Het stichten van een slavernijmuseum acht ik nutteloos. Iedereen weet dat slavernij niet deugt en niemand is van plan om de slavernij weer in te voeren. Zelfs Donald Trump niet. De ‘Nie Wieder’ gedachte waarop het Anne Frank Huis steunt, is inzake slavernij overbodig. Maar we leven in een vrij land: wie een slavernij museum wil oprichten, kan zijn gang gaan. Het algemeen belang wordt er echter niet mee gediend, dus subsidie kan niet aan de orde zijn en zonder subsidie denk ik niet dat de oprichters hun plan rond krijgen, want een slavernijmuseum zal volgens mij minder bezoekers trekken dan het Pianola Museum, overigens wel een leuke plek om heen te gaan in de Jordaan.
Een permanente tentoonstelling over het Marxisme daarentegen zou wel nuttig zijn. Deze ideologie heeft in de Sovjet Unie onder Stalin en in China onder Mao tientallen miljoenen slachtoffers gemaakt, kende desalniettemin tot 1990 ook in het Westen miljoenen openlijke aanhangers en op dit moment roert het moderne Marxisme zich al dan niet stiekem op tal van terreinen. Wie z’n kind in Wageningen op school doet loopt de kans dat de kleine les krijgt van de man die in 2002 als loco burgemeester zijn ambtsgeheim schond door snel een vriend van Volkert van der Graaf te bellen met de waarschuwing dat die gezocht werd, zodat computerbestanden konden worden vernietigd. Wie bij het ministerie van Justitie gaat werken moet misschien solliciteren bij een man op de afdeling personeelszaken die destijds Pim Fortuyn een braakseltaart in het gezicht duwde. Wie informatie vraagt bij de Anne Frank Stichting wordt misschien geholpen door iemand die veroordeeld is vanwege de bomaanslag destijds op het Kamerlid Hans Janmaat. Sinds neomarxistisch links de arbeider heeft ingeruild voor nieuwe slachtoffers om wie een zieligheidsindustrie gebouwd kan worden, heeft de beweging zich breed verspreid. Sid Lukkassen heeft dit ‘cultuurmarxisme’ al onder de aandacht gebracht.
Hier wil ik graag specifiek het optreden van één onderdeel van deze stroming aan de kaak stellen. Het gaat mij om de ‘Moderne Milieu Marxisten’, die een veelheid van stichtingen, verenigingen en instellingen hebben samen gesmeed tot een ongekend krachtige politieke stoomwals, waar niemand meer iets tegen in durft te brengen.
Deze ideologische prestatie is des te opmerkelijker aangezien de oorspronkelijke milieubeweging vijftien jaar geleden even achterhaald leek als de vakbonden vandaag de dag. Het in de jaren zeventig opgekomen milieu-activisme was een soort van postchristelijke beweging gebaseerd op het door de Club van Rome verspreide evangelie dat wij allen als bij erfzonde verdoemd waren omdat de grondstoffen op zouden raken, waarna wij ellendig zouden creperen zelfs als wij ons tijdig bekeerden, dat wil zeggen op de fiets naar werk zouden gaan en de zelfgemaakte compost over het eigen moestuintje zouden storten dan wel – indien stadsbewoner- het volkorenbrood van De Goede Aarde in Boxtel zouden nuttigen. De geitenwollen sok was het symbool van deze beweging, volgens wiens voorspellingen we al zeker tien jaar geen olie meer hebben. Op basis van deze gedachte is in 1982 is ‘milieu’ als beleidsterrein toegevoegd aan het takenpakket en de naam van het toenmalige ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening.
Maar de gedachten van destijds zijn onjuist gebleken. Twee keer zoveel leaseauto’s scheuren over verbrede wegen en met een woonwerk afstand van gemiddeld 22,6 kilometer staat Nederland in de wereldtop. In 1958 ontsloot het straalvliegtuig de wereld voor de ‘jet set’ en sindsdien is Schiphol alleen maar uitgebreid en brengen straalvliegtuigen nu de gewone man en vrouw voor een habbekrats naar exotische plekken waar vroeger niemand kwam. Terwijl de koolrapen in Boxtel ingekuild zijn, liggen verse frambozen liggen in januari in de supermarkt, ingevlogen vanuit Mexico. De voorspellingen van de Club van Rome zijn even illusionair gebleken als de zegeningen die ons volgens het oorspronkelijke Marxisme ten deel zouden vallen zodra de bourgeoisie zou zijn verdwenen. Met de kunst om miljarden kubieke meters schaliegas omhoog te krijgen is het geloof der milieuvaderen even snel verdwenen als het geloof in het Marxisme bij Oost-Duitsers die na de val van de Berlijnse muur westerse warenhuizen binnen renden. Bovendien zijn rivieren, grond en lucht in het Westen veel schoner dan in 1982.
