Maar hoe kan iemand met zo’n kaaklijn, zo snel zijn in het tijdrijden? Na Janssen en Zoetemelk hebben we met Dumoulin weer een oer-Hollander in de top van het wielrennen. Dumoulin is de derde Nederlander die een grote ronde weet te winnen. De eerste die de ronde van Italië wint; voor wielersnobs de meest prestigieuze ronde. En toch knaagt er iets.
Een sport waarin gebruik van doping normaler is dan een aspirientje voor een huisvrouw, moet je kritisch benaderen. Vandaar deze cruciale vraag: hoe kan het, dat iemand die met zijn kaaklijn de vijfde Dalton zou kunnen zijn, zo snel is in een tijdrit?
Het wieleronderdeel waar aërodynamica van het grootste belang is.