Ach, Menno Wigman, sinds vanochtend zomaar dood:
je had als dichter toch niet zó snel mogen sterven,
de rauwe romantiek van zinloos roem verwerven,
want levend is een dichter immers een exoot.
Wij zeggen ‘wat?’ en ‘fuk!’ en ‘nee!’ op het bericht
op dit moment dat zelfs je beste regels falen
en godverdomme en de duivel mag ons halen,
want Menno Wigman heeft voor ‘t allerlaatst gedicht.
De laatste tijd was ‘vrolijk’ niet aan je besteed;
soms reikte somberheid tot aan je zwarte schoenen,
uit vierkant hoofd de zachte zinnen, haast verlegen,
want in je stanza’s zaten zelden schorpioenen.
Je mist goddank hoe Teletekst net iets té wreed
zojuist je dood deelt met de gladheid op de wegen.