Prism toont ons eigen falen

13-06-2013 13:00

Amerikaanse veiligheidsdiensten verzamelen massaal data over ons leven. Voor wie de politieke ontwikkelingen in dat land de afgelopen tien jaar heeft gevolgd, kan het nauwelijks als een verrassing komen. Toch is de verontwaardiging over PRISM groot. De ontwikkelingen zijn de schuld van de Amerikaanse bevolking zelf en ook de Nederlanders gaan niet vrij uit. Met ons hoofd in het zand kiezen we consequent voor gemak en schijnbare veiligheid. Privacy wordt afgedaan met een dooddoener over niets te verbergen hebben. Het wordt daarom tijd voor een goed debat.

President Obama en de National Security Agency (NSA) hebben met PRISM geen wet overtreden. Het Amerikaanse Congres is sinds de aanslagen van elf september de motor achter het inkaderen van privacy ten bate van schijnbare veiligheid. Het uitrollen van een systeem waarmee al het Amerikaanse dataverkeer in kaart wordt gebracht – iets anders dan aftappen zonder verdenking – is een keuze die Amerikaanse politici van beide partijen bewust hebben gemaakt. In de oorlog tegen terroristen is alles geoorloofd. De kans dat de president hierdoor werkelijk in de problemen komt, is dan ook klein.

Morele grens

Dat neemt niet weg dat er nu een morele grens is overschreden. Het recht van de overheid om gegevens te verzamelen over het gedrag van haar burgers, over met wie ze contact hebben en hoe vaak, is beperkt tot mensen waartegen een gegronde verdenking bestaat. Overheden die over het gedrag van al hun inwoners gegevens verzamelen, beschouwen en behandelen al hun inwoners als verdachten. De overheid heeft geen onbeperkt recht om het leven van mensen door te lichten, als die mensen niets gedaan hebben om die doorlichting te rechtvaardigen.

In het geval van PRISM gaat het niet, zoals de massale paniek nu doet vermoeden, om collectief afluisteren. De NSA verzamelt gegevens over met wie jij belt en met wie je e-mailt, en leest of luistert pas mee als uit die data een patroon blijkt dat een verdenking rechtvaardigt. Als jij dus regelmatig met een ‘verdachte imam’ belt, of met je broer die nertsen bevrijdt uit fokkerijen, rechtvaardigt dat patroon verder onderzoek. Alleen dan zullen mensen gaan meelezen en –luisteren.

Patronen

Wie echter op zoek gaat naar patronen, zal die altijd vinden. Niets menselijks is de medewerkers van veiligheidsdiensten vreemd en dus behoort ook tunnelvisie tot hun arsenaal. Wie denkt dat Death of a President vergezocht is – een docufilm uit 2006 over de nasleep van een fictieve moordaanslag op president Bush – zou zich eens moeten verdiepen in de Birmingham Six. Die zes Ieren werden in 1974 op basis van patronen in hun gedrag ondervraagd en waren daarom de eerste verdachten van een aanslag in Birmingham. Tunnelvisie bij de opsporingsdiensten deed de rest en dus zaten de mannen zestien jaar onterecht vast tot aan hun vrijlating in 1991.

Het hebben van contact met bepaalde personen, is geen reden voor een gegronde verdenking. Toch is dat precies het type gedrag dat zorgt voor de patronen waar de NSA naar zoekt. Je belt een keer met je oom in Irak en schrijft wat over Palestijnen, en voor je het weet doorzoeken spionnen je e-mail. Als er dan ook nog iemand die jij vaag kent – heeft wel eens naast in collegebanken gezeten – een aanslag voorbereidt, kan je er op rekenen dat je zelf ook door een arrestatieteam van je bed wordt gelicht. Patronen zijn zo gevonden als de data waar je in zoekt onbeperkt zijn en menselijk falen niet uit te sluiten is.

Samenleving

Als samenleving nemen we dat risico echter voor lief. Het gemak van een OV-chipkaart wordt door velen verkozen boven de beperking van privacy, wanneer de overheid precies weet waar jij op elk moment bent. En het gevoel dat de overheid ‘iets doet’ om ons veiliger te maken, rechtvaardigt voor velen de beperkingen die opsporingsdiensten aan onze vrijheid opleggen. We willen niet weten welke rechten we verliezen, want het voelt veiliger, het is gemakkelijker.

Enkele jaren geleden sprak ik met Annie Machon, een voormalige Britse spion en klokkenluider over misstanden in de Briste geheime diensten. Zij vertelde hoe makkelijk de AIVD is in het delen van informatie over Nederlandse burgers. Ondertussen is ons land ook één van de voorlopers als het gaat om het afluisteren. Systemen als PRISM zijn niet de schuld van overheden, maar het logische gevolg van een maatschappelijk gebrek aan bewustzijn over wat privacy werkelijk is en waarom het zo belangrijk is. De teleurstelling in Obama is begrijpelijk, maar het wordt tijd dat we de teleurstelling in onszelf durven toe te geven. Dan, en alleen dan, kunnen we de fundamentele debatten gaan voeren over privacy, die onze moderne samenlevingen nodig hebben.

Adriaan Andringa is amerika-kenner en chef-buitenland bij ThePostOnline.