“Jullie zijn egoïsten, met jullie dikke huizen die in 20 jaar verdriedubbeld zijn in waarde, met jullie mooie AOW en fraaie pensioenregelingen. En dan nog klagen en zeuren. Pubers zijn jullie, kleine zeurende ettertjes in gerimpelde lijven”. Ze is 31 en freelance journaliste. Ze zit naast me in het vliegtuig -ze reist voor bijna niets mee met haar cabincrew vriendin- en ze fulmineert.
De aanleiding? Ik lees hardop voor uit de Volkskrant over de ruzie tussen OPA en 50 plus. Ze lacht schamper en tiert verder: “Het zijn zulke smeerlappen. Neem die Krol met zijn failliete BV’s en z’n ongure internethandeltjes. Nauwelijks lees je erover in de kranten. Of die Jan Nagel, met z’n 22 nieuwe partijtjes waarmee hij steeds opnieuw de kiezer bedondert en zijn zakken spekt. En wij jongeren? Miezerige uitkerinkjes, massaal de straat op gedonderd, losse contractjes, geen huis kunnen kopen, geen pensioen en let op, straks ligt de AOW ook op straat. We hebben niets, geen enkel perspectief. En jullie maar dreinen dat je zo zielig bent”.
“Maar heeft Krol dan geen punt?”, probeer ik nog. “Het zijn toch vooral de oudjes die gepakt worden?”. “Ach wat een lulkoek”, riposteert ze. “Zielige oudjes bestaan niet. We hebben het over de rijkste groep in Nederland. Babyboomers die alles hebben ingepikt en niets kunnen loslaten. Get real! Jullie tijd is geweest. Jullie maken ons kapot. Alleen maar denken aan jezelf, kotsmisselijk word ik ervan”.
Met dat “jullie” bedoelt ze iedereen boven de 50. Ik leg mijn hoofd naar achteren en peins. Inderdaad komen nogal wat dikverdieners en gearriveerde bestuurders voor mijn geestesoog, daar hoog in de lucht. Zelfs de meeste TV-koppen met hun tonnen aan inkomsten vallen daaronder. Plus de regenten met hun bonussen, topweddes en comfortabele wachtgeldregelingen.
Ik denk ook aan Jort Kelder –ook al bijna 50- die hitsig het nieuwegeldcircuit afstruint en uitspraken optekent als ” Mag ik alstublieft een beetje luxe, ja? Als ik een Aldi-caissière wil ontmoeten dan ga ik wel naar de Aldi”.
Ze stemt me somber en nadenkend, mijn toevallige reisgenote tussen Tokyo en Amsterdam.
Laat in de avond in Amsterdam aangekomen lees ik over de breuk in de top bij 50-plus. Over het gekonkel en gescharrel, de kuiperij en de messen in de rug. Over een Henk Krol die maar schaapachtig blijft lachen.
Zelf geniet ik ook een rijpere leeftijd, dus ik let extra scherp op. Wat een eruditie weer, wat een volwassenheid bij de oudjes. Geheime deals over wel of niet meedoen aan de landelijk verkiezingen, stiekem een andere partij oprichten, van twee walletjes eten. De politieke bejaarden zijn het hoogstaande voorbeeld voor de jeugd. Halleluja. Daar gaat mijn al jaren geplaagde illusie dat ouder worden ook wijzer betekent. Niet dus. Misschien is het wel omgekeerd: hoe ouder je bent, hoe kleinzieliger je wordt…
Maar nee. Zoiets kan ik niet aanvaarden. Het heeft niets met ouder of jonger te maken, maar alleen met de ziekelijke aandoening die politiek heet. Dat realiseer ik me bij mijn jetlag in het Amsterdamse ochtendgloren. Bij de LPF waren ze immers een stuk jonger: dertigers en veertigers. En al even zwakhoofdig aan de gang. En nu ik dat besef moet ik denken aan al die partijen en partijtjes in Nederland en elders waarin eveneens machtsstrijd, gekonkelfoes en geniepigheid de toon bepalen. Sub sole nihil novi est
Ligt het dus aan de oudjes pur sang? Of ligt de oorsprong van het kwaad elders? Bij de geaardheid van de politiek zelve, bijvoorbeeld? Of bij het soort mensen dat zich onweerstaanbare aangetrokken voelt tot de politiek?
Het zal wel een combinatie zijn.
Toch moet er een ouderenpartij komen, is mijn mening. Een wijzerenpartij. Een volwassener-partij. Een partij van mensen die door het leven zijn gepokt en gemazeld, en dus geen behoefte meer hebben aan ijdeltuiterij, ik-zucht of geldlust. Een politiek-maatschappelijke groepering die zich rigoureus losmaakt van de heersende politieke mores. Een groepering die geen concessies doet aan de usances van het politieke gefoefel en geknoei.
Een beweging die wijsheid als waarde centraal stelt. Dus van ontwikkelde geesten die in kwaliteit meer waarde zien dan in kwantiteit, die uiterlijke schijn minder belangwekkend vinden dan innerlijke kracht.
Een makkelijke prooi voor hardcore cynici en rationalisten uiteraard. Maar daarvoor hoeft geen vrees te bestaan. Die breken elkaar immers wel af op de slagvelden van hun leugenachtige huwelijken, van hun achterhaalde partijpolitiek en van hun gevestigde journalistiek.
Ik vrees dat de mensen die aan deze beschrijving beantwoorden ver weg van de politiek zullen blijven. Ze kijken wel uit. Dus de droom is gedoemd te mislukken. Maar één ding weet ik zeker: zo’n groepering heeft niet veel met leeftijd te maken.