Soms voel ik me net een T-shirt dat lang in de kast heeft gelegen en ineens weer in de mode is gekomen. Veel mensen hebben gezien hoe de tweedeling is toegenomen en welke gevolgen dit heeft gehad voor de samenleving. Nu zegt Thomas Piketty het, een Franse econoom – in de taal van de economen. En nu worden de groeiende tegenstellingen ook in de politiek serieus genomen. Capital in the Twenty-First Century is een klassiek boek over economie, maar ook een kledingstuk dat op het juiste moment uit de kast wordt gehaald.
U kent ze wel, de media-economen, die hun mening presenteren als wetenschap en zich beroepen op economische modellen. Deze modellen gaan uit van rationele mensen, die kennis hebben van de markt en in vrijheid kiezen. Dit soort mensen bestaat echter niet. Toch baseren politici hier hun beleid op, elk voorstel moet eerst door de molens van het Centraal Planbureau. Dat leidt tot puntenwolken en koopkrachtplaatjes, financiële prikkels en marktgericht werken, allemaal zaken die met de werkelijkheid niets van doen hebben.
Nergens is het maakbaarheidsdenken zo diep doorgedrongen als bij economen die menen dat hun modellen het gedrag van mensen kunnen voorspellen. Dit krijgt sektarische trekjes als dezelfde economen die vóór de crisis hun geloof in de markt predikten, dat ná de crisis opnieuw blijven doen. Piketty gaat terug naar de basis van de economische wetenschappen, door het maken van historische analyses, aangevuld met inzichten uit andere sociale wetenschappen. Capital toont onder meer de ontwikkeling van kapitaal, vermogens en inkomens.
In ons land bezit 10 procent van de mensen meer dan 60 procent van het vermogen; 60 procent van de mensen bezit één procent van het vermogen. Hard werken loont steeds minder, rentenieren op kapitaal steeds meer. De verschillen in inkomen nemen toe, evenals de verschillen in gezondheid en in levensverwachting. Bij grotere inkomensongelijkheid hebben mensen meer stress en minder zelfvertrouwen, zijn mensen sceptischer en minder betrokken bij de samenleving. De groeiende tweedeling is ook slecht voor de economische groei.
Capital van Piketty was voor de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) aanleiding voor het onderzoek Hoe ongelijk is Nederland?, over de gevolgen van de toenemende ongelijkheid. Op de partijraad van de SP van afgelopen zaterdag kwam WRR-econoom Robert Went de uitkomsten toelichten. Ik vroeg hem waarom in de media zo vaak de economische wonderdokters te zien zijn en zo weinig serieuze economen zoals hij. Went antwoordde dat hij dit soort uitnodigingen meestal afsloeg, omdat hij alleen wil praten over dingen waar hij verstand van heeft. Maar dat lijkt me juist een goede reden om wel te gaan. En een goede reden voor journalisten om voortaan dit soort economen uit te nodigen.