Wat de Turkse president Erdogan niet voor elkaar kreeg in Duitsland lukt hem in Nederland. Het Openbaar Ministerie vervolgt een eigen burger wegens het beledigen van de Turkse president. Vandaag begint zijn zaak in Den Haag. Wat bezielt het OM?
De val van de Turkse Lira lijkt een voorbode voor groot economisch onheil, maar Erdogan heeft meer aan zijn hoofd. Het negeren van een crisis heeft ook voordelen. Zo blijft er tijd over voor andere zaken.
Voor de Turkse president is dat heersen in eigen land en zoveel als mogelijk ook er buiten. In Turkije zijn daar alle middelen wel voor ingezet. Grootste slag sloeg de president op 15 juli 2016 met een mislukte staatsgreep, die net teveel leek op een slecht theaterstuk.
De staatsgreep bleek wel degelijk gelukt. Erdogan kreeg de bevoegdheid alle kritische en onaangename geluiden op te sluiten. Ambtenaren, leraren, mensenrechtenactivisten en zeker 120 journalisten gingen de gevangenis in. De meesten zitten daar nog steeds.
Arrestaties zijn al twee jaar aan de orde van de dag. Wie het waagt dezer dagen via sociale media het ‘nepnieuws’ te verspreiden over de val van de Turkse lirariskeert ook een celstraf.
Het is geen geheim dat de ambities van Erdogan verder reiken dan Turkije. Aan de oostgrens trekt het Turkse leger dieper Syrië in en aan de westgrens ligt de Europese Unie.
Daar wonen zo’n 13 miljoen mensen met wortels in Turkije. De president beschouwt een groot deel van hen als trouwe landgenoten en ziet hen als een vooruitgeschoven post binnen een club waar hij maar geen lid van mag worden.
Verder heeft Erdogan met de Turks-Europese vluchtelingendeal een troefkaart van jewelste in handen, om lidstaten van die club op ieder gewenst moment onder druk te zetten.
Zo voelt de Turkse president zich vrij om komische en minder komische Europeanen juridisch aan te pakken als hij zich door hen beledigd voelt. Wetgeving in de Europese Unie blijkt hem nog altijd van dienst te zijn.
U mag het kinderachtig vinden, dat een volwassen man – een staatshoofd nota bene die zelf gek op schelden is – de moeite neemt om achter iedereen aan te gaan die op zijn pik staat. De Amerikaanse president Trump zou aan niets anders meer toekomen. Maar Erdogan vindt dat belangrijk.
Het echte raadsel is natuurlijk waarom het Nederlandse Openbaar Ministerie – op verzoek van Erdogan – een man uit Sittard voor de rechter sleept.
Volgens het OM ligt het wetsartikel, dat gaat over het beledigen van bevriende staatshoofden, welliswaar klaar om uit het strafrecht geschrapt te worden, maar is het nog wel van kracht zolang dat niet gebeurd is. Het OM vervolgt dus zolang het kan.
Een nogal formele houding, die in ons land niet altijd het mooiste naar boven haalt. Terwijl het Openbaar Ministerie in Duitsland, bij Jan Böhmermann, een stuk creatiever omging met de opdringerige Erdogan.
Na diplomatieke druk had bondskanselier Merkel welliswaar toestemming gegeven om de tv-komiek te vervolgen, maar het OM zag er geen brood in. Die verwees naar satire als kunstvorm en de vrije meningsuiting. De grap mocht niet herhaald, maar Böhmermann werd niet vervolgd.
De man uit Sittard heeft niet alleen pech met een andere openbaar aanklager, maar ook met een gebrek aan komisch talent. Hij wist zijn boodschap niet leuk in te pakken en vergeleek de Turkse president humorloos met Adolf Hitler en met een zwijn.
Volgens Turkse media zou de president de eerste vergelijking overigens zelf ook ooit gemaakt hebben.
Als het OM had gewild, had het de Turkse delegatie kunnen wijzen op de rechtspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens, waar kritiek op politici en politieke instituten speciale bescherming geniet. Ook had het OM gemakkelijk kunnen anticiperen op het voornemen dat dergelijke beledigingsdelicten binnenkort uit het Nederlandse strafrecht verdwenen zijn.
Nee, in plaats daarvan kiest het OM ervoor de man uit Limburg te vervolgen. Daarmee laadt het OM de verdenking op zich, dat het toegeeft aan diplomatieke druk. Het ziet er naar uit dat er een Nederlands staatsburger wordt opgeofferd aan de appeasementpolitiek die consessies vereist aan een heethoofd waar Nederland – en de rest van de EU – rekening mee dient te houden.
We zien een bange overheid, die haar burgers – op eigen bodem – niet langer beschermt tegen de razernij van een Turkse heerser. Maar ach, de vrije meningsuiting was toch al een lastige telg uit het geslacht aan grondrechten die ons ooit zo dierbaar waren.
Pech alleen voor Erdogan dat D66 niet eerder bezwaren had tegen de etnische samenstelling van de Nederlandse rechters. Anders had zijn zaak behandeld kunnen worden door een rechter met een Turkse achtergrond in de hoop dat die beter begrijpt hoe hard beledigen er in hakt bij de tere ziel van een Turkse president.
Deze column werd eerder gepubliceerd op RTLZ.nl