijdens mijn verblijf de afgelopen week op het mooie eiland waren in de buurt waar ik logeerde een aantal schietpartijen. Ook werd de auto van een kritische journalist vernield – een vorm van intimidatie. Grote boeven zijn ook de banken, die mensen dure kredieten aansmeren voor veel te dure auto’s. Of anders Chinese supermarkten, die mensen geld lenen tegen torenhoge rentes. Wat weer leidt tot schulden en de boosheid voedt op Nederland. Met borden langs de wegen waarop nietsvermoedende toeristen worden beschuldigd van ‘Dutch Apartheid’.
Al sinds 1633, toen ons land Bonaire veroverde op de Spanjaarden, horen we bij elkaar, maar toch begrijpen we elkaar nog altijd niet. Maar dat geeft niet, want diep van binnen houden we van elkaar – anders zouden we ook niet zoveel ruzie maken. Een liefde in de branding. Want dit is ons ‘Island In The Sun’, zoals Harry Belafonte zestig jaar geleden al zong. Een lied waarin deze Amerikaanse calypso-koning zijn liefde voor ons Bonaire bezingt. Met het vele geld dat hij met deze wereldhit verdiende kocht hij veel grond op Bonaire, waar nu zelfs een villawijk (Belnem) naar hem is vernoemd. En zo werd de liefde weer geld en is de Caraïbische cirkel weer rond. In dit paradijselijke, maar ook altijd ongrijpbare deel van Nederland.
https://youtu.be/jd-n0aT9RV0