Dit gaat zo niet meer, zei de specialist ouderengeneeskunde tegen me. Ze doelde op het feit dat mijn vader een paralympische prestatie moet verrichten om op zijn wc terecht te komen. De deur, de drempel, het zijn hordes die hij moet nemen, iets wat elke keer weer voor stress en ongemak zorgt. Een elektrische deur zou enorm helpen, en daarom had ze een afspraak geregeld met de WMO-consulent van de gemeente. Die was langs geweest om de situatie te bekijken. Deze consulent belde mij als contactpersoon een paar dagen later op om te vertellen wat ze had besloten: “Die deur komt er niet.”
We praatten wat heen en weer, het gesprek nam een onaangename wending – “Ik stuur uw vader mijn verslag wel”, zei ze in een poging de discussie te beëindigen. En: “Ik ben geen arts. Er zal een arts moeten komen om te kijken of die deur medisch noodzakelijk is.” Dat een arts het verzoek had ingediend, was kennelijk onvoldoende. Intussen was ik, getergd en wel, reuzebenieuwd wat ze dan wel voor mijn vader in petto had. Na lang aandringen kwam ze met het alternatief: de deur kon eruit, en in plaats daarvan konden we een gordijntje ophangen.
Welja, een gordijntje. Alsof u en ik dat thuis ook wel prima zouden vinden, een gordijntje. Alsof het prettig is familie en vrienden te wijzen naar een gordijntje waar achter ze hun behoefte kunnen doen. Op een plek waar alle verzorgenden altijd naar binnen kunnen, wil je privacy voor jezelf en je bezoek. Plassen en poepen zijn een privéaangelegenheid waarbij je geen pottenkijkers wilt, ook niet per ongeluk. Bovendien houden we de bijkomende geluiden en luchten graag voor onszelf.
Mensen die recht van lijf en leden zijn, hebben thuis de mogelijkheid om zich af te zonderen en de deur dicht te doen voordat ze hun broek laten zakken. Waarom zou die privacy niet langer tellen als je gehandicapt bent?