Een nieuw geloof was nodig en werd gevonden: Vrees voor uitputting van de aarde maakte naadloos plaats voor vrees voor opwarming van de aarde. Dat was nog veel erger. Tenzij regeringen drastische maatregelen nemen, zal de aarde binnen tien jaar een “point of no return” bereiken, voorspelde Al Gore twaalf jaar geleden als een “onaangename waarheid”. Wij zijn dus al twee jaar over tijd al hadden de wetenschappers van de Club van Rome van die opwarming nog nooit gehoord. Het bestaan van verschijnsel is inmiddels echter vastgesteld door minstens 98,7 procent van alle klimaatwetenschappers – een tak van wetenschap dit in mijn jonge jaren niet bestond. Opwarming van de aarde is ook bevestigd door de gehele Verenigde Naties waar ieder corrupt regime aan mee mag doen, goedgekeurd door de topmensen van alle grote ondernemingen die in Davos gaan skiën en wordt ook nog eens vurig verdedigd door cabaretier Dolf Jansen die het onbegrijpelijk vindt dat er nog mensen zijn die niet geloven in iets dat wetenschappelijk is vastgesteld. Wie dan nog twijfelt moet dat wel met kwade opzet doen en is dus – zo weet Dolf – een ketter, een door en door slecht mens, net zoals Marcel van Dam wist van Pim Fortuyn: “U bent een buitengewoon minderwaardig mens.”
Dat de diepgang van dit denken beperkt is, mag niet verwonderen. Het Nederlandse cabaret is geworteld tussen de kansel en de kweekschool en scheikunde en biologie zijn moeilijke vakken. Dus de relatie tussen CO2 en plantengroei is niet voor iedereen even helder. Maar dat maakt niet uit. Opwarming van de aarde is gewoon de milieu equivalent van de ‘verelendung’ van de arbeider, eveneens bedacht als een onstuitbaar door de mens in werking gezet proces dat volgens Marx onvermijdelijk zou leiden tot een golf van revoluties over de hele wereld. Zo zal CO2 uitstoot volgens Dolf Jansen en de zijnen leiden tot een zeewaterpeil zo hoog, gelijk de vloed die een toornige God ooit stuurde om de hele mensheid – op Noah na – te vernietigen. Tenzij we ons op tijd bekeren.
Inderdaad stijgt het waterpeil al duizenden jaren. De eerste mensen die uit Afrika kwamen, konden gewoon doorlopen zonder al teveel last te hebben van de Middellandse Zee en eenmaal hier konden ze zo van Katwijk naar Gatwick wandelen of van Noordwijk naar Norwich. Dat lukt niet meer. Wie nu van Afrika naar Europa wil, betaalt veel geld voor een plekje in een rubberboot die hem nog niet eens tot halverwege brengt en naast Nederland ligt nu de Noordzee in plaats van een mammoetsteppe.
Klimaatverandering is dan ook een uitstekend basisdogma voor het milieumarxisme, want geen ideologie kan zonder één feit als basis. Zo ook werd de arbeider in het begin van de industriële revolutie daadwerkelijk schandalig behandeld. Op dat ene feit wordt dan de theorie gebouwd. Die behoeft geen feiten meer. CO2 uitstoot door verbranding van fossiele delfstoffen is de oorzaak van klimaatverandering, zo luidt het tweede dogma van de Milieu Marxisten. Of dat waar is, is nog maar de vraag. Net zoals er gegronde reden bestaat om te twijfelen aan de stelling van Marx dat economische veranderingen de basis vormen voor alle politieke verschuivingen. Zoals zon en vulkanen grote invloed hebben op de samenstelling en temperatuur van de dampkring, zo wordt de mens immers niet alleen door materiële nood gemotiveerd.
Veel mensen denken echter nog steeds dat er een economische onderbouw van een politiek/culturele bovenbouw bestaat. “It’s the economy, stupid,” zo mogen zij graag Bill Clinton nazeggen, die Marx na zei. Wij weten inmiddels beter, maar Milieu Marxisten zijn er heilig van overtuigd dat zij hun politieke doelen kunnen bereiken via de onderbouw. Zij denken het gedrag van mensen te kunnen veranderen door onwenselijk gedrag duurder te maken en wenselijk gedrag goedkoper. Verhoog de belasting op brandstof en geef subsidie aan normaliter onrendabele zaken als windmolens, zonnepanelen of elektrische auto’s. Dan zullen de mensen wenselijk – dat wil zeggen laag CO2 uitstotend – gaan handelen. En ze zijn al druk bezig: Begin jaren tachtig was aardgas goed voor 20 procent van de staatsinkomsten. In 2016 was 15 procent van de totale inkomsten van de Nederlandse overheid afkomstig van milieubelastingen. Met het aardgasgeld is destijds de uitkeringenstaat gefinancierd die zoveel immigranten trekt. Met de milieubelasting wordt nu de subsidiestaat opgebouwd, die vele handige jongens trekt. Zo zien wij bijvoorbeeld steeds meer Mitsubishi Outlanders op de weg die zware accu’s meezeulen en lezen wij als de NS meedeelt dat er vanwege een zware storm geen treinen rijden onderaan dat bericht als aftiteling: NS rijdt op windenergie.
