In de zomer van 1976 was Toni Willé met vakantie in Londen, in een piepklein pensionnetje. Daar hoorde zij tot haar grote verrassing op de radio haar eigen liedje. 15 jaar eerder was de 22-jarige Toni begonnen met zingen, samen met haar zussen, als De Zingende Zusjes. Die zusjes werden Pussycat en samen scoorden zij met ‘Mississippi’ een wereldhit. De volgende dag werd Toni door de platenmaatschappij omgeboekt naar het Sheraton Hilton, kort daarop was ze met haar zussen te zien in Top of the Pops. ‘Mississippi’ werd nummer één in Engeland – dat was een Nederlandse band nog nooit gelukt. Het kwam ook op nummer één in Duitsland, in totaal bereikte het in dertig landen de top. In Brazilië stond het twee en half jaar in de hitparade. Van ‘Mississippi’ werden meer dan 5 miljoen exemplaren verkocht.
Toen ze zichzelf in Londen op de Engelse radio hoorde, besefte Toni dat er iets bijzonders gebeurde. In 1953 was Toni geboren in Treebeek bij Brunssum in Limburg. Ze werd opgevoed door haar stiefvader, de Poolse mijnwerker Kowalczyk, die na de oorlog naar het Limburgse mijngebied was getrokken. Haar vader was vlak voor haar geboorte gestorven. Haar Poolse stiefvader stimuleerde Toni, Marianne en Betty om muziek te maken. Gitaarleraar Werner Theunissen studeerde met de zusjes liedjes in die hij zelf had geschreven, waaronder ‘Mississippi’. De zusjes maakten enkele singeltjes, maar die werden buiten de regio geen succes. In 1975 vormden zij Pussycat en brachten zij ‘Mississippi’ uit. Ook dat werd geen succes, tot enkele disc-jockeys in Hilversum – die dachten dat Pussycat een Amerikaanse band was – het liedje gingen draaien.
‘Mississippi’ lijkt een on-Nederlands liedje. Pussycat zingt niet over de Maas, maar over de Mississippi. Over het verdwijnen van de country muziek, die in Limburg nooit heeft bestaan. ‘Mississippi’ werd overal een hit, behalve in de Verenigde Staten, het land van de country – en van de Mississippi. Het liedje is meer Nederlands dan het lijkt. Het heeft iets van de ‘palingsound’, genoemd naar een generatie artiesten rondom The Cats uit Volendam, die in deze jaren eveneens grote hits scoorden. Toni nam ontslag als telefoniste bij DSM – de oude Staatsmijnen – waar ook haar zussen werkten. En Toni werd een Superster. Al snel volgden nieuwe hits – ‘My Broken Souvenirs’ kwam in 1977 op nummer één in Nederland. Maar het succes van ‘Mississippi’ werd toch niet meer geëvenaard. Na tien jaar, zes albums en 17 singels hield Pussycat het in 1985 voor gezien. Toni ging alleen verder, als soloartiest. Maar ook zonder Pussycat kwam zij niet meer los van haar grote hit. Toni Willé bleef toch vooral ‘Mississippi’.
In 1985 – het jaar dat Pussycat stopte – nodigde de platenmaatschappij Toni Willé uit voor een feestje met Whitney Houston, die in ons land haar hit ‘Greatest Love of All’ kwam promoten. Toen een journalist van de Limburgse TV Toni een paar jaar geleden vroeg of zij in haar lange carrière ergens spijt van had, verwees zij naar dit moment. Toni was toen niet gegaan, ze moest destijds al zo vaak naar Hilversum. Maar daar had ze nu toch wel spijt van, ze had deze grote artiest graag willen ontmoeten. Dit voorbeeld laat iets zien van haar bescheidenheid. Van ‘Greatest Love of All’ werden 2,5 miljoen platen verkocht, maar van ‘Mississippi’ ruim twee keer zoveel. Whitney Houston raakte verslaafd aan alle aandacht – en aan alcohol en drugs. Zij stierf in 2012, jong en alleen, in het Hilton hotel in Beverly Hills. Die weg is Toni Willé niet gegaan. Voor haar is muziek altijd een plezier gebleven. Ze wordt al wat ouder, maar treedt nog altijd op, voor haar trouw fans. Soms samen met haar kleindochter, die ze graag haar liefde voor muziek wil meegeven.
Ronald van Raak schreef eerder over de tranen van Arno en Gradje, de politieke poëzie van Dorine Niezing, liefde en verlangen van Nusrat Fateh Ali Khan, de ongewassen stem van Blind Willie Johnson, de boodschap van Grandmaster Flash, dollen met Donna Summer en nostalgie met Maggie MacNeal.