Zo´n 30 jaar geleden, ik was toen 17, wilde ik onafhankelijk worden. Het gevoel zat diep en alle argumenten die mijn onafhankelijkheidsstrijd ten goede kwamen greep ik aan. Ik kon alles al alleen, nee, sterker, ik deed toch bijna alles al alleen?
Mijn vader had mij al wel gewaarschuwd dat als ik vertrekken zou, ik ook niet meer hoefde te rekenen op zijn steun. Maar dat weerhield mij er niet van mijn plannen door te zetten. Ik had al een baantje op Schiphol en vergeleken bij mijn leeftijdsgenoten die bijbaantjes hadden in de horeca deed ik het financieel al supergoed. Sterker nog, eigenlijk moest het ook maar eens afgelopen zijn met die vrienden die meeliftten op mijn inkomen. Hoeveel extra rondjes bier betaalde ik omdat de stakkers nooit geld hadden? Dat zou met mijn onafhankelijkheid ook eindelijk rechtgetrokken worden: als ik mijn eigen broek moest ophouden zou ik überhaupt niet meer tijd hebben om met mijn vrienden bier te drinken. Ik zou veel belangrijkere zaken aan mijn hoofd hebben.
Goed er zouden vast wel wat nadelen zijn als ik straks mijn eigen pad zou kiezen en waarschijnlijk zou ik wel wat vrienden en familieleden teleurstellen. Maar ja, hoe lang liep ik al niet met de gedachte rond om mij los te koppelen van mijn huiselijke situatie? Zeker al maanden, misschien wel een jaar! Eerlijk gezegd zou het ook een afgang zijn als ik nu überhaupt bij mijn ouders zou blijven wonen. Met mijn vrienden had ik het er al zo vaak over gehad. Ik moest nu doorzetten ook omdat ik bij hen bemerkte dat ze geen geloof meer hadden in mijn grootspraak. Wat lieten zij mij eigenlijk in de steek, juist nu ik bijna onafhankelijk zou worden! Nou, van hen hoefde ik dus ook niets meer te verwachten. Het leek verdorie wel of iedereen tegen mij was.
Kortom, helemaal alleen zou alles veel beter worden. Niks mocht ik van mijn ouders. Ik kon wel mijn eigen bedtijd bepalen, alles uit de ijskast pakken en uitslapen was ook geen probleem. Mijn sigaretten moest ik roken op mijn slaapkamer, maar ik had een grote kamer met een zolderruimte met een zitje erbij waar ik vrienden kon ontvangen en mijn eigen drankkastje had. Weliswaar bemoeiden mijn ouders zich niet meer met school of mijn kledingkeuzes, maar al met al voelde het alsof ik al jarenlang geblokkeerd werd in mijn ontwikkeling.
Ik moest en zou eruit. Ik had het aangekondigd, iedereen wist van mijn plannen en mijn vader had de consequenties duidelijk aangegeven. Het enige dat nu nog moest gebeuren was overgaan tot actie.
Mijn Catalaanse buren voelen dezer dagen hetzelfde als ik 30 jaar geleden. Ook zij willen onafhankelijk worden. Ze praten er nu al tijden over. Over het gebrek aan autonomie. Over hoeveel meer belasting ze betalen dan de andere Spaanse regio´s. Over het tekort aan dialoog en nog zo wat. Hoe het hen zal vergaan?
Ik weet het niet en eerlijk gezegd heb ik deze dagen even geen zin en tijd voor ze. Ik verblijf namelijk heerlijk een paar dagen bij mijn ouders in mijn ouderlijk huis. We gaan zo een borreltje drinken waarna ik mijn moeder ga helpen in de keuken en kletsen over de opvoeding van mijn dochter. Na het tafelen zal ik nog een afzakkertje nemen met mijn vader en praten over de toestand in de wereld. Dan ga ik heerlijk slapen in mijn oude slaapkamer en dromen over hoe lang we nog samen zullen zijn…