Als geheim agent van de AIVD zou ik een coup hebben gepleegd tegen de regering van Curaçao, om te voorkomen dat het eiland onafhankelijk zou worden. Dat zou blijken uit een counter intelligence onderzoek dat is uitgevoerd in opdracht van Gerrit Schotte, de oud-premier van Curaçao. Dat klinkt spannend, zo’n coup – een beetje erg stoer zelfs. De AIVD zal er in ieder geval van opkijken, Ronald van Raak als geheim agent, terwijl de geheime dienst mij in de Kamer kent als haar grootste criticus. Dat ik een coup zou plegen om de onafhankelijkheid van Curaçao te voorkomen is niet minder dwaas. Ik heb in de Tweede Kamer juist een voorstel ingediend om het eiland volledig autonoom te maken. Het rapport van Schotte is een curieus stuk, geschreven in een slecht Engels. Maar wat mij het meeste pijn doet is dat deze man, die mij toch al vele jaren kent, nog steeds mijn naam niet goed schrijft – en mij steeds ‘Roland’ van Raak noemt.
Als u eens een counter intelligence onderzoek wilt laten uitvoeren, ga dan niet naar ‘Marketing Counter-intelligence’, zoals Gerrit Schotte deed. Het rapport dat ze over mij schreven bestaat uit drie portretfoto’s van mij en dertien verwijzingen naar internet. Naar Wikipedia en ook naar mijn twitter account (maar ik heb geen twitter) en naar mijn facebook (wat ik ook niet heb). Verder onder meer verwijzingen naar artikelen die verschenen in Antilliaanse media en columns die ik schreef voor ThePostOnline. Ook de naam ‘Marketing Counter-intelligence’ is eigenaardig, want welk marketing bedrijf doet nou counter intelligence, of welk spionage bureau zit in de marketing? Ik vond op internet alleen een ‘Linkedin’ profiel, waar ze spreken van ‘one-to-one marketing’, ‘lead generation’ en ‘dynamic messaging presentment’ – wat dat allemaal betekent, dat weet ik niet. Maar ondertussen spellen ze dus wel gewoon mijn naam verkeerd.
Het rapport van ‘Marketing Counter-intelligence’ noemt ook een rijtje namen van mensen met wie ik die coup zou hebben gepleegd en die eveneens onderwerp zijn geweest van onderzoek. Daaronder een kritisch politicus van Curaçao (Omayra Leeflang), een correspondent van de NOS (Dick Drayer) en een Tweede Kamerlid van de VVD (André Bosman). Ik ben wel wat gewend, als woordvoerder Antillen maak je van alles mee. Zoals die keer dat ik in debat moest met een parlementslid van Sint Maarten over integriteit van bestuur, terwijl diezelfde man in een bordeel 150.000 dollar smeergeld had aangenomen voor vergunningen voor illegale prostituees. Of de aangifte door advocaat Spong, namens een maffiabaas op de eilanden, omdat ik die een ‘maffiabaas’ had genoemd. Maar dit rapport is toch wel een nieuw dieptepunt en deed het Antilliaans Dagblad verzuchten dat we met z’n allen naar een ‘slappe B-film’ zaten te kijken.
Gerrit Schotte kwam in 2010 aan de macht en liet zich toen betalen door de gokmaffia, die de touwtjes op Curaçao stevig in handen kreeg. Onlangs is deze oud-premier, die in 2012 moest aftreden, veroordeeld tot drie jaar cel, omdat hij zich liet omkopen. Schotte is in hoger beroep gegaan en zijn counter intelligence onderzoek is denk ik vooral daarvoor bedoeld. Het Antilliaans Dagblad herinnerde de lezers er aan dat premier Schotte, toen hij in 2012 de meerderheid in het parlement verloor, zelf een coup wilde plegen, door het parlementsgebouw te bezetten. De oud-premier hoopte toen op steun van de bevolking om op Curaçao een ‘presidentieel stelsel’ in te voeren, maar daar zaten de mensen op het eiland toch niet op te wachten. Opmerkelijk is ook dat ik onlangs een interne notitie van de regering Schotte in handen kreeg, waarin mijn kritiek destijds niet al te serieus werd genomen, omdat ik ‘een redelijk onbetekenend Kamerlid’ zou zijn.
Nou wil ik veel geloven, maar allebei kan natuurlijk niet waar zijn. Ik kan niet én een prutser zijn én een gevaar. Ik kan niet én een onbetekenend Kamerlid zijn én een coup hebben gepleegd. Maar ik wens vooral de mensen op Curaçao veel succes. Wij kunnen om dit soort politici lachen, maar zij moeten er mee leven.