Stel, u heet Yassin en u komt uit het Berberse Rifgebied in Noord-Marokko. Volgens de tradities van uw volk bent u trots, hardwerkend, humoristisch en poëtisch maar heeft u daarnaast een kort lontje en een wat anarchistische inslag. Nu bent u bepaald de lulligste niet, dus vanaf de dag dat u in dat vreemde koude Nederland aankwam – u was een jaar of acht – heeft u hard gewerkt en aangezien u ook nog eens bepaald niet dom bleek te zijn, heeft u het behoorlijk ver geschopt. Via het vmbo ging u naar de Havo en daarna door naar een hbo-studie management en die heeft u afgemaakt, met enige vertraging weliswaar, maar toch. En uiteindelijk met behoorlijk goeie cijfers!
U bent dus slim, goed opgeleid, behoorlijk erudiet en ook nog eens netjes modern van opvattingen.
En dan nu…. een baan!
Stel, u solliciteert bij een traditioneel oer-Hollands bedrijf dat zich bezig houdt met de vervaardiging van kwaliteitsschoenen voor heren. U weet wel, met van die gaatjes er in. U bent nog geen vijf minuten in gesprek met het hoofd personeelszaken aldaar of het hoge woord komt er uit: “Sorry Yassin, maar wij hebben hier veel oudere werknemers en we denken dat het verstandig is een autochtoon als hun directe chef aan te stellen.”
Wat? Wat is dit? De dolk in uw hart tovert u een rood waas voor de ogen en op hoge poten vertrekt u, linea recta op weg naar DWDD, de ombudsman, de NRC, de ANWB, de NVSH, wie of wat dan ook. De rel is geboren!
Natuurlijk krijgt u gelijk van alles en iedereen. Aan publiciteit geen gebrek. Eenieder valt over elkander om te betogen dat u onheus, ondemocratisch en onrechtvaardig bent behandeld. Schofterig is het! Schandalig!
Na een week of twee gaat de storm echter liggen en is iedereen weer met iets anders bezig. En u hebt nog steeds geen baan. Daar zit u dan. Hebt u daar al die jaren zo hard voor gewerkt? Het nieuwe vaderland heeft u diep gekwetst. Als een moeder die haar enthousiast op haar toe rennende kind verwelkomt met een harde klap in het gezicht. Verschrikkelijk!
Geeft u nu toe aan de opvliegende en anarchistische kant van uw volksaard?
O nee. Dat nooit. Sterk, doortastend en taai als u bent, overwint u ook nu weer de schrijnende gevoelens van deze vernedering en een week of wat later begint u weer vol goede moed te solliciteren.
En nu gaat het prima! U wordt bij een bedrijf voor een tweede en zelfs derde gesprek uitgenodigd en hoewel de keuze uiteindelijk toch op iemand anders valt, heeft u een goed gevoel over de hele procedure en voelt u zich respectvol behandeld. Ook de derde, vierde, vijfde en zesde sollicitatie verlopen correct, er is alleen één probleem: steeds krijgt u de baan niet.
Na verloop van tijd begint dat aan u te vreten. Wat doet u verkeerd? Waarom zijn altijd alle anderen beter? Waarom wil niemand u? Na de zevende sollicitatie – u bent het weer niet geworden – treft u bij toeval buiten het gebouw een kennis van een kennis bij wie u zich beklaagt. Waarom bent u nou in godsnaam weer niet uitgekozen?!
“Simpel”, is het antwoord, “ze willen helemaal geen mocro maar dat zullen ze nooit zeggen natuurlijk, want anders krijgen ze gezeik.”
Boem. Een dreun. Een enorme dreun.
Die avond zit u wel een uur lang roerloos op de bank voor u uit te staren en vraagt u zich af wat eigenlijk een ergere en wredere tegenstander is: de botte portier die u ergens de toegang weigert of de begripvolle welzijnswerker die u jarenlang zinloos aan het lijntje houdt? Het is bijna met weemoed dat u terugdenkt aan de eerste botte afwijzing van de schoenenfirma. Daar was tenminste tegen te vechten!
Goddomme – of wat daar dan het islamitische equivalent voor is – die politieke correctheid maakt meer kapot dan haar lief is. De ergste discriminatie gaat stiekem en in stilte. U kan het weten.