Radicaliserings-cliché en Twitter-lieveling Maiwand al-Afghani/Shabir Burhani mocht gisteravond aanschuiven bij Pauw om te komen vertellen over de brief die hij van de Rabobank had ontvangen. Boodschap van de bank: u poseert met geweren, bent in Oost-Turkije geweest en u roept allerhande antisemitische, homofobe en islamitisch-radicale dingen op Twitter, dus wij willen u niet meer als klant.
Een bizarre ontwikkeling. Waar haalt Rabobank het lef vandaan om niet alleen op de stoel van de inlichtingendiensten, maar tegelijkertijd ook op de stoel van rechter te kruipen? Hoe komt deze financiële dienstverlener erbij om zonder strafrechtelijke vervolging en een mandaat van Justitie deze ISIS-fanboy een bankrekening te ontzeggen? Deze actie vergelijken met een kroegbaas die dronken hooligans terecht zijn kroeg uit kiepert (omdat hij immers zelf mag weten aan wie hij schenkt), of deur-beleid in de horeca is een vergelijking die scheef gaat. Binnen Nederland-pin-land is het niet hebben van een bankrekening bijna te zien als een vorm van maatschappelijke excommunicatie. Probeer immers maar eens een (witte, bij de Belasting geregistreerde) baan te krijgen, of een energie- of telefoonabonnement af te sluiten zonder bankrekening. Of een nieuwe rekening bij de concurrent te openen. Zeker een bank zou zich daar bewust van moeten zijn en hier uitermate voorzichtig mee om moeten gaan.
In principe is het een goede zaak wanneer banken hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen en de inlichtingendiensten – in geval van een grondige verdenking – voorzien van data: hoe beter de geldstromen richting terroristische organisaties en de gewapende strijd tegen het Westen inzichtelijk kunnen worden gemaakt, des te veiliger voor Nederland. Maar wanneer een relatief ongevaarlijk figuur zoals Maiwand, die toch binnen de Nederlandse jihad-beweging de laatstgekozen gekkie van het gymklasje is, zo openlijk tot doelwit wordt verheven, is het de vraag waar de prioriteiten liggen bij de Rabobank. Nog belangrijker, hoe kort zijn de lijntjes van Rabo richting onze inlichtingendiensten? Het heeft allemaal een zweem van opportunisme. Even laten zien als bank dat je ook je steentje bijdraagt in de strijd tegen het terrorisme.
Hoe groot dat steentje feitelijk is, en hoe goed de samenwerking tussen banken, diensten en ministeries is, blijkt wel wanneer je als burger ziet dat ondertussen kalifaat-gangers niet alleen openlijk op Twitter Nederlandse columnisten met de dood bedreigen maar ook nog eens elke maand netjes hun studiefinanciering gestort krijgen. Of dat een rondreizend circus van haatpredikers pas onder de loep van de financiële recherche wordt gelegd nadat er ophef is ontstaan over hun komst naar Rijswijk. Of dat het ministerie van Buitenlandse Zaken doodleuk van belastinggeld een conferentie organiseert die mede wordt gefinancierd door de Britse PR-tak van de Moslimbroederschap.
De strijd tegen het terrorisme zal grotendeels moeten bestaan uit financiële opsporing: dit heeft niet alleen de Amerikaanse inlichtingendiensten in staat gesteld om het netwerk omtrent de kapers van 9/11 in kaart te brengen, maar ook aanslagen weten te voorkomen. Zo wist de Britse regering in 2006 een aanslag te voorkomen toen zij ineens merkte dat er geldstromen vanuit een Pakistaans ‘Earthquake Relief Fund‘ naar Britse rekeningen liepen. Daarnaast kunnen terroristen relatief makkelijk surveillance via mail of telefoon ontwijken door deze middelen niet te gebruiken, maar het ontwijken van een bankrekening is anno 2015 in de Westerse wereld zeer lastig.
Financiële stromen maken de organisatorische hiërarchie inzichtelijk, en kunnen tegelijkertijd de zwakke punten van de organisatie blootleggen. Feitelijk zullen de inlichtingendiensten en banken de handen ineen moeten slaan en terreurorganisaties zien voor wat ze zijn: transnationale syndicaten. In principe maakt het voor de gerichte opsporing niet zoveel uit of je te maken hebt met een groot Mexicaans drugssyndicaat of een terroristische organisatie: het zijn allebei zogenaamde non-statelijke actoren, met een ontwrichtend effect op de samenleving. Hier geldt dus het bekende adagium follow the money. Wanneer je een internationale criminele organisatie wil aanpakken en oprollen, heeft het weinig zin om drugsdealertjes op them corners (lees: een totale nobody als Maiwand) in een twee pagina’s tellende brief te vertellen waarom je hun bankrekeningen opheft. Dat is bijna verkapte reclame voor de bank in kwestie.
De Rabobank heeft hiermee de strijd tegen het terrorisme echter eerder een stap teruggezet, dan vooruit geholpen. Allereerst heeft de bank laten merken waar men op let (welke inlichtingen worden verzameld) en ten tweede heeft men zich een positie toegeëigend die niet van hun is. In een democratische rechtstaat zoals Nederland dient een bank de staat te faciliteren in het opsporen en oprollen van dergelijke syndicaten, maar het is niet aan een bank om “maatschappelijke betrokkenheid” te tonen door James Bond, financieel rechercheur en rechtertje in één te spelen. Hier zijn de burger, diens grondrechten noch onze veiligheid mee gebaat.
Wellicht moeten de ‘twee hoge heren’ van de Rabobank, zoals Maiwand ze noemt, eens koffie gaan drinken bij de AIVD in Zoetermeer, in plaats van met dawa-dommerdjes zoals Maiwand in Leiden. Deze actie van de Rabobank wekt namelijk de indruk dat ze dat te weinig doen.