Oefeningen in onmenselijkheid

20-10-2013 15:23

De valse toonaard van de morele verontwaardiging, daarover hadden we het vorige week. De idee dat er zoiets als een rechtvaardige oorlog omwille van principes bestaat, militair, politiek, sociaal. De idee ook dat we naar een wereldcultuur zouden kunnen evolueren die, op zogenaamde humanitaire gronden, een wereldorde zou vormgeven, met bijvoorbeeld de VN als wereldregering, en de mensenrechten als planetaire codex. 

Jammer: het pad van het humanistisch optimisme loopt dood. Deze wereld wordt er niet beter op, net omdat we hem voortdurend beter willen maken, met een al dan niet religieus gekleurde moraal als maatstaf.  Het geweten is niets waard, het is de synthese van een hoop verborgen agenda’s. Dat Sigmund Freud het geweten al detecteerde als His Masters Voice belet echter niet dat allerlei fijne ethici nog steeds het kwaad zien als iets dat te bestrijden valt vanuit een deugdzaamheidsmodel, met woorden, wetten, regels, indoctrinatie. Het humanisme, het christendom, de islam,- allen bedrijven ze het hetzelfde soort exorcisme.  Zo worden morele principes verabsoluteerd en het kwaad haast getranscendeerd, als iets dat wezenlijk niet tot onze wereld behoort maar er per toeval in sluipt, als een te bezweren gif.

De mars der deugdzamen en de Dutroux-paradox

Nergens kwam zulks frappanter tot uiting dan in de Witte Mars in 1996 te Brussel, in het zog van de Dutroux-affaire, waar de morele verontwaardiging haast de afmeting van een exorcistisch massaritueel had aangenomen. De Witte Mars, begonnen als een protest tegen een slecht functionerend gerechtelijk apparaat, eindigde in een nooit geziene engelenparade. Duizenden witte ballonnen zweefden boven Brussel, als even zovele onschuldbekentenissen en maagdelijkheidsattesten. Wit, als kleur van de onschuld, de menselijke deugd, de illusie van complete geweldloosheid in een cultuur die net door de deugd de ondeugd oproept.

De demonisering van Marc Dutroux was eveneens ongezien: van wat hij echt was, een seksverslaafde nitwit die jonge meisjes naar zijn kelder ontvoerde om ze te misbruiken, waarvan er  vier door verwaarlozing stierven, groeide hij uit tot een satanisch icoon voor alles wat er op deze wereld kon mislopen. Een absolute zondebok dus. Een mens waar niemand nog een eigenschap mee wil gemeen hebben,- wat hem als on-mens classifieert, letterlijk een monster.

Witte schapenhysterie

Toen Dutroux, dankzij een stommiteit van een flik, het gerechtsgebouw gewoon uitwandelde en een paar uur in de natuur verdween, stond het land op zijn kop, stoof het parlement leeg en leek het alsof de apocalyps voor de deur stond. De boswachter die hem bij de lurven vatte, werd een volksheld en werd door de koning gedecoreerd. Eind goed, al goed. Nu lijkt dit allemaal onwezenlijk, maar toen was de witte schapenhysterie algemeen. Terwijl, ach, die wolf ook maar zijn instinct volgt.

Het probleem is namelijk, en dat signaleerde ik vroeger al in verband met een andere gediaboliseerde crimineel, Ronald Janssen, dat men net vanuit een humaan-humanistisch perspectief niets anders kan doen dan het zogenaamde kwaad in ons herkennen. Wij, brave lui, zijn intrinsiek geen haar beter, we hebben gewoon wat meer geluk in plaats en tijd. Maar de wet van oorzaak en gevolg is onverbiddelijk: onder dezelfde omstandigheden gebeuren dezelfde feiten. Dutroux in de gevangenis, uit de gevangenis, het verandert niets aan de essentie: we zijn hem allemaal, als de wind juist (of verkeerd) zit.

Kort gezegd: Wat zou u gedaan hebben, moest u Marc Dutroux geweest zijn? Antwoord: net hetzelfde natuurlijk, anders was u Marc Dutroux niet! Einde van alle humanitaire ijdelheid. En tot zover ook de moraal.

Inhumaan, transhumaan: de metafoor van de blade runner

We naderen de clou van het verhaal. Nadat de grote filosoof Plato dé mens gedefinieerd had als “een wezen met twee benen zonder vleugels”, gooide zijn tijdgenoot Diogenes tot ontsteltenis van de academici een gepluimd kieken op tafel en riep: “Ziedaar de mens van Plato”.

