Geweld tegen politie en hulpverleners is een aanhoudend groot probleem, waar vaak, en vooral rond de jaarwisseling, veel aandacht aan besteed wordt. Begin vorig jaar stelde, inmiddels ex-Minister van Veiligheid en Justitie, Opstelten nog het zorgwekkend te vinden dat ambulancepersoneel en brandweermannen steeds vaker de hulp van de politie in moeten roepen. Maar het landelijk invoeren van de bodycam, hetgeen het over de schreef gaan van mensen vastlegt, bleef uit, waardoor zowel politieagenten als hulpverleners onvoldoende worden ondersteund bij het doen van hun belangrijke werk. Om de toenemende agressie een halt toe te roepen is het uitrusten van agenten en hulpverleners, zeker in de risicogebieden, bittere noodzaak.
Tot voorkort hield Roland Wichser de website geweldtegenpolitie.nl bij. Aan de hand van persberichten verzamelde hij, sinds 2009, alle geweldsincidenten. Hij kwam tot een triest aantal van 3.827 berichten van geweld tegen de politie, maar hield het bijhouden van deze berichten, door een gebrek aan steun van de nationale politie voor gezien. De Partij van de Ouderen in Amsterdam en de lijstsamenvoeging Groep de Mos/Ouderen Partij Den Haag vinden dat het nu eindelijk tijd wordt om wél de zijde te kiezen van de hulpverleners en dienders die dagelijks met hun schoenen in de frontlinie staan. Beide fracties stelden onlangs in hun gemeenteraden vragen die opriepen tot een snelle invoering van de bodycam, omdat deze zal leiden tot afschrikking en de-escalatie, hetgeen de vermindering van incidenten in de hand zal werken.
In Den Haag, waar sinds april 2014, proef wordt gedraaid met de bodycam komen vanuit de eenheid die meedoet aan de pilot de eerste positieve reacties. Ploegchef Auke Kramer laat op de website van de Centrale Ondernemingsraad Nationale Politie optekenen dat de bodycam een goed effect heeft op straat. ‘Het helpt bij escalerende situaties. Zodra mensen beseffen dat ze gefilmd worden, dimmen ze wel in’. Ook Stefan Lindaart, projectleider bodycam eenheid Den Haag reageert positief op de proef die medio april 2015 in de Hofstad geëvalueerd gaat worden: “Bij de eerste tests in 2009 was de ergonomie van de bodycam niet perfect. Hij was groot, snoertjes zaten in de weg en de beeldkwaliteit was niet goed. Nu, 5 jaar later, is dat verholpen. Je stopt hem gemakkelijk in een borstzak.”
Nu blijkt dat de bodycam, inmiddels niet groter dan een luciferdoosje, agenten ondersteunt, roepen de Partij van de Ouderen en Groep de Mos/Ouderen Partij de burgemeesters Van der Laan (Amsterdam) en Van Aartsen (Den Haag) op om het mini-cameraatje onderdeel uit te laten maken van de vaste uitrusting van zowel agenten als hulpverleners als middel tegen fysiek en verbaal geweld aan hun adres. In verband met de kosten pleiten beide partijen voor een stapsgewijze invoering van de bodycam, te beginnen met de stadsdelen en uitgaanscentra waar de politie en de hulpverleners de meeste risico’s lopen.
Dat de roep om de bodycam breed gedragen wordt, bleek al in 2012 toen de spreekbuis van de gemiddelde politieman op straat, het Platform Bezorgde Dienders, stelde in meer cameragebruik dé oplossing te zien voor het geweld tegen agenten. ‘Met een bodycam krijg je het hele plaatje in beeld’, zei voorzitter Dolf Mauritz, zelf agent bij het korps Hollands Midden, in een interview. ‘Wij juichen een landelijke invoering toe’.
De invoering van de bodycam zal niet alleen de veiligheid van politiemensen en hulpverleners vergroten, maar zal ook hét middel zijn om de beschuldiging van etnisch profileren, het vaker controleren van allochtonen door de politie, uit te sluiten. Vorig jaar werden Haagse agenten van het Bureau De Heemstraat in de Schilderswijk, naar later bleek ten onrechte, door het ‘Actiecomité herstel van vertrouwen’ beschuldigd van discriminatie en disproportioneel geweldgebruik tegen de bewoners. De bodycam had hier, zonder tussenkomst van de Nationale Ombudsman, direct uitsluitsel over kunnen geven.