De verloskundige wil bij de intake van alles weten over mijn partner. Maar ja, die bestaat dus niet. Ik leg uit hoe het zit en dat ik dat niet erg vind. Maar zij vindt dat wel erg en ik zal het weten ook. En hoe een vader goed is voor een kind. En hoe ze dit zo vaak meemaakt. En dat al die mannen heus wel inzien dat ze verkeerd zitten. En dat, “You’ll see,” hij dus ook heus van gedachten gaat veranderen.
De volgende keer vraagt ze me of de vader inmiddels al tot inkeer gekomen is. De keer erop of ik iets van hem gehoord heb. De keer daarop weet ze nog “oh ja, je partner was niet zo coöperatief.” Ja, voor een partner niet nee.
Laura schrijft over het geluk bij een ongelukje.