Aan die subsidibishi-onzin is na verspilde miljoenen een einde gemaakt, maar op basis van dezelfde simplistische redenering wordt nog wel de milieuequivalent van de oude Marxistische meerjarenplannen opgesteld. Het is wat Friedrich Hayek ‘the fatal conceit’ noemde: “Denken dat we beschikken over de kennis om de maatschappij beter te maken, de economie te sturen, mensen te dwingen anders te leven en dat we niet alleen weten hoe dat moet, maar het ook nog goed doen.” Deze les hebben de Milieu Marxisten niet geleerd. Zoals Stalin bepaalde dat binnen vijf jaar 40 procent meer staal, 50 procent meer tractoren en 60 procent meer graan moest worden geproduceerd, zo stellen de Milieu Marxisten van vandaag ambitieuze doelstellingen om op een termijn van tien jaar het gebruik van fossiele brandstoffen met 40 procent terug te dringen, het aandeel van elektrische auto’s in het wagenpark met 50 procent te verhogen en staat in het regeerakkoord dat in Nederland in 2030 de uitstoot van CO2 49 % lager zal zijn dan in 1990. Ja 49, niet 50, dat was hard onderhandelen.
Zij wij Gosplan vergeten? Gosudarstvennyy Planovyy Komitet oftewel de Staatscommissie voor Economische Planning die op 22 februari 1921 in de Sovjet-Unie werd opgericht, met aanvankelijk slechts een adviserende rol, was vanaf 1928 verantwoordelijk voor het opstellen van vijfjarenplannen en het toezicht op de uitvoering daarvan. De ambities van het ‘Parijs-akkoord’ verhouden zich tot die van Gosplan als een olifant tot een muis.
Voorwaar ik zeg U, hoedt U voor mensen die de term ambitieuze doelstellingen in de mond nemen, de schouders eronder willen zetten en er samen keihard voor willen gaan. “het Volcke heeft een affkeer van ambitie, is Vyandt van alle ambitieusen,” stond al in de Deductie van Francken, het document waarmee de Staten van Holland en West-Friesland in 1587 hun onafhankelijkheid van Spanje uitriepen. In de twintigste eeuw resulteerden de ambitieuze doelstellingen van Stalin en Mao in de grootste hongersnoden die de mensheid ooit heeft gekend.
Geen realiteit heeft echter ooit een Marxist ervan weerhouden om zijn ideeën door de machthebbers met dwingende hand aan de gehele bevolking op te laten leggen. Geen Marxist, oud of nieuw, denkt gelijk Hayek: “de kans dat ik mensen help door middel van dwang door de staat is veel kleiner dan dat ik ze help via andere, vrijwillige methode.” Geen Marxist las ooit met instemming de woorden van Jacob Cats: “Een rijk van dwang en duurt niet lang.” Moderne Milieu Marxisten willen dat Uw gasrekening omhoog gaat en als U niet betaalt, dan belandt U in het gevang. Zij willen dat U verplicht zonnepanelen op uw dak legt, dat ieder huis een duurzaamheidslabel moet dragen en dat U met het openbaar vervoer naar uw werk gaat. Zij willen dat nieuwe huizen niet meer op het gasnet zullen worden aangesloten, zodat hun omwenteling onomkeerbaar is. Zij laten regeringen die zeggen dat ze immigranten natuurlijk niet tegen kunnen houden, omdat dit een natuurlijk fenomeen is in een globale wereld, beweren dat dezelfde regeringen wel de opwarming van de aarde kunnen keren.
Daartoe worden aan de ene kant tientallen miljarden aan belasting geheven en worden aan de andere kant tientallen miljarden – minus wat aan de strijkstok van salarissen van beleidsmakers blijft hangen – als subsidie uitgekeerd. Dit businessmodel wordt aangeprezen door U wijs te maken dat U gelukkig zult worden als hun centrale plan helemaal is uitgevoerd. Dan zult U leven in een milieuheilstaat vol lieve dieren en groene planten.
Maar wij weten nog dat er een muur moest staan om de heilstaten van de originele Marxisten. Dat hún regeringen van immigratie geen last hadden. En dat zij emigratie tegen konden houden. Wij weten dat je niet moet denken dat jij iemand anders leven beter kan regelen dan hij dat zelf doet.
Om dit bewustzijn levend te houden lijkt het mij tot nut van het algemeen te strekken indien een Marxismemuseum wordt ingericht waar schoolkinderen, maar ook hun leerkrachten, de gruwelen die deze ideologie teweeg heeft gebracht nog eens kunnen zien, opdat ze nieuwe marxistische ideeën waar die ook opduiken leren herkennen. Ook als de vlag van duurzaamheid boven deze intellectuele modderschuit wappert. De prijs van de vrijheid is immers eeuwige waakzaamheid, zei Thomas Jefferson. Laat het oog der waakzaamheid zich nooit sluiten, ook niet als oplettendheid geld kost. Een flinke subsidie voor een Marxisme museum zou ik vinden getuigen van een opbeurende ironie. Zeker als die gepaard gaat met een nog iets grotere verlaging van de subsidie voor de publieke omroep.