Het politieke vacuüm achter ‘Pietitie’

11-11-2013 10:54

Het afschaffen van de moraal is na de Tweede Wereldoorlog toch vooral een progressieve hobby geweest. Bij het ontstaan van de Nieuwe Mens in de jaren ‘60, zeg maar de ‘vrijmaking van het individu’, dienden alle banden met familie, geschiedenis en sociale klasse zoveel mogelijk te worden doorbroken. Om vervolgens de eigen persoonlijkheid (die er niet alleen verondersteld werd te zijn, maar ook nog werd voorgesteld als iets dat allerlei prachtigs aan de wereld had toe te voegen) ruim baan te geven om zichzelf te verwerkelijken en bevredigen

Gutmenschen

In het polemische discours van de hedendaagse blogwereld schrijven we deze tamelijk naïeve, optimistische visie inmiddels toe aan zogenaamde ‘gutmenschen’, die los van regels, culturen, angsten en nationale gevoeligheden op elk moment bereid zijn ‘hun hart te laten spreken’ en het liefst morgen half Syrië in Nederland verwelkomen, om zoiets als onze ‘humane plicht’ te doen.

Niet voor niets kijken ‘gutmenschen’ met een vreemd soort geloof naar de globalisering, die voor hen de belofte inhoudt dat we allemaal gelijkwaardig en post raciaal ‘lid’ zullen zijn van één en dezelfde familie, de ‘wereldfamilie’. Eén van de leukste eyeopeners van de laatste jaren is, voor mij althans, afkomstig geweest van de Rotterdamse socioloog Willem Schinkel (toch bepaald geen rechtse jongen): hij betoogde een tijdje terug bij ‘Zomergasten’ dat de revolutie van ’68 weliswaar als een linkse revolutie werd gezien, maar dat de ‘vrijmaking van het individu’, welbeschouwd,  een godsgeschenk betekende voor multinationals en het internationale bedrijfsleven. Kort gezegd: met de komst van rock ’n roll, het ridiculiseren van burgermansfatsoen en het primaat van het spiritueel en materiaal onverzadigbare ego kreeg de consumptiemaatschappij (en in haar kielzog de verzorgingsstaat) pas écht vleugels. Het boodschappenlijstje van de Westerse mens explodeerde. Coca Cola en anti-Vietnam-demonstranten hebben, kortom, meer aan elkaar te danken dan ze ooit hebben willen toegeven.  De ‘wereldfamilie’ klinkt lief, maar betekent in concreto: ‘één wereldmarkt, waar iedereen concurrent is van iedereen’. Ofwel, de meritocratische utopie in zijn meest zuivere vorm.

Iedereen een podiumplek

In Nederland staan vrijwel alle partijen in de traditie van de jaren ’60 en de individuele bevrijding, zoals hiervoor beschreven. Doe een paar minuten je koptelefoon af en je hoort vrijwel elke politicus, van links tot rechts, zeggen dat alle burgers ‘wat van het leven moeten kunnen maken’, dat voorwaarden geschapen dienen te worden om ‘mensen tot bloei te laten komen’ en in het geval van D66 wordt dit type hoogdravendheid vaak nog een slagje verschrikkelijker en spreekt men van mensen in staat stellen ‘het maximale eruit te halen’. Alsof Pinkpop het hele jaar duurt en ons allemaal (op grond waarvan?) een podium, een act, creatieve bevrediging en applaus toekomt, terwijl elke nuchtere burger, zeg maar de anti-‘gutmensch’, snapt dat er maar beperkt plek is op dat podium en massa’s mensen er nooit aan zullen ruiken. Deze realistische houding – die ikzelf als ‘bevrijdend’ zou willen kenschetsen – geldt in het dol geïndividualiseerde Nederland als defaitistisch en negatief. In onze blinde omarming van de meritocratie, dat inhalige nakomertje van de jaren ’60, geloven we dat er voor iedereen in het ondermaanse een podiumplek is weggelegd. In zo’n hysterisch klimaat van radicaal optimisme en ongebreideld maakbaarheidgeloof moet je niet raar opkijken als er een vruchtbare voedingsbodem voor zelfhaat (‘weg-met-ons’) ontstaat. En voor allerhande minderheden, die, bij gebrek aan een riant podiumplekje, opeens richting Zwarte Piet gaan wijzen als hinderpaal voor de totale erkenning waar men recht op meent te hebben. Ik denk niet dat ik tegen dovemansoren praat als ik zeg dat juist tijdens de Zwarte Piet-discussie dat ‘enorme gat’ in ons partijlandschap aan de oppervlakte verscheen.

Microfoonverslaafde carrièremakers

Want welke partij bleek de kalme en natuurlijke verdediger van Zwarte Piet en onze Sinterklaastraditie te zijn? Geen enkele! De PVV is van nature al niet kalm en de rest van de partijen bleek in mindere of meerdere mate gevoelig voor het ‘verkleuren’ of ‘aanpassen’ van het Sinterklaasfeest. Geen wonder dat de Facebooksite ‘Pietitie’ binnen de kortste keren miljoenen duimpjes kon ‘oogsten’, want andere toevluchtsoorden  voor de nuchtere annex gemiddelde Nederlander, die zich zijn of haar Zwarte Piet niet bij het eerste zuchtje wind wilde laten afpakken, bleken er niet te zijn. In Nederland bestaat simpelweg geen grote, anti modieuze partij, waar de hypes en gekten geen vat op hebben. Al onze ‘middenpartijen’ zitten tjokvol microfoonverslaafde carrièremakers, die in elke scheet uit de media een kans zien om zich te profileren. Triest, maar zo diep zijn we gezakt.

Waar is onze CDU/CSU?

Hoe hopeloos ver Nederland verwijderd is van een normale, conservatieve partij, bewijst dezer dagen het CDA. Je zou zeggen: probeer eens naar de oosterburen te kijken en een vleugje van de rust en de stabiliteit van de zusterpartij zo niet te imiteren, dan toch minstens als voorbeeld te nemen. Vergeet het maar! Het CDA spiekt keihard naar de beurskoersen van Maurice de Hond, ontdekt een gaatje op rechts en laat zich op sleeptouw nemen door het meest vulgaire opportunisme. Resultaat? Lastenverlichting, is nu ineens het speerpunt: bekrompen strategie om een paar zeteltjes van de VVD af te snoepen. Zielig gewoon. Voorlopige conclusie? Ondanks de tanende aantrekkingskracht en nieuwswaardigheid van de PVV blijft de partij een onvoorspelbare reus omdat ze niet wordt uitgedaagd door een serieuze, conservatieve partij, die, op Merkel’s leest geschoeid, modieus gebabbel van serieuze politiek weet te onderscheiden. Het Haagse papegaaiencircuit houdt het fenomeen Wilders actief in stand.

Welke conservatieve durfal stort zich op de kiezersmarkt van de twee miljoen duimpjes van ‘Pietitie’?

Hans van Willigenburg zou zeker overwegen op een partij te stemmen, die structureel weigert op scheten van trendwatchers, hyperige wetenschappers en digifielen te reageren.