En alweer staat er een digitale revolutie voor de deur. Dit keer bij de politie. Nog even, en de politie in uw gemeente kan met de iPad in de hand zien waar een misdaad zal gaan plaatsvinden. Hier en daar wordt nu al geëxperimenteerd met dit Criminaliteits Anticipatie Systeem, en de resultaten zijn goed, zo vertelt Rutger Rienks in zijn boek Predictive policing. Rutger is afdelingshoofd Business Intelligence bij de politie dus hij prijst in dat boek zijn eigen waar aan, maar de trend is onvermijdelijk. Op de politie wordt alleen maar bezuinigd, want de criminaliteit daalt al vele jaren. Dus wil de schaarse Oom (of Tante) Agent alleen nog maar de straat op als hij zeker weet dat er iets te doen valt. En dus neemt hij straks zijn iPad mee. Die zegt wat er gaat gebeuren. Succes verzekerd. Bijna dan.
Het Criminaliteits Anticipatie Systeem komt uit de VS, waar het drie jaar geleden werd gelanceerd onder de naam PredPol, Predictive Policing. Het is ontwikkeld door criminoloog Jeff Brantingham en wiskundige George Mohler. Het komt erop neer dat het systeem voortdurend bijhoudt waar grote en kleine misdaden plaatsvinden, waardoor het uiteindelijk de tijd en plaats kan ‘voorspellen’ waar iets illegaals zou kunnen gebeuren. Wanneer drugsdealers bijvoorbeeld altijd om acht uur ‘s avonds bijeenkomen in snackbar De Wijde Wiet, dan ziet Oom Agent op zijn iPad zo tegen achten dat daar een rode stip oplicht. En dat hij daar wel eens succes kan hebben. Het systeem kost enkele tienduizenden euro’s (voor, zeg, Amersfoort) tot een paar ton voor een flinke stad. Groot voordeel van PredPol vergeleken bij eerdere pogingen om zoiets te ontwikkelen is dat het systeem ‘blind’ is voor zaken als armoede en ras. Dat gaf in de VS de afgelopen jaren veel heibel. De enige informatie die erin gaat zijn plaatsen, tijden, en type overtreding of misdaad. En het overzicht van hot spots wordt om de zoveel uur geactualiseerd. De firma groeit onstuimig, mede dankzij fraaie anekdotes over grote successen in crime fighting.
De grote vraag is natuurlijk waar het systeem zijn ‘voorspellingen’ op baseert. Welnu, daar zit de Achilleshiel van deze revolutie. Het systeem begint te draaien op basis van historische informatie. Plaats, tijd, aard van de misdaad – het moet allemaal keurig worden ingeklopt. Dat levert de eerste alarmbelletjes. Maar die informatie veroudert natuurlijk snel. Een bouwplaats waar je op zondagmorgen gestolen auto’s verhandelt, is na een jaar een keurige woonwijk. Om het systeem zinvol draaiende te houden, moet Oom Agent dus nieuwe informatie inkloppen. Dus wél eerst de straat op. Op basis van meldingen én op eigen initiatief. Als dat niet gebeurt, ziet PredPol na verloop van tijd niks meer. De politie mag daarbij niet alleen afgaan op meldingen, want dan brengt het systeem slechts bange burgers in kaart. En Oom Agent moet natuurlijk ook niet steeds door dezelfde, door PredPol aanbevolen straten gaan lopen, en bij dezelfde snackbar gaan posten, want dan ziet PredPol uiteindelijk alleen wat hij al zag. Dan bloeit de misdaad elders welig.
Natuurlijk is het zo dat wanneer er ergens ingebroken wordt, het de moeite loont om de omliggende straten een paar dagen in de gaten te houden. Inbrekers zijn nu eenmaal gewoontedieren. Maar dan? Met een beetje geluk, en nijver bureauwerk, levert dat een fraaie rode stip op in het systeem. Ha! Zie je wel! Het werkt! Laat ons daar gaan rondrijden! Kortom, dit soort systemen zullen je nooit meer kunnen vertellen dan wat Oom Agent al weet. Als hij tenminste de moeite neemt om de straat op te gaan, en om informatie uit te wisselen met collega’s. Gewoon tijdens overleg, of bij de koffie. Dan ontstaat vanzelf, onder die pet, een sluw systeem waar de makers van al die software alleen maar van kunnen dromen. Maar dan moet hij (of Tante) wél de straat op. Maar dat wil iedereen.
En kijk, dat is nou precies het nut van nieuwe speeltjes als PredPol. Daar worden politieagenten blij van. Dat is een teken dat er aan ze wordt gedacht. Dat willen ze wel eens uitproberen. Gedurende een paar maanden is iedereen er druk mee bezig en onder de indruk. Daarna krijgt iedereen in de gaten dat het systeem niks nieuws vertelt. Dat het duistere plekken aanwijst die ze allang kennen, en waar ze, aangezien het al vier uur is, of vrijdagmiddag, zeker niet nog eens gaan kijken. Dan zitten ze ‘s avonds laat nog te tikken op kantoor.
Een paar maanden, een paar fraaie verhalen. Daarna is het nieuwtje er van af. Dan moet de commissaris weer iets anders verzinnen om zijn manschappen te motiveren. Loonsverhoging, misschien?