Jaap van Manen is momenteel voorzitter van de Monitoring Commissie Corporate Governance Code. Kortom, de code voor gedragsregels van directeuren van beursgenoteerde bedrijven. De oude code voldoet niet meer aan de huidige tijd aldus Van Manen. Van Manen is commissaris bij De Nederlandsche Bank en bij de Bornet Groep Rotterdam. Ook is hij emeritus hoogleraar corporate governance aan de Universiteit van Groningen. Voorwaar een zwaargewicht. Maar wat uiteindelijk telt is zijn kijk op bedrijven en zijn bestuurders.
Een opvallende uitspraak van hem is dat hij vindt dat CEO’s niet in het openbaar moeten roepen dat ze teveel verdienen. Hij doelt hiermee op Unilever topman Paul Polman. Die heeft al meerdere malen gezegd dat hij zijn basissalaris te hoog vindt. Hij heeft zelfs al twee maal een loonsverhoging geweigerd. Hierbij dient wel te worden vermeld dat zijn salaris net boven het miljoen uitkomt maar dat zijn bonus vorig jaar ruim zevenhalf miljoen euro omvatte. Dan is het geen heldendaad om salarisverhoging te weigeren. Ik kan me voorstellen dat Van Manen namens veel directeuren spreekt als hij zegt dat het nogal gratuit is van Polman om te roepen dat zijn salaris te hoog is.
De meest opvallende uitspraak van Van Manen vind ik echter dat hij vindt dat commissarissen van bedrijven te weinig ontwrichtend zijn. Dat klinkt natuurlijk stoer en scherp maar het is nog vrijblijvender dan het gelul van Paul Polman. Want welke redenatie gaat er achter die uitspraak schuil? De commissarissen van bedrijven worden altijd uit hetzelfde vijvertje gevist. Commissarissen worden gerekruteerd uit eigen netwerk of uit een iets bredere kring van halve kennissen of vriendjes van vriendjes. Een tegendraadse mening betekent dat je niet tot het netwerk wordt toegelaten en, misschien nog belangrijker, niet tot het netwerk wilt behoren. Commissarissen die het bedrijfsleven op een ontwrichtende manier zouden kunnen verrijken zijn zelf ondernemers.
Wellicht zijn het zelfs acteurs of schrijvers. Cabaretiers of filmmakers. Ontwerpers of journalisten. In ieder geval zijn het de mensen die het niet in hun hoofd halen om in een vijver te zwemmen waarin wordt gevist.