ANP-1000_7653198

Daar staan we dan met de Beethovenhymne “Alle menschen werden Brüder”. Welke menschen? De biomassa rondom ons bevat een hoeveelheid materiaal dat biologisch als “menselijk” geklasseerd wordt, maar dat is veeleer een gemiddelde, een statistische werkelijkheid. Dokters die patiënten ontvangen, blijven werken vanuit hun encyclopedische routine en snappen steeds minder van wat ze te zien krijgen, waarna enkel de Diogenische vraag rest: “Waar is de mens?”  Vele doktersmoppen draaien eigenlijk rond die perplexiteit. De mens die ze bestudeerden tijdens hun studietijd, blijkt nauwelijks nog te bestaan, hij muteert, transformeert.

Blade runner

De Zuidafrikaanse atleet Oscar Pistorius, bijgenaamd ‘the blade runner’ is vanaf zijn geboorte misvormd, en loopt op twee veerkrachtige koolstofbladen. Hij raakte ermee tot in de finale van de Olympische Spelen 2012 (de echte dus, niet de Paralympics).

Probleem: het onderstel van Pistorius is niet menselijk. Is hij nog wel een mens?  Hij mocht meelopen, maar de andere atleten wantrouwen deze hybride. Hoeveel onderdelen zou iemand zo nog kunnen uitwisselen, alvorens de grens van het humane bereikt wordt? Niet alleen fysiek, zintuiglijk, maar vooral ook mentaal, breinmatig, intellectueel.

Dat knutselen aan het eigen organisme druist natuurlijk behoorlijk in tegen de scheppingsgedachte, én tegen de Olympische geest, maar is al evenmin moreel te verantwoorden: als iedereen zichzelf maakt, is de afwijking de norm en vervallen alle regels of standaarden. Gelden de verkeersregels voor een vijfbenige voetganger met een schroef in zijn kont? De hopeloze strijd van de sportfederaties, tegen atleten die hun lichaam verbouwen via hormoonpreparaten e.d. , heeft met hetzelfde homologatieprobleem te maken: de standaardmens verdwijnt, de norm lost op, de macht verliest haar greep op de concrete existenties. We verwijderen ons dan steeds meer van het klassieke, biologische én morele menselijke model, om een planeet te creëren van individuele constructies die zich niet zomaar laten inlijven in een algemeen programma, van welke aard dan ook.

Transhumanisme

Zo worden het onmenselijke en het bovenmenselijke de bron van het individuele en het unieke. Het zogenaamde “transhumanisme”, dat gelooft in een doorgroei van de menselijke soort tot iets anders, iets hogers, is immers maar een mager borduursel op de evolutietheorie als het begrip “soort” zelf niet wordt geëlimineerd. Het revolutionaire idee om elkaar niet meer als soortgenoten te zien, maar als individuele knutselwerken of atypische mutaties, schaft elk cultureel paradigma, elke sociale druk af. Exit de politiek, de religie, de moraal, de humanitaire clichés. Dan pas, heel misschien, komt er ruimte vrij voor andere omgangsvormen en vermoedens van existenties die fundamenteel anders, vreemd, exogeen zijn.

Als ras zijn we mislukt, laten we dat accepteren. Het futiel hoopje vlees en botten dat “mens” heet, is niet levensvatbaar, niet individueel, en al zeker niet collectief, zie Wall Street, Fukushima, Irak, zie wat de politiek ervan bakt wereldwijd. Als soort zijn we ten dode opgeschreven, binnen vrij korte termijn zelfs. Te slim om direct te creperen, te dom om overeind te blijven. Kakkerlakken hebben meer overlevingsinstinct.

Antropocentrische eigenwaan

Misschien moeten we nu eindelijk maar komaf maken met de antropocentrische eigenwaan. De eindigheid van wat belachelijkheidshalve nog altijd “de menselijke beschaving” wordt genoemd, kan alleen maar overstegen worden in de hypothese dat er hier en daar eentje uit de humaniteit zal ontsnappen. Een individu-zonder-soort, letterlijk een alien. Waarheen die ontsnapping leidt, geen idee. Maar dat Oscar Pistorius op een mysterieuze manier zijn (al te menselijke) vriendin heeft vermoord, wijst op het existentieel-diepgaande en zelfs catastrofale karakter van deze “sprong”.

Zelf aanvaard ik mijn mens-zijn maar zeer voorwaardelijk, in het besef dat de verschillen met de anderen qua constitutie veel groter zijn dan de overeenkomsten. En elke dag nog toenemen. Dit is een verhaal van divergentie. Onvermijdelijk impliceert dit een min of meer permanente, algemene situatie van wrijvingen en conflicten, met de liefde als uitzondering. En ja, het is een doe-het-zelf-verhaal. Elk voor zich een mentaal bladverensysteem uitdenken om een onwaarschijnlijke sprong te maken,- zonder enige kans op slagen, ziedaar het doel van onze misvorming.