De laatste tijd zijn we druk in de weer met ‘racisme’. Het thema roept veel en heftige emoties op. Ik vind dat fascinerend, maar tevens vraag ik mij af waar hebben we het eigenlijk over? Volgens het woordenboek Van Dale is racisme: 1. theorie die de superioriteit van een bepaald ras verkondigt en 2. discriminatie op grond van iemands ras. Maar waar gaan al die huidige racisme discussies en rellen nou echt over?
Zijn we bijvoorbeeld bang voor een herhaling van WOII? Dus heel concreet: bepaalde bevolkingsgroepen identificeren en isoleren en vervolgens systematisch elimineren. Hetzij in vernietigingskampen, hetzij door ze terug te sturen het land van herkomst? Of is het de verontwaardiging dat we niet aardig en tolerant zijn naar elkaar? Deze laatste verklaring is ook niet sluitend, want uitsluiting van de ene groep wordt met uitsluiting van de andere groep beantwoord. Dit leidt soms tot ingewikkelde taferelen, waarbij tegengestelde extremisten opeens in dezelfde demonstratie terecht komen omdat ze via een U-turn toch tegen of voor hetzelfde blijken te zijn. Bijvoorbeeld een jihad-vlag tijdens een demonstratie in Amsterdam tegen de uitspraken van Geert Wilders. Ik word daar persoonlijk een beetje duizelig van.
Bovengenoemde toekomstvrees of problemen lijken toch onvoldoende te verklaren waarom mensen zo heftig aanslaan op dit thema. Het wordt mij in elk geval niet duidelijk waar men op de lange of korte termijn zo bang voor is. Het zou zo maar kunnen dat racisme een pragmatisch vehikel is om het idee te krijgen dat je tenminste iets kan doen om ‘de roedel’ te beschermen. Ik bedoel daarmee dat we een diersoort zijn die in een groep leeft en dat we de groep zo goed mogelijk willen beschermen om haar optimaal in stand te kunnen houden ten faveure van onze overleving. Het gevoel een bijdrage te kunnen leveren aan het welzijn van de groep is een belangrijk fenomeen, of het nu effectief is of niet.
De documentaire Obey uit 2013, gebaseerd op het boek Death of the Liberal Class van journalist en Pulitzer prijs winnaar, Chris Hedges, toont messcherp aan dat er hele andere zaken zijn waar we ons echt druk over zouden moeten maken. Volgens deze documentaire is onze hele samenleving inmiddels chronisch geïnfecteerd met de commercie en hebben we te maken met het zogenaamde omgekeerde totalitarisme. Een kleine upperclass, de corporate elite genoemd, heeft de feitelijke macht, neemt beslissingen en staat in de praktijk ook boven de politiek.
Hoe is deze machtsstructuur ontstaan? De commercie is een geïntegreerd onderdeel van ons bestaan geworden. Grote bedrijven bepalen en regelen wat we eten en drinken, wat we aantrekken of waar we onze snuit mee insmeren. Alle basale behoeftes hebben we uit handen gegeven aan de commercie. Het klinkt overtrokken en zelfs paranoïde, maar daarmee hebben we veel macht uit handen gegeven en zijn we in een lastige en onontkoombare afhankelijkheidspositie terecht gekomen. Onze huidige wereld wordt geregeerd door belangen, die vooral terug te voeren zijn op ‘where does the money go?’ Om eventuele onrust in de kiem te smoren worden we gevoerd met reality soaps waardoor iedereen een bekende Nederlander kan worden en we onze eigen ‘soap’ niet meer serieus hoeven te nemen.
Klassiek totalitarisme kenmerkt zich door een duidelijk geprofileerde leider die zijn macht uitoefent en geen tegenspraak duldt. Dit omgekeerde totalitarisme is veel gevaarlijker omdat het onze maatschappij sluipend heeft kunnen infiltreren tot op het niveau van de basisbehoefte. Er is geen aanwijsbare leider waar we tegen kunnen demonstreren en die kan worden afgezet. Een wereld waarin de cashflow onze besluitvorming domineert is per definitie corrupt. Want het gaat dan niet meer om de vraag wat is goed of slecht maar om de vraag: wat levert het meeste op?
Het zou kunnen dat alle consternatie rond racisme een afweerfunctie heeft: de echte misstanden en dreigingen maken ons zo murw en machteloos, dat we ons liever bezighouden met zaken waar we wel ‘daadkracht’ kunnen inzetten: protestmarsen, massaal over en weer aangiftes doen en meer van die zinloze fratsen.
Onze morele verontwaardiging over racisme zou je kunnen zien als een laatste stuiptrekking van een maatschappij die machteloos moet toezien hoe haar oorspronkelijke idealen op de beurs verkocht worden tegen elk aannemelijk